Oordeel leraar belangrijker dan Cito-toets - Hoofdinhoud
Foto Flickr / Mediawijzer
Voor 164.500 kinderen is het een spannende week: ze maken de Cito-toets. Deze toets biedt leraren een kans om nog eens te kijken of het advies wat zij hebben gegeven ook echt klopt. Meer waarde moeten we wat mij betreft ook niet hechten aan de toets. Helaas zijn er ook middelbare scholen die het advies van de Cito-toets leidend maken voor welk niveau een kind mag instromen. Dat vind ik onacceptabel en daarom is afgelopen jaar wettelijk vastgelegd dat middelbare scholen geen leerlingen mogen weigeren op basis van een Cito-score. Het advies van de leerkracht moet weer centraal komen te staan.
De Cito-toets is namelijk slechts één meetmoment, terwijl de schoolcarrière van een kind zoveel meer momenten telt waar rekening mee moet worden gehouden. Denk bijvoorbeeld aan de sociale vaardigheden, doorzettingsvermogen, creatieve en technische vaardigheden, kennis van aardrijkskunde, geschiedenis en wereldoriëntatie. En met name aan wat leerkrachten belangrijk achten voor het advies van een kind. Leraren zorgen ervoor dat al die vorderingen professioneel in beeld worden gebracht in een leerlingvolgsysteem.
Na acht jaar heeft de leerkracht voldoende inzicht in de capaciteiten van een kind om te zien welk soort vervolgonderwijs het meest geschikt is. Het komt echter voor dat zij een inschattingsfout maken, waardoor er onderadvisering plaatsvindt. In dat geval is de objectieve Cito-toets een nuttig instrument om nog eens kritisch naar het advies te kijken.
Middelbare scholen worden vanaf volgend jaar verplicht kinderen toe te laten op basis van het advies van de leerkracht en niet meer het ene getalletje uit de momentopname van de Cito-toets. Om er zeker van te zijn dat middelbare scholen zich er niet te gemakkelijk van afmaken, wordt de Cito-toets vanaf volgend jaar pas in april of mei afgenomen. Zo kan de voorlopige inschrijving voor het voortgezet onderwijs daarvóór plaatsvinden.
In NRC Handelsblad zag ik dat er middelbare scholen zijn die in 2015 op zoek gaan naar nieuwe criteria waar zij rekening mee gaan houden bij het toelaten van kinderen, nu de Cito-score niet meer leidend mag zijn. Ik las bijvoorbeeld dat er dit jaar gymnasia zijn die 545 als ondergrens hanteren en voor volgend jaar overwegen een tweede toets of een IQ-test af te nemen, waarvan de uitslagen bepalend zijn voor de toelating tot het voortgezet onderwijs. Ik vind dit onwenselijk. We moeten vertrouwen hebben in leerkrachten op de basisschool en hun adviezen volgen. Ik vraag daarom de staatssecretaris om opheldering over deze berichtgeving en ga indien nodig maatregelen nemen om deze afrekencultuur van sommige middelbare scholen te stoppen.
We gaan ervoor zorgen dat de Cito-toets weer het instrument wordt waar het voor bedoeld is: een objectief gegeven om te kijken of het advies van de leerkracht klopt en een middel om onderadvisering op te sporen. Want altijd geldt dat het hoogste advies telt. Laten we dus alle kinderen die de Cito-toets maken niet de stuipen op het lijf jagen, maar ze vooral veel plezier wensen in deze spannende tijd.