Hoorzitting over MINUSMA/Mali

Met dank overgenomen van R. (Ronald) Vuijk i, gepubliceerd op vrijdag 29 november 2013, 2:47.

Het kabinet Rutte-II heeft op 1 november jl. besloten 368 militairen te laten deelnemen aan de UN-Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA). De kern van de Nederlandse bijdrage bestaat uit een inlichtingencapaciteit van 200 militairen. Het reeds jarenlang durende conflict escaleerde toen Malinese militairen in 2012 een staatsgreep pleegden en islamisten de onafhankelijkheid van Noord-Mali eisten. Het oprukken van bewapende islamisten naar Zuid-Mali leidde tot een Franse interventie in januari jl. Als vervolg zijn nu verschillende organisaties in Mali actief, namelijk de Franse en Malinese strijdkrachten, de EU trainingsmissie en de civiel-militaire MINUSMA.

De vraag die na een lange dag van hoorzittingen en briefings nog open staat is of de missie naar Mali over voldoende tactisch luchttransport kan beschikken. De VVD is nog niet overtuigd door de geruststellende woorden van het kabinet. Mali is een groot land, groter dan Frankrijk en Duitsland samen. Nederland wordt actief in de provincie Gao, die 600 km lang en 300 km breed is. De wegen zijn slecht, het gebied is onherbergzaam en de weersomstandigheden extreem. Als militairen in de problemen komen en er is noodzaak tot extractie, het uit het gebied halen van de militairen dan is tactisch luchttransport het meest aangewezen middel. Nederland beschikt over Chinook en Cougar helikopters die bijzonder geschikt zijn voor dit werk. Als het nodig is heeft Nederland zelf in de tactische luchttransport capaciteit in huis. Vraag blijft waarom er niet in tactisch luchttransport voorzien is en of dat als de militairen gedurende de voortgang van de missie dieper de provincie in gaan trekken niet toch goed van pas komt.

Een tweede vraag die de bijzondere aandacht heeft van de fractie is hoe de bijstand geregeld als de situatie escaleert. Er is een 'red cart holder' maar die kan enkel operaties die buiten het mandaat van de Nederlandse regering vallen blokkeren. Waar het om gaat is hoe nu precies de bevoegdheden en commandolijnen lopen waarlangs de 'force protectie' wordt ingegeroepen en welke garanties er zijn dat de ondersteuning bij de oproep ook daadwerkelijk beschikbaar is. Deze vraag geldt analoog ook voor de medische zorg en medische evacuatie voorzover Nederland niet zelfstandig in de role 1 en 2 medische faciliteiten voorziet.

De derde vraag waarvan de VVD de antwoorden nog aan het bestuderen is, gaat over de wijze waarop de aansprakelijk van de staat geregeld is voor ingehuurd lokaal personeel.

VUIJK