Staak de onderhandelingen over het vrijhandelsverdrag

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op vrijdag 14 februari 2014, 2:31.

Het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS is een aantasting van onze veiligheidsvoorschriften en ons sociaal beleid, en holt de democratie uit.

Jasper van Dijk, SP-Kamerlid en Dennis de Jong, SP-Europarlementariër

Voorstanders van het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten kijken uitsluitend naar economische voordelen en concurrentievermogen. Geen woord over de mogelijke aantasting van veiligheidsvoorschriften en sociaal beleid, de uitholling van democratische zeggenschap en de schimmige informatievoorziening.

Eerst over veiligheidsvoorschriften en sociaal beleid. Het verdrag heeft tot doel om handelsbeleid te harmoniseren. Dat betekent dat er compromissen moeten worden gesloten. De regels voor autogordels zijn anders in Europa dan in de Verenigde Staten. Harmoniseren betekent concessies doen.

Ook op het gebied van voedsel- en landbouwindustrie, de farmaceutische sector en de financiële dienstverlening wil men regels harmoniseren. Dat betekent in potentie dat de EU gedwongen wordt zijn markt te openen voor hormoonvlees, chloorkippen of schaliegas. De lagere arbeidsnormen in de VS zijn eveneens inzet van de onderhandelingen. Het is dus misleiding om te stellen dat ons beschermingsniveau te allen tijde onaangetast blijft.

En dan komt het volgende gevaar: de uitholling van de democratie. Kan een lidstaat nog aanvullend beleid maken als het verdrag eenmaal is afgesloten? Het land loopt dan het risico te worden aangeklaagd bij een bovenstatelijke rechtbank. Deze manier van 'conflictbeslechting' is uiterst omstreden en maakt terecht veel discussie los.

Bekend voorbeeld is de aanklacht van het Zweedse energiebedrijf Vattenfall tegen de Duitse regering. Toen Duitsland na de ramp in Fukushima besloot haar kernreactoren te sluiten, diende Vattenfall een klacht in. Niet alleen verzwakte Duitsland de milieu-eisen voor het bedrijf, ook legde Vattenfall een claim van 3,7 miljard euro neer bij de Duitse overheid ter compensatie van gederfde winst.

Als dit soort geschillenbeslechting straks onderdeel wordt van het verdrag, kunnen alle lidstaten geconfronteerd worden met de Amerikaanse claimcultuur.

Dan over de schimmige informatievoorziening. Voorstanders beweren dat transparantie voorop staat, maar in NRC van 19 december zegt minister Ploumen dat het 'maar goed ook is dat de onderhandelingen achter gesloten deuren plaatsvinden'. Bovendien is de informatievoorziening van de Europese Commissie nog altijd beperkt - de notulen van de onderhandelingen blijven geheim.

Wél is bekend dat er in voorbereiding op de onderhandelingen circa 120 bijeenkomsten zijn geweest met grote bedrijven en hun lobbygroepen - wederom achter gesloten deuren. Na alle ophef over de conflictbeslechting organiseert de Europese Commissie nu een 'consultatie' om te horen wat de zorgen van burgers zijn. Dat is opmerkelijk, aangezien voorstanders beweren dat de onderhandelingen al transparant waren.

Het is maar zeer de vraag hoeveel deze consultatie oplevert. Het is onduidelijk wat er gebeurt met de inbreng van betrokkenen. Bovendien mag de burger misschien iets zeggen over de vormgeving van de conflictbeslechting, maar niet of deze überhaupt nodig is.

Er is niets mis met afspraken om handelsbelemmeringen weg te nemen. Maar hier gaat het om een alomvattend verdrag met ingrijpende gevolgen voor onze nationale zeggenschap. In plaats van je blind te staren op economische belangen, pleit de SP voor handelsafspraken die niet leiden tot een neerwaartse spiraal.

Dat betekent dat de Europese lidstaten ruimte houden om zelf beleid te maken, zonder het risico op miljoenenclaims. Als bedrijven klachten hebben, kunnen zij hun recht halen bij de nationale rechter. Ook hebben burgers recht op openheid van zaken over het onderhandelingsproces.

Daarom roept de SP op om de onderhandelingen te staken en eerst in lidstaten een debat te voeren over de wenselijkheid ervan. Niet alleen in het parlement, maar ook daarbuiten, door middel van een consultatie over het gehele verdrag en niet over één onderdeel. Als blijkt dat er geen draagvlak is, beslissen nationale parlementen hoe verder te gaan: met of zonder verdrag.

Deze opinie verscheen op 14 februari in De Volkskrant.