Stille diplomatie helpt niet in Saoedi-Arabië - Hoofdinhoud
De mensenrechten worden in Saoedi-Arabië op grote schaal en op grove wijze geschonden. Nederland spreekt geregeld landen aan op mensenrechtenschendingen, maar ten aanzien van dit belangrijke Arabische land is het al jaren opvallend stil. Daar moet verandering in komen.
Harry van Bommel is Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder Buitenlandse Zaken
Wie rapporten van mensenrechtenorganisaties over Saoedi-Arabië leest, wordt niet vrolijk. In het land zijn demonstraties verboden en is kritiek op de overheid praktisch onmogelijk. Mensenrechtenverdedigers worden keihard aangepakt. Na oneerlijke processen verdwijnen zij jarenlang achter de tralies. Marteling wordt ingezet om valse verklaringen te krijgen. Willekeurige detentie komt veel voor. Verder is de positie van vrouwen in Saoedi-Arabië abominabel, is homoseksualiteit verboden en worden aanhangers van andere religies dan de islam gediscrimineerd.
Op de webpagina van de regering over de banden tussen Nederland en Saoedi-Arabië staat dat Nederland goede politieke betrekkingen met het land onderhoudt en dat het kansrijk is voor het Nederlandse bedrijfsleven, onder andere vanwege de vele olie. Wie in officiële stukken zoekt naar veroordelingen van het mensonterende mensenrechtenbeleid in de Golfstaat, zoekt een speld in een hooiberg. Gezien de ernst van deze schendingen is dit onbegrijpelijk.
Saoedi-Arabië doet er zelf overigens alles aan om mensenrechtenkwesties onbespreekbaar te maken. In 2011 en 2012 had Nederland bijvoorbeeld geld gereserveerd om in Saoedi-Arabië activiteiten op mensenrechtengebied te financieren. Maar omdat het land het niet toestaat dat Saoedische organisaties activiteiten door buitenlandse ambassades laten financieren, is het hier niet van gekomen.
Een andere manier om aandacht te vragen voor mensenrechtenkwesties is door processen tegen mensenrechtenverdedigers bij te wonen, maar ook hier komt niets van terecht in Saoedi-Arabië. Buitenlandse diplomaten hebben namelijk toestemming nodig van de autoriteiten om waar te kunnen nemen. Die toestemming krijgen zij niet. Sterker nog, het land geeft niet eens antwoord op de vraag hoe toestemming voor het bijwonen van processen verkregen kan worden.
Desondanks zijn er allerlei mogelijkheden voor Nederland om mensenrechtenkwesties in Saoedi-Arabië onder de aandacht te brengen. Een heel eenvoudige en kosteloze manier is door hierover te twitteren. Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken heeft herhaaldelijk zijn ambassadeurs opgeroepen actiever te worden op sociale media. De ambassadeur van Saoedi-Arabië heeft hier goed naar geluisterd. Geregeld tweet hij bijvoorbeeld over kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven, maar ook op Twitter worden mensenrechtenschendingen niet veroordeeld of zelfs maar genoemd.
De minister verdedigt deze stilte door erop te wijzen dat publieke aandacht voor mensenrechtenkwesties in Saoedi-Arabië contraproductief zou werken en dat mensenrechtenverdedigers er ook niet op zouden zitten te wachten. In een nieuw rapport van Amnesty International wordt hier gehakt van gemaakt. De mensenrechtenorganisatie benadrukt dat stille diplomatie niet heeft kunnen voorkomen dat de repressie van mensenrechtenverdedigers de laatste tijd is toegenomen. Op basis van interviews met Saoedische mensenrechtenverdedigers wordt verder geconcludeerd dat zij zelf juist willen dat Nederland meer publiekelijk inzet op mensenrechtenkwesties.
Volgende week is er in de Tweede Kamer een belangrijk debat over het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Dat is een goede aanleiding voor de minister om met het verleden te breken en de mensenrechten in Saoedi-Arabië de aandacht te geven die zij verdienen.
Dit artikel verscheen op 26 september in het Eindhovens Dagblad