VVD wil dat woningbouwcorporaties stoppen met het financieren van huizen in ontwikkelingslanden

Met dank overgenomen van B. (Barbara) Visser i, gepubliceerd op maandag 2 september 2013.

Kamerleden Barbara Visser (Woningmarkt) en Ingrid de Caluwé (Ontwikkelingssamenwerking) hebben vandaag schriftelijke vragen gesteld aan de minister voor Wonen en Rijksdienst en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het werk van de organisatie ‘Dutch International Guarantees for Housing’ (DIGH). Deze organisatie financiert woningbouw in ontwikkelingslanden met financiële garanties van Nederlandse woningbouwcorporaties. “Corporaties moeten zich richten op hun kerntaak, wat de VVD betreft is dat de sociale woningbouw in Nederland.” Aldus Barbara Visser.

Het DIGH geeft volgens haar eigen website het sociaal ondernemerschap van woningcorporaties vorm met projecten in ontwikkelingslandenlanden als Armenië en Nicaragua en armere EU-lidstaten als Letland en Bulgarije.

In de media hebben we de afgelopen tijd met regelmaat verhalen gelezen over corporaties die investeringen uitstellen en bouwprojecten afblazen. Barbara Visser: “Het is ondenkbaar dat corporaties zichzelf allerlei extra taken toebedelen terwijl ze tegelijkertijd hun kerntaak onvoldoende uitvoeren. Het bouwen en onderhouden van betaalbare sociale huurwoningen is de belangrijkste taak van corporaties. Wat de VVD betreft is dit dan ook de taak waar de corporaties zich op moeten richten. Er zijn geen goede argumenten om geld dat voor woningbouw is bestemd te reserveren voor directe of indirecte ontwikkelingshulp.”

Visser en De Caluwé vragen de ministers onder andere om aan te geven aan welke landen leningen zijn verstrekt, wat de omvang van de verstrekte leningen is, voor hoeveel geld de corporaties garant staan en of de regering de mening van de VVD deelt dat deze activiteiten geen onderdeel zijn van de kerntaken van woningbouwcorporaties.

VVE belang