"We zijn door een bodem gezakt" - Hoofdinhoud
2014 is een dieptepunt in de geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Voor het eerst sinds 40 jaar voldoet ons land niet langer aan de afspraak om 0,7% van ons nationaal inkomen te investeren in armoedebestrijding. "Het kan niet meer uit", zegt het kabinet, "in deze crisis moet iedereen een steentje bijdragen, ook de allerarmsten".
Op een budget van ruim 5 miljard is in drie jaar tijd 2 miljard weggesneden. Waarom is dit zo treurig? Natuurlijk omdat we een afspraak breken die we zelf hebben gemaakt. En ook omdat we, doordat we ons aan die afspraak hielden, overal op de wereld een naam hebben opgebouwd, waar onze handelsmissies en investeerders nu de vruchten van plukken. Maar vooral omdat de mensen om wie het altijd is gegaan, die miljard armsten op de wereld, nog altijd voor een deel op onze hulp zijn aangewezen.
Onderwijs en gezondheidszorg vergen investeringen die niet door de markt en het bedrijfsleven worden gedaan. Daar zijn publieke inkomensoverdrachten voor nodig, uit nationale middelen maar ook uit de begrotingen van rijke landen. Met de nieuwe bezuinigingen op het budget voor ontwikkelingssamenwerking en het loslaten van de norm van 0,7 cent van elke verdiende euro, zijn we door een bodem gezakt.
Daarom heeft GroenLinks voor het eerst in de geschiedenis van de partij tegen de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gestemd.
Bekijk ook:
-
-'Sorry armoelijder, bij ons gaat het ook slecht': opiniestuk in de Volkskrant, 5 december
-
-Video: NOS, 5 december