100% steun aan EU-burgerinitiatief - Hoofdinhoud
Zojuist begon het debat over het EU-burgerinitiatief. Met dat initiatief vroegen 63.000 burgers om te stoppen met de sluipende bevoegdheidsoverdracht aan de Europese Unie. Indien dat wel gebeurd vragen deze burgers om een referendum zodat de bevolking zich daarover kan uitspreken. Ik sprak zojuist mijn volle 100% steun uit aan het verzoek van deze burgers. Lees hieronder mijn gehele bijdrage aan het debat:
Ik bedank en feliciteer de indieners van het burgerinitiatief. Zij slagen waar politieke partijen falen: het betrekken van burgers bij de Europese politiek. 60.000 mensen ondertekenden de oproep dat de sluipende overdracht van bevoegdheden aan de EU moet stoppen. En dat er bij verdere overdracht van bevoegdheden een referendum moet komen. De SP is het 100% met die opvattingen eens.
In 2005 bewees de kiezer mee te willen praten over de ontwikkelingen in Europa. Bij het referendum over de Europese Grondwet gingen fors meer kiezers naar de stembus dan bij verkiezingen voor het Europees Parlement. Het antwoord van de kiezer was toen glashelder: nee tegen een Grondwet, nee tegen een Europese superstaat. VVD en PvdA zijn daar toen zo van geschrokken dat ze kennelijk besloten nooit meer een referendum over de Europese politiek te zullen houden. Een referendum over het verdrag van Lissabon, voor 95% hetzelfde als de Europese Grondwet, werd door VVD, PvdA aangevuld met het CDA dan ook geblokkeerd.
Vandaag is de vraag of er sprake is van een sluipende overdracht van bevoegdheden. Ja, dat is het geval, zegt de SP. Nu al in het concurrentiepact, het six-pack en het two-pack, die leiden tot meer toezicht op de nationale begroting, en bij het ESM-verdrag, dat voorziet in 40 miljard euro steun aan banken. En straks bij de bindende lidstaatcontracten, waarbij op straffe van boetes naleving van gemaakte afspraken kan worden afgedwongen. Erkent de minister dat er hierbij sprake is van overdracht van bevoegdheid aan Europa?
Die overdracht van bevoegdheden is sluipend omdat telkens angstvallig wordt vermeden om deze grote stappen naar een federale Europese Unie in verdragswijzigingen vast te leggen. Verdragswijziging impliceert immers dat in een aantal landen goedkeuring via een referendum verplicht is. En net als de Nederlandse regering, zijn de meeste andere regeringen als de dood zo bang voor de kiezer.
Democratie is niet voor bange mensen, zeggen politici wel eens flink. Maar als het op Europese politiek aankomt, dan regeert de angst. Ook in Nederland.
Uit angst voor de kiezer wordt Europese bemoeizucht gepresenteerd als iets dat we zelf willen. Aangescherpte begrotingsregels werden verkocht als een middel om andere landen beter te controleren. Eurocommissaris Oli Rehn lijkt meer te zeggen te hebben over bezuinigingen in Nederland dan minister Dijsselbloem. In het voorjaar en najaar worden nu onze begrotingen voorgelegd aan de Europese Commissie. De Raad van State concludeerde terecht dat hierdoor belangrijke besluitvorming over de begroting nu in het voorjaar plaatsvindt, ver voor Prinsjesdag.
Volgens de regering past dat in de afspraken van het Verdrag van Maastricht. In dat verdrag staat echter niets over de loonontwikkeling, handelsbalans of huizenprijzen die nu met boetes ook kunnen worden afgedwongen. Erkent de minister dat? De voorzitter van de Europese Commissie Barroso bestempelde de afspraken dan ook terecht als een ‘revolutie’. Geen revolutie van het volk overigens, maar van de Europese elite want die grijpt de macht.
De regering maakt van het Europese debat een woordenspel. Het gaat wel over lidstaatcontracten maar die zijn niet juridisch bindend. De Europese Commissie kan wel boetes opleggen maar er is geen sprake van bevoegdheidsoverdracht. Met dat woordenspel wint de regering misschien het debat, maar verliest zij de burger. Het vertrouwen in de EU is dan ook gedaald van 65% halverwege 2008 tot onder de 40% nu. In het laatste onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau geeft 59% aan dat er teveel macht is overgedragen aan Brussel. Een stijging van 10% in nog geen jaar tijd.
Deelt de minister de opvatting van de SP dat het afnemende draagvlak voor de Europese Unie een groot probleem is dat alleen met meer betrokkenheid van burgers kan worden opgelost? Deelt hij verder onze opvatting dat een referendum daartoe een bruikbaar middel kan zijn?