Weeklog Dennis de Jong: Uitbuiters - Hoofdinhoud
Als reactie op een van mijn tweets schreef een vrachtwagenchauffeur: Bulgaren die voor IKEA spullen vervoeren, verdienen €2,50 per uur. Vanmorgen noemde Huub Oosterhuis in zijn toespraak voor de studentenecclesia in Amsterdam een ander voorbeeld: Portugese betonvlechters verdienden €6 per uur voor hun werk aan de A4 bij Schiedam. De voorbeelden zijn eindeloos: uitbuiting neemt overal toe. De interne markt brengt ‘ons’ welvaart, maar daar zien werknemers en niet te vergeten Nederlandse werklozen bitter weinig van terug. Reden genoeg om het tegengaan van uitbuiting via regulering van de interne markt bij de Europese verkiezingen in 2014 bovenaan de agenda te zetten.
De grote bedrijven wijzen ons er keer op keer op: met de interne markt verdienen we in Nederland een maandloon per jaar. Daar zit een kern van waarheid in, want de interne markt biedt schaalvoordelen waarmee producten goedkoper worden. Het is echter niet waar dat ‘we’ dat maandloon ook daadwerkelijk verdienen: die winst komt vooral terecht bij internationale bedrijven, niet bij gewone mensen.
In diezelfde interne markt zitten mechanismes ingebakken die maken dat er druk komt te staan op de lonen en andere arbeidsvoorwaarden. Zo is het niet toevallig dat juist rechtse partijen aandringen op meer arbeidsmobiliteit in Europa: de oplossing voor werkloosheid in Zuid-Europa is volgens hen dat de mensen gewoon hun biezen pakken en naar lidstaten reizen waar nog wel werk is. Wat ze eigenlijk bedoelen te zeggen is: laat het aanbod van arbeidskrachten overal in Europa groter zijn dan de vraag, dan blijven de lonen vanzelf laag.
Daarnaast is er via het vrij verkeer van diensten een vorm van oneerlijke concurrentie in het leven geroepen waar steeds meer werknemers het slachtoffer van worden. Als je in dienst komt bij een bedrijf dat in een andere lidstaat is gevestigd, geldt niet langer de Nederlandse sociale zekerheid. Ook val je niet langer onder de Nederlandse pensioenvoorzieningen. Dus ben je, als je uit een land komt waar de voorzieningen slechter zijn dan in Nederland, voor een werkgever altijd goedkoper.
Tenslotte is er een markt gekomen voor Europees opererende koppelbazen. Die zorgen voor een reeks van illegale praktijken. Een bekend voorbeeld is de aftrek van kosten op het loon van gedetacheerden uit een andere lidstaat: bijvoorbeeld kosten voor transport naar de werkplek, of kosten voor huisvesting of eten en drinken. Die kosten staan vaak in geen verhouding tot de werkelijke kosten. Arbeidsinspecties werken vooral nationaal en er is bovendien in veel lidstaten, waaronder Nederland, fors op bezuinigd. Voor hen is er geen interne markt, en de koppelbazen profiteren maximaal van deze onmacht.
Of je nu chauffeur bent, of je werkt in de bouw, de land- en tuinbouw of de horeca, in steeds meer sectoren loop je op tegen de oneerlijke concurrentie die de interne markt veroorzaakt. Voor de SP is het duidelijk: een 100% sociaal Europa vereist dat sociale rechten op de eerste plaats komen. Als het vrij verkeer van diensten of het vrij verkeer van werknemers leidt tot ernstige uitbuiting, dan is het jammer voor het maandloon dat de grote bedrijven aan de interne markt overhouden, maar dan zijn er regels nodig die de uit de hand gelopen marktwerking aan banden leggen. Wat mij betreft, wordt dit dan ook een belangrijk thema bij de Europese verkiezingen in mei 2014.