Syrische vluchtelingen verdienen betere opvang

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op woensdag 27 november 2013.

Een noodplan voor Syrische vluchtelingen kan ook het Europese asielbeleid aanjagen, betoogt SP-Europarlementariër Dennis de Jong.

SP-Europarlementariër Dennis de Jong

De afgelopen weken is de aandacht voor Syrië afgenomen. De ruim 6 miljoen Syrische vluchtelingen raken langzaam maar zeker uit beeld. Met de winter op komst is het voor hen een noodsituatie: we moeten nu met een Europees noodplan komen.

Een Europees noodplan is niet alleen noodzakelijk voor de Syrische vluchtelingen, het kan ook een belangrijke aanzet zijn om het krakende asielsysteem in de EU aan te pakken. De Nederlandse regering onderneemt op dit gebied geen enkele actie en dat is bijzonder kwalijk.

Tijdens de koude winter van 2012/2013 moesten noodhulporganisaties alles doen om voor de destijds één miljoen vluchtelingen voldoende verwarming te regelen in de tentenkampen. Dat lukte maar ten dele. In de tussentijd is het aantal vluchtelingen gegroeid tot zes miljoen, van wie vier miljoen in Syrië zelf. Veel vluchtelingen zullen dit jaar niet op de winterkou wachten, maar proberen tijdig elders bescherming te vinden. Dat Europa daarbij in het vizier komt als bestemming, ligt voor de hand.

Van belang is verder dat de militairen in Egypte af willen van de Syrische vluchtelingen, die de regering van Morsi juist met open armen had ontvangen. Voor zo'n 125.000 vluchtelingen betekent dit dat zij weten dat ze niet langer welkom zijn in het land waar ze tot dan toe bescherming genoten.

Urgentie

Bij de Europese regeringsleiders is echter geen enkel gevoel van urgentie. Op de top die de Europese regeringsleiders eind oktober over migratie hielden naar aanleiding van de toestroom van migranten vanuit Noord-Afrika werd geen beslissing genomen om iets aan de vluchtelingencrisis te doen. Ze stelden wel een ambtelijke 'task force' in, maar het mandaat van deze werkgroep is heel beperkt: de ambtenaren moeten denken binnen de bestaande kaders en kunnen dan ook niet met echt creatieve oplossingen komen.

Natuurlijk heeft niet alleen de EU verplichtingen, er moet ook druk worden gezet op Noord-Afrikaanse landen om hun humanitaire verplichtingen na te komen. Europa moet er op aandringen dat Egypte de vluchtelingen op zijn grondgebied blijft beschermen en landen die het VN-Vluchtelingenverdrag niet hebben geratificeerd, moeten dit alsnog doen. Het helpt echter niet dat veel van de betrokken landen zelf instabiel zijn. Daarom kunnen we hier op korte termijn geen wonderen verwachten.

Wat zou de EU moeten doen? Voor Syrische vluchtelingen moet zo snel mogelijk het in 2001 al overeengekomen Europese systeem van tijdelijke bescherming in werking treden. Het gaat hier om een EU-richtlijn die regelt dat bij een massale toestroom van vluchtelingen lidstaten actief moeten samenwerken om vluchtelingen tijdelijke bescherming te bieden. Daartoe wordt in kaart gebracht hoeveel opvangcapaciteit de lidstaten hebben en worden de vluchtelingen in alle lidstaten ondergebracht en financieel ondersteund vanuit het Europese Vluchtelingenfonds.

Verdeelsleutel

Onderdeel van deze aanpak moet zijn dat vluchtelingen aan de buitengrenzen van de EU in goede opvangvoorzieningen terechtkomen. Hier kunnen ze direct een verzoek om bescherming indienen. Vervolgens worden ze over alle EU-lidstaten verdeeld, indien ze recht op bescherming hebben.

Of Nederland hierdoor meer Syrische vluchtelingen moet opvangen dan nu, hangt onder andere af van de verdeelsleutel, maar feit is dat aantal Syrische asielverzoeken in Nederland op dit moment snel stijgt, omdat velen doorreizen na binnenkomst in de EU.

Als het lukt om voor de Syrische vluchtelingen een noodplan te realiseren, kan dit ook effect hebben op het Europese asielbeleid: ook dan geldt opvang in de regio waar mogelijk en snelle schifting aan de buitengrenzen van mensen die bescherming nodig hebben en van puur economische migranten.

Alleen zo komt er een einde aan het doorreizen van asielzoekers en migranten binnen de EU. Premier Rutte had tijdens de afgelopen Europese Raad een mooie kans om een fundamentele discussie op gang te brengen. Maar hij doet niets. In december zal de Europese Raad opnieuw spreken over de migratie- en asielproblematiek. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Gaan Rutte en Teeven die pakken?

Dit opinieartikel verscheen op 27-11-2013 in dagblad Trouw