Voor een sterke en sociale economie - Hoofdinhoud
De Partij van de Arbeid is tevreden met het resultaat van de begrotingsonderhandelingen: de economie wordt ontzien en de koopkracht van lagere en middeninkomens ondersteund. We kiezen voor vergroening, meer investeren in onderwijs en we ontzien gezinnen met kinderen. Hiermee worden de lasten eerlijk verdeeld en maken we vooruitgang mogelijk.
Het bestrijden van de werkloosheid heeft voor de PvdA absolute prioriteit. Daarom vroegen we het kabinet voor de zomer om met een investeringsagenda te komen. Een agenda waarin de welvaart die ons land kent juist nu beter wordt aangewend. Het kabinet kwam daarop met voorstellen om pensioenfondsen meer te laten investeren in Nederland, om woningcorporaties weer meer te laten bouwen - elk huis is drie banen - en om de kredietverlening weer op gang te brengen.
Tegelijkertijd heb ik het kabinet opgeroepen oog te houden voor de weerbaarheid van onze economie op de lange termijn. De internationale, financiële crisis heeft Nederland keihard geraakt. De vraag is hoe we ons in de toekomst weerbaarder kunnen maken voor dergelijke gebeurtenissen.
Veelal gedreven door fiscale aanmoediging heeft ons land aan de ene kant enorme schulden opgebouwd. Aan de andere kant is het opbouwen van vermogen gestimuleerd. Dat leidt tot opgeblazen balansen, een grote financiële sector en uiteindelijk een boom-bust economie. In goede tijden groeien bomen tot in de hemel, in slechte tijden worden we dubbel zo hard geraakt. Dat moeten we in de toekomst voorkomen.
Door schulden niet te stimuleren, maar juist ook de grote vermogens die Nederland heeft beter te benutten. Het kabinet neemt belangrijke stappen op dat gebied. Zo wordt de hypotheekrenteaftrek beperkt en schuldaflossing gestimuleerd. Op aandringen van de PvdA zorgt het kabinet ook dat de beschikbare vermogens van particulieren flexibeler kunnen worden aangewend. Op die manier kunnen wij schommelingen in de economie beter opvangen.
De opgeblazen balansen hangen samen met een opgeblazen financiële sector. Daarom is het zo belangrijk dat dit kabinet eindelijk de financiële sector grondig hervormt. Banken worden verplicht minder schulden en meer eigen vermogen aan te houden. En ik heb de minister in het debat gevraagd nog dit jaar met een wet te komen die een einde maakt aan excessieve bonussen. Dat heeft de minister toegezegd, waarmee er een einde komt aan de bonuscultuur. Het draait immers om de klant, niet om de bankier. En met de Dijsselbloem-doctrine zorgen we er eindelijk voor dat banken zelf de rekening gepresenteerd krijgen als zij dreigen om te vallen, en niet langer de belastingbetaler.
Alleen zo leggen we de basis voor een sterke en sociale economie op korte en op lange termijn.