Opinie: Dierenactivisten moeten snel terug in hun hok

Met dank overgenomen van Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) i, W.J.H. (Helma) Lodders i, gepubliceerd op dinsdag 5 november 2013.

Het beeld wat de Nederlandse samenleving over de Nederlandse land- en tuinbouw wordt in grote mate bepaald door actiegroepen zoals Wakker Dier. Wie kent de schrijnende beelden niet op tv over de plofkip die niet meer kan lopen. Ik wil de ernst van deze beelden niet bagatelliseren maar deze voorstelling van zaken geen recht doet aan de werkelijke situatie van onze land- en tuinbouwsector. Namelijk dat de land- en tuinbouw in Nederland de beste is in de wereld. Wij zijn wereldkampioen in hoogproductieve, efficiënte en duurzame landbouw. De sector krijgt die eer echter niet. Als het in Nederland over de landbouw of over de boer gaat, dan hebben we het over de plofkip en megastallen. We praten over wat er allemaal niet mag en niet over wat er allemaal kán.

Dat komt door fanatieke milieu- en dierenbeschermingsorganisaties die het zwartmaken van de landbouwsector tot hun hoofddoel gemaakt hebben. Deze negatieve beeldvorming is onterecht maar schaadt de sector wel. Vanuit de overheid wordt als reactie hierop steeds meer regels losgelaten op de landbouwsector. Met als doel om zogenaamde excessen tegen te gaan. Begrijp mij niet verkeerd. Wanneer misstanden optreden in de sector, zoals laatst met de illegale handel in antibiotica in de pluimveesector, dan moet de overheid keihard optreden en fraudeurs genadeloos aanpakken. Maar de situatie is nu zo dat op basis van het negatieve, onterechte beeld dat geschetst wordt door dierenactivisten, sterk beperkende regelgeving wordt ontwikkeld.

De beelden over de plofkip die bij de bezorgde burger op het netvlies gegrift staan, hebben geen enkel negatief effect op de consumptie van kippenvlees. Er wordt juist meer kip verkocht volgens de supermarktkoepel CBL. Hieruit blijkt wel dat moddergooien naar veehouders om de publieke opinie te veranderen inmiddels een bewezen niet-werkende systematiek is gebleken. Laten we ons in het maatschappelijk debat dan ook beperken tot de feiten en ratio de boventoon laten voeren in plaats van emotie. En de feiten zijn niet mis. Nederland staat op de tweede plaats qua export van landbouwproducten. Alleen de VS voeren meer agrarische producten uit. De agribusiness is goed voor 60% van ons handelsoverschot, 10% van ons bruto nationaal product en zorgt voor 10% van onze werkgelegenheid.

De sector en de toeleveranciers moeten ook de hand in eigen boezem steken. Wanneer Wakker Dier weer een van haar campagnes lanceert over de plofkip, dan is de standaardreactie van de sector om de kop in het zand te steken. De beweging van de afnemers baart mij nog meer zorgen. Sommige producenten en supermarkten lijken te gaan wijken voor een relatief kleine groep die veel lawaai maakt. Het is tijd dat de sector opstaat en in het verweer komt tegen deze zwartmakers. Start een marketing machine net zoals Wakker Dier en laat zien hoe mooi ons agrocomplex is. En dezelfde boodschap geldt nog meer voor sommige producenten en supermarkten. Laat je hoofd niet hangen maar wees trots dat je zo’n goed stuk duurzaam vlees of mooie groenten, geproduceerd in eigen land, in je schappen hebt liggen.

We moeten weer trots zijn op onze landbouwsector. De hele wereld kijkt met afgunst naar Nederland. Maar alleen in ons land wordt steeds vaker gezegd dat het anders moet, kleinschaliger en minder intensief. Wordt wakker Nederland. Dat kan echt niet: De wereld schreeuwt om hoogwaardige eiwitten: groentes, vlees en zuivel. Aan die vraag kan alleen worden voldaan als de landbouw nog intensiever wordt. En dat betekent stoppen met het opleggen van beperkende maatregelen om de agrarische sector de kiem te smoren. Zodat we deze belangrijke sector, zijn producten én de werkgelegenheid behouden voor de toekomst.

Dit opinieartikel is op 5 november 2013 verschenen in Trouw.

Deel- en reageermogelijkheden zijn uitgeschakeld, omdat u niet heeft toegestaan dat er cookies worden geplaatst. Wilt u dit alsnog toestaan?