NRC - Handelsverdrag: We moeten het goede houden - Hoofdinhoud
In de discussie over een handels- en investeringsverdrag tussen de Europese Unie en Amerika wisselen feiten en geruchten elkaar in rap temp af; zie ook de bijdrage van Baudet en Rijpkema in NRC Handelsblad van 1 februari. Tijd voor een nuchtere realitycheck.
Dagelijks gaat voor twee miljard euro aan goederen en investeringen heen en weer tussen Europa en Amerika. De vraag is of dat kan zonder onnodige handelsbarrières en op basis van heldere afspraken. Met goede hoop begonnen beide partijen aan onderhandelingen die een win-winresultaat moeten opleveren. Grosso modo is dat de enige manier waarop maatschappelijke steun aan beide kanten gevonden kan worden. Maar wie realistisch is, weet dat onderhandelingen nooit alleen overwinningen kennen. Aan de onderhandelaars om een balans te inden en aan het Europees Parlement om er bovenop te zitten dat proces te controleren.
Er zijn veel controversiële punten, zoals genetisch gemodificeerde gewassen, investeringsbescherming en verschillen in milieueisen. Het is de vraag of de EU en de VS daarover ooit een akkoord kunnen vinden. Het is niet het streven om alles gelijk te trekken, maar wel om zoveel mogelijk drempels weg te nemen om handel te bevorderen en simpeler te maken. Het is aan ons volksvertegenwoordigers om ervoor te zorgen dat bescherming van privacy, milieu, kwaliteitseisen waaraan we in Europa hechten overeind blijven.
Er zijn ook punten waarover de meeste Europeanen het eens zijn. Amerika houdt bijvoorbeeld Europese bedrijven buiten de deur door protectionisme of onder het mom van nationale veiligheid. Europarlementariërs verzamelen talloze wensen en eisen van consumenten, het midden- en kleinbedrijf, maatschappelijke organisaties en het grote bedrijfsleven. We hebben stevige discussies voor en na onderhandelingen en vragen de Europese Commissie om opener en transparanter te zijn. Het handelsverdrag kan alleen goedgekeurd worden bij voldoende draagvlak, ook in de lidstaten. We moeten er nu alles aan doen om voor Europa voldoende uit de onderhandelingen te slepen. Als dat niet lukt, kunnen we de eindtekst altijd nog afkeuren. Maar wie al voor de wedstrijd de handdoek in de ring gooit, verspeelt de mogelijkheid invloed te hebben.
Zullen we het allemaal juichend eens worden aan het einde van de rit? Vast niet. Dat is in het Europees Parlement nooit zo, met 766 volksvertegenwoordigers. We moeten vechten voor een verdrag dat voor Europeanen genoeg oplevert en waarin belangrijke waarden overeind blijven. Afspraken waardoor minder geld en energie wordt verspild door allerlei uitgesponnen regels. De veiligheid moet behouden worden, de regeldruk verminderd. En voor nieuwe producten, zoals elektrische auto’s, is het handig om regels af te stemmen nog voor ze uiteen lopen. Wie zou er bewust voor hebben gekozen om per land andere stekkers en voltages te gebruiken? Onhandig voor bedrijven die scheerapparaten of mixers verkopen, maar ook voor de vele Europeanen die op vakantie gaan in Amerika.
Als we de Baudets van deze wereld moeten geloven is het allemaal heel eenvoudig. Ik weet uit de praktijk dat dit een complex proces is, dat zich niet zomaar tot zwart versus wit laat reduceren. Alleen met een realistische blik, input en inspraak van velen, streven we naar een balans die goed is voor onze exportmarkt en die tegelijkertijd onze waarden behoudt.
Daarvoor is een open discussie noodzakelijk, op basis van feiten en met zowel de kansen als bedreigingen helder voor ogen.
Dit artikel verscheen op 7 februari 2014 in NRC Handelsblad