Gezonde banken van groot belang voor de samenleving - Hoofdinhoud
Foto Flickr / snorski
De Partij van de Arbeid wil een gezonde en dienstbare financiële sector. De risico’s van bankieren moeten niet langer bij de maatschappij of de rest van de economie liggen, maar terechtkomen bij banken. Het is daarom noodzakelijk dat banken hogere kapitaalbuffers aanhouden en zo hun incasseringsvermogen vergroten. Dit verkleint de kans dat de belastingbetaler banken in crisis te hulp moet schieten.
Van de vier grootste Nederlandse banken zijn er twee uit noodzaak in overheidshanden (ABN Amro en SNS Reaal), kreeg er een staatssteun (ING) en was de laatste (Rabobank) betrokken bij de langdurige en grootschalige manipulatie van de Libor-rentetarieven. Voor de toekomst moet daarom veel worden veranderd in de structuur en de cultuur van de sector en in het toezicht.
Een gezonde financiële sector waarvan de risico’s niet bij de belangbetaler of de rest van de economie terechtkomen begint met hogere buffers voor banken. Het kabinet heeft daarom een verhoging van de ongewogen kapitaalbuffer voorgesteld naar minimaal vier procent voor de grootste banken. Dit kwam op grote weerstand van banken te staan. De PvdA wijkt niet voor deze lobby. Een hogere buffer is absoluut noodzakelijk om het incasseringsvermogen van banken te versterken.
Banken kunnen zelf de hogere buffers financieren door in de kosten te snijden, dividenden niet uit te keren of nieuw (aandelen)kapitaal uit te geven, zonder dat dit ten koste gaat van de kredietverlening. Met meer eigen vermogen is een bank beter beschermd bij tegenvallers. Bovendien leert de ervaring uit het buitenland, bijvoorbeeld Japan, dat ongezonde banken de kredietverlening aan ondernemingen beperken en daarmee de economie remmen. Alleen gezonde, goed gefinancierde banken vormen een goede basis voor economisch herstel. Daarmee zijn ook de maatschappij en de belastingbetaler gebaat.
Daarnaast nemen de rendementseisen aan een bank met een hoger eigen vermogen af. De bank is immers structureel veiliger waardoor rendementsperspectieven ook meer op de lange termijn kunnen worden bezien. Bij een bank die continu op de rand van de afgrond balanceert, willen aandeelhouders tegenover een hoger risico namelijk ook een hoger rendement. Zeker als zij als eerste de klappen moeten opvangen bij een faillissement. De maatschappelijke baten van meer eigen vermogen zijn dus groot. De enige groep die erop achteruit gaat zijn de bankiers en aandeelhouders zelf, die hun winsten met een grotere groep aandeelhouders moeten delen.
Sinds de crisis vijf jaar geleden begon met de val van Lehman Brothers is het toezicht verbeterd en wordt gewerkt aan nieuwe regelgeving. De bankensector is er echter nog niet. De redding van SNS Reaal en het recente Libor-schandaal maken dit pijnlijk duidelijk. De PvdA gaat dan ook graag de discussie aan over de vormgeving van regelgeving, maar over de noodzaak van betere regels en hogere buffers valt niet te twisten.