Ambities te groot voor defensie - Hoofdinhoud
Defensie wordt financieel steeds meer uitgekleed, maar moet van het kabinet nog steeds alle soorten missies aankunnen. Een onmogelijke en zelfs gevaarlijke opdracht. Het wordt tijd voor een realistisch takenpakket.
Jasper van Dijk is Tweede Kamerlid voor de SP
De enorme bezuinigingen op defensie maken het noodzakelijk dat het takenpakket van ons leger kleiner wordt. Helaas weigert de regering daarvoor te kiezen. Steeds meer raken doelen en middelen uit evenwicht.
Als woordvoerder defensie heb ik respect gekregen voor de krijgsmacht. Na twee bezoeken aan Afghanistan en aan de antipiraterijmissie in Somalië, is mijn conclusie dat militairen hard werken in gevaarlijke omstandigheden. Hun inzet verdient respect en is oprecht gericht op verbetering van de situatie ter plekke.
Dat doet niets af aan de vraag of een missie ook politiek wenselijk is. Militairen zijn uitvoerders, politici beslissen waar het leger naartoe gaat. Na mijn bezoek aan Afghanistan was mijn conclusie: wie door een rietje kijkt, ziet militairen die hard werken om de plaatselijke situatie te verbeteren. Wie iets meer afstand neemt, ziet een land waar nauwelijks vooruitgang is geboekt. Hoe vervelend ook, het is een legitieme vraag wat Nederland nu precies heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van dit land.
In september heeft minister Hennis haar visie In het belang van Nederland uitgebracht. Daarin staat dat het leger alle soorten missies kan blijven doen, inclusief die op het hoogste geweldsniveau. Dit lijkt op een poging om een vierkante cirkel te tekenen. Met aanzienlijk minder middelen 'veelzijdig inzetbaar' blijven; dat knelt en leidt tot onveilige situaties.
Ik vind dat de bezuiniging van ruim 1,2 miljard euro tot een fundamentele keuze moet leiden. Stop met het krampachtig vasthouden aan een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, kies voor een leger met een specifiek takenpakket. Instituut Clingendael bepleit een vergelijkbaar besluit. In plaats van 'veelzijdig inzetbaar' kan ons leger 'stabilisatiemacht' worden of 'ondersteunende vredesmacht'. We doen dan niet mee aan interventies op het hoogste niveau (en hebben dus ook geen dure JSF nodig), maar richten ons op bevordering van vrede en veiligheid via stabilisatiemissies of door middel van vredesoperaties.
Door te kiezen voor een dergelijk - meer realistisch - takenpakket, komt de regering ook tegemoet aan de kritiek van de Rekenkamer. Die stelt nu dat ambities en budget niet met elkaar in evenwicht zijn. Dat leidt tot gevaarlijke situaties, bleek deze week ook uit een rapport van de militaire vakbond AFMP. De helft van het personeel zegt door de bezuinigingen niet meer veilig te kunnen werken. Eén respondent zegt het als volgt: "We blijven hetzelfde doen met minder mensen. Kwantiteit wint van kwaliteit. Hierdoor komt de kwaliteit in gevaar. Gevolg: ongelukken."
De regering heeft te veel ambities en nóg een omstreden besluit genomen. De aankoop van de Joint Strike Fighter voor maar liefst 4,5 miljard euro. Omdat het toestel nog wordt ontwikkeld, is het omkleed met onzekerheden. Het Pentagon sprak in september van 'honderden gebreken'. Terecht wordt geadviseerd om een ontsnappingsclausule in het contract op te nemen. In antwoord op mijn Kamervragen wil Hennis dat niet toezeggen. In het Kamerdebat op 6 november zal ik er een motie over indienen. Dat is wel het minste, mocht Nederland een kat in de zak kopen.
Met de aanschaf van de JSF wordt ook de nucleaire taak van de luchtmacht veiliggesteld. De JSF is immers geschikt gemaakt om kernwapens te dragen, blijkt uit diverse berichten. Het zou reden moeten zijn om per direct af te zien van de straaljager. Nederland dient zijn kernwapens zo snel mogelijk te verwijderen. Dat wil een meerderheid in de Tweede Kamer en dat heeft PvdA-minister Timmermans ook altijd bepleit toen hij nog Kamerlid was. De regering wil 37 JSF-toestellen aanschaffen om 68 F-16's te vervangen. Volgens de Rekenkamer kan defensie met 37 JSF's niet garanderen dat er altijd vier toestellen beschikbaar zijn voor internationale missies, zoals de coalitie van PvdA en VVD graag wil. Opnieuw een argument om de ambitie van de krijgsmacht bij te stellen. Een kleinere krijgsmacht die niet meedoet aan het hoogste geweldsniveau, is prima haalbaar.
Daarvoor hebben we geen JSF nodig, we kunnen een goedkoper - en vliegklaar - toestel van de plank kopen.
Opmerkelijk is de draai van de PvdA als het gaat om de JSF. Vorig jaar streden SP en PvdA nog zij aan zij tegen het prestigeproject. Samen met PvdA-woordvoerder Angeline Eijsink diende ik vorig jaar een motie in om te stoppen met het project. De motie werd aangenomen. In het verkiezingsprogramma van de PvdA staat: 'Verlenging van de levensduur van de F-16 is mogelijk en heeft onze voorkeur'. Blijkbaar buigt de PvdA opnieuw voor een VVD-hobby.
Ook drones staan op het verlanglijstje van de regering. Het plan is om vier onbemande vliegtuigen met groot bereik aan te schaffen, die later desgewenst bewapend kunnen worden. Juist vanwege het omstreden gebruik door de Verenigde Staten - met als gevolg talloze onschuldige slachtoffers - vind ik dat we uiterst terughoudend moeten zijn met drones. Allereerst bepleit ik glasheldere afspraken op internationaal niveau over de inzet van deze wapens die zoveel leed veroorzaken.
Na de omstreden missie in Afghanistan wordt nu een nieuwe missie voorbereid in Mali. Als de berichten juist zijn, worden straks commando's en Apachegevechtshelikopters ingezet om in het onherbergzame noorden van Mali op jacht te gaan naar terroristen.
Waarom moet Nederland hieraan meedoen? In de media lezen we over allerlei twijfelachtige motieven: vanwege reputatieschade, vanwege de bezuinigingen op defensie of vanwege een zetel in de Veiligheidsraad. Dat soort argumenten doet niet ter zake. Het moet gaan om de vraag of het zinvol is dat Nederland een bijdrage levert. Daarover zijn nog veel vragen: wat zijn de risico's van gevechten tegen jihadisten? Onder wiens bevel vallen de Nederlandse commando's? Wordt voldoende rekening gehouden met de belangen van de verschillende bevolkingsgroepen, inclusief de toearegs? En vooral:draagt deze missie werkelijk bij aan vrede en veiligheid in de regio?
Zonder duidelijk antwoord, bestaat een reële kans dat Nederland verstrikt raakt in een uitzichtloze strijd.
Op 6 november spreekt de Tweede Kamer over de visie op defensie van minister Hennis. Het is aan het parlement om deze minister met beide benen op de grond te zetten. Een kleiner leger gericht op vredeshandhaving past goed binnen het huidige budget. Een opvolger van de F-16 kan van de plank gekocht worden. Daarmee vermijden we het risico dat aankoop van de JSF een fiasco wordt en dat het leger op een onverantwoorde wijze wordt overvraagd.
Dit opinieartikel verscheen op 2 november in De Stentor.