Arbeidsmarkt hervormen? Kijk naar het woonakkoord! - Hoofdinhoud
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van afgelopen week was er een prominente plaats voor het Sociaal Akkoord. Voor de zomer maakte het kabinet afspraken met werkgevers en werknemers over de arbeidsmarkt, in het bijzonder over de WW-duur en het ontslagrecht. D66 en het CDA vinden dat de arbeidshervorming ambitieuzer moet en riepen het kabinet op het Sociaal Akkoord daartoe open te breken. Daarop gaven de sociale partners direct aan hier geen brood in te zien. Zo is er op de arbeidsmarkt een impasse waarbij het kabinet klem zit tussen de oppositiepartijen en de polderpartijen. Zo staat een maatschappelijk akkoord voor meer draagvlak in de weg van politieke besluitvorming en meer daadkracht.
Omgekeerd is de situatie op de woningmarkt. Na een fout in het Regeerakkoord sloot het kabinet met drie oppositiepartijen het Woonakkoord met afspraken om zowel de huursector als de koopmarkt weer in beweging te krijgen en nieuwe kansen te bieden aan huurders, kopers, verkopers en bouwers. Nu heeft ook de woningmarkt zijn eigen polder bestaande uit clubs van makelaars, woningcorporaties, woningbezitters en huurders. Op zijn zachtst gezegd waren deze maatschappelijke organisaties 'not amused' over het Woonakkoord. Al was het maar omdat deze vier organisaties na lang onderhandelen een gezamenlijk plan hebben (Wonen 4.0) dat de politiek in hun ogen integraal had moeten overnemen. Maar de voornaamste weerstand tegen het Woonakkoord zat hem in de huurverhogingen (om het scheefwonen te bestrijden) en de 1.7 miljard verhuurdersheffing (om de hogere huurinkomsten van woningcorporaties af te romen).
Omdat makelaars en eigen woningbezitters met de onvermijdelijke afbouw van de hypotheekrente-aftrek hun verlies al eerder hadden genomen en omdat huurdersorganisaties zich blijvend verzetten tegen de inkomensafhankelijke huurverhogingen, was er een sleutelrol weggelegd voor de woningcorporaties, in bijna 90% vertegenwoordigd door hun sectorclub Aedes. Aanvankelijk kwamen ze keihard in het geweer tegen het Woonakkoord en de verhuurdersheffing die corporaties moeten gaan afdragen aan de staatskas. Tientallen corporaties zouden failliet gaan en in een tijd dat woningmarkt en bouw toch al in het slop zaten zou de sector niet meer kunnen investeren in nieuwbouw, sloop en herstructurering. Het begon met een reeks onderzoeken waarin ieder zijn eigen gelijk bevestigd zag en mondde uit in een heus conflict tussen Woonakkoordpartijen en woningcorporaties waarin steeds hardere verwijten over en weer gingen. Dat op een gegeven moment zelfs het woord 'bouwstaking' viel, zegt veel over de onderlinge verhoudingen. Het leken de reflexen van de arbeidsmarkt wel.
Maar omdat de stilgevallen woningmarkt vooral behoefte had aan duidelijkheid en stabiliteit als basis voor perspectief en vertrouwen, hielden de partijen van het Woonakkoord voet bij stuk. Dit was het, rust was geboden en er werd niet meer gesleuteld aan de gemaakte afspraken. Dus ook niet aan de verhuurdersheffing ter hoogte van 1.7 miljard. Het bedrag dat de corporaties moeten afdragen ging niet meer omlaag en de heffing werd ook niet omgezet in het door SP, CDA, Woonbond en Aedes zo bewierookte alternatief van een investeringsplicht. Te meer omdat corporaties het kunnen halen uit de hogere huurinkomsten, de verkoop van hun woningen en het afslanken van de eigen organisatie. Dat was de deal en daar kon een zware sectorlobby of een eigenzinnige PvdA-senator niets aan veranderen.
Naast ruimte voor bezinning bracht het zomerreces van de Tweede Kamer steeds meer positieve woningmarktberichten. Deskundigen begonnen voorzichtig te spreken over licht dat aan het eind van de tunnel gloorde en een bodem die in zicht was. De daling van de huizenprijzen stabiliseerde, het aantal woningverkopen begon te stijgen en het sentiment van starters op de woningmarkt was nooit eerder zo positief. Misschien was deze combinatie van een patstelling tussen betrokken partijen en een doorbraak op de markt zelf wel de aanleiding voor Minister Blok van Wonen en Aedes-voorzitter Marc Calon om aan tafel te gaan om te kijken of ze eruit konden komen. Hoe dan ook, ook zij sloten een akkoord. Waarin het Woonakkoord geheel overeind blijft en waarin de corporaties zich voorlopig neerleggen bij de verhuurdersheffing. Maar ook waarin woningcorporaties extra geld krijgen voor energiezuinig en duurzaam bouwen en waarin de scheiding tussen publiek en commercieel vastgoed van woningcorporaties geregeld wordt.
Op 3 oktober bespreken de leden van Aedes dit akkoord met hun voorman. En daarna zal de Tweede Kamer er nog uitgebreid met de minister over debatteren. De uitkomst hiervan staat niet vast. Maar wat wel duidelijk is, is dat het afgelopen jaar zowel politieke partijen als maatschappelijke organisaties over hun eigen schaduw heen zijn gestapt om vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid doorbraken te forceren in een woningmarkt die geheel vast zat. En al het cynisme van de critici ten spijt lijkt het erop dat dit niet zonder resultaten blijft. Laat dit een voorbeeld zijn voor de spelers op de arbeidsmarkt.