D66: EU moet mensenrechten Saoedi-Arabië aankaarten - Hoofdinhoud

D66-Europarlementariër Marietje Schaake vindt dat de Europese Unie een harde dialoog moet voeren met Saoedi-Arabië over mensenrechten, vrijheden en de rol van het land in de regio. Morgen stemt het Europees Parlement over een rapport over Europees beleid ten opzichte van het koninkrijk. Schaake: “Saoedi-Arabië vervult een cruciale rol in een steeds fragieler Midden-Oosten. De EU moet de banden die er zijn met het land gebruiken om voor een constructieve en positievere vervulling van die rol te zorgen. Mensenrechten in het land zelf moeten verbeterd worden en de cynische machtspolitiek die het land buiten zijn grenzen voert moet aan de kaak gesteld.”

Waarden boven belangen

Saoedi-Arabië is een absolute monarchie waar mensenrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en gelijkheid van man en vrouw, ernstig worden ingeperkt. “Door belangen in energie en defensie hebben de Europese lidstaten te lang hun mond gehouden over de erbarmelijke situatie waarin velen in Saoedi-Arabië leven. Het gebrek aan vrijheid en democratie is verschrikkelijk en EU-buitenlandchef Ashton moet het voortouw nemen om dit aan te kaarten. Door voor onze waarden boven onze belangen te kiezen kunnen we die mensen die het nodig hebben, de Saoedi-Arabische bevolking, het beste helpen”, aldus Schaake.

Duurzame oplossingen

Saoedi-Arabië wordt vaak beschuldigd van financiële steun aan extremistische en jihadistische groepen in het buitenland, daarnaast speelde het land een cruciale rol bij het neerslaan van de opstand in Bahrein in 2011. “De EU moet in samenwerking met Saoedi-Arabië laten zien dat dit soort optreden geen duurzame oplossingen voor problemen bieden. Extremisten zijn ook een gevaar voor Saoedi-Arabië en Bahrein blijft onstabiel zonder hervorming.” Saoedi-Arabië kijkt ook met argusogen naar ontwikkelingen in de grote regionale rivaal, Iran. Schaake: “Ook hier kan de EU een rol spelen als bemiddelaar tussen de twee landen. Als zij beter zouden samenwerken, zouden veel spanningen in de regio kunnen worden verminderd.”