VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de kwaliteit van de in 2013 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de kwaliteit van de in 2013 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens /* COM/2014/0122 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over de kwaliteit van de in 2013 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens
INHOUDSOPGAVE
1............ Achtergrond. 3
2............ Belangrijkste bevindingen in verband met de in 2013 verstrekte gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld. 3
2.1......... Tijdigheid, betrouwbaarheid en volledigheid. 3
2.1.1...... Tijdigheid. 3
2.1.2...... Betrouwbaarheid. 4
2.1.3...... Volledigheid van de tabellen en de ondersteunende informatie. 5
2.1.4...... Aanvullende tabellen betreffende de financiële crisis. 6
2.1.5...... Vragenlijst over intergouvernementele leningen. 6
2.2......... Naleving van de boekhoudregels en consistentie van de statistische gegevens. 7
2.2.1...... Informatie-uitwisseling en verduidelijkingen. 7
2.2.2...... Contactbezoeken en methodologische bezoeken. 7
2.2.3...... Specifiek advies van Eurostat 8
2.2.4...... Recente methodologische kwesties. 9
2.2.5...... Consistentie met onderliggende overheidsrekeningen. 10
2.3......... Publicatie. 10
2.3.1...... Publicatie van totaalcijfers en gedetailleerde rapporteringstabellen. 10
2.3.2...... Voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens. 11
2.3.3...... Wijzigingen in de ingediende gegevens. 12
2.3.4...... Publicatie van metagegevens (lijsten) 12
3............ Conclusies. 12
-
1.Achtergrond
Artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2010) betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap[1] gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten verplicht de Commissie (Eurostat) (hierna "Eurostat" genoemd) regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende feitelijke gegevens. In dit jaarverslag wordt een algemene beoordeling gegeven over de tijdigheid, betrouwbaarheid, volledigheid en consistentie van de gegevens en de inachtneming van de registratieregels. Het vorige verslag (over de kennisgevingen van 2012) is door de Commissie aangenomen op 20 februari 2013[2].
Eurostat beoordeelt regelmatig de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende feitelijke gegevens en van de onderliggende rekeningen van de sector overheid, die zijn opgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR95)[3]. Deze werkzaamheden zijn toegespitst op de factoren die een verklaring vormen voor het overheidsoverschot/-tekort en de verandering in de overheidsschuld. De lidstaten sturen Eurostat deze informatie tweemaal per jaar. Deze omvat ook aanvullende informatie zoals de vragenlijst over de kennisgevingstabellen in verband met de procedure bij buitensporige tekorten (PBT) en bilaterale verduidelijkingen door de lidstaten. Eurostat legt ook regelmatig in alle lidstaten contactbezoeken af in het kader van de PBT, teneinde voortdurend met de lidstaten in gesprek te blijven.
Dit verslag is gebaseerd op de belangrijkste bevindingen en resultaten in verband met de in 2013 ingediende PBT-gegevens, waarbij de nadruk ligt op de laatste indieningsronde van oktober 2013. Voor zover relevant worden vergelijkingen gemaakt met de indieningsronde van april 2013 en die van 2012.
-
2.Belangrijkste bevindingen in verband met de in 2013 verstrekte gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld
2.1. Tijdigheid, betrouwbaarheid en volledigheid
2.1.1. Tijdigheid
De lidstaten moeten tweemaal per jaar, vóór 1 april en vóór 1 oktober[4], bij Eurostat hun feitelijke en voorziene PBT-gegevens indienen. In 2013 had de PBT‑kennisgeving betrekking op de jaren 2009 tot en met 2013. Voor 2013 worden de door de nationale autoriteiten voorziene gegevens vermeld, terwijl het voor 2009 tot en met 2012 om werkelijke gegevens gaat (d.w.z. definitieve, semi-definitieve, voorlopige of geschatte gegevens). Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009 beoordeelt Eurostat de door de lidstaten ingediende feitelijke gegevens, maar niet de voorziene gegevens.
Doorgaans worden de indieningstermijnen zeer goed nageleefd. Bij beide indieningsronden voor de PBT-gegevens in 2013 hebben alle lidstaten hun feitelijke gegevens vóór de wettelijke uiterste datum ingediend. Kroatië heeft in oktober 2013 voor het eerst verslag gedaan. Wat voorziene gegevens betreft, hebben sommige landen bij de indieningsronde voor oktober 2013 voorziene gegevens voor het jaar 2013 in een later stadium ingediend.
2.1.2. Betrouwbaarheid
Bijstellingen van in oktober 2013 ingediende gegevens ten opzichte van die van april 2013 waren voornamelijk het gevolg van de bijwerking van brongegevens en methodologische wijzigingen, zoals de herindeling van bepaalde transacties. Zoals gewoonlijk moest de overheidsschuld in oktober ten opzichte van april in mindere mate worden bijgesteld dan het overheidstekort.
De grootste bijstellingen van de omvang van het overheidstekort vonden plaats in Griekenland en Ierland. In Griekenland is het tekort voor het jaar 2012 naar beneden bijgesteld tussen de PTB-kennisgevingen van april en oktober 2013, als gevolg van de beschikbaarheid van gecontroleerde gegevens over de bedragen die door het Griekse fonds voor financiële stabiliteit (HFSF) kunnen worden teruggevorderd in bankafwikkelingszaken. In Ierland was de vermindering van het tekort voor 2009 grotendeels toe te schrijven aan het meerekenen van gedetailleerdere balansgegevens over de inkomsten/uitgaven van overheidsdiensten. De stijging van het Ierse tekort voor 2012 was het gevolg van het veranderde moment van registratie van een UMTS‑licentieverkoop en de bijwerking van brongegevens voor belastingen, de inkomsten/uitgaven van overheidsdiensten en de nationale dienst voor gezondheidszorg.
Wat de overheidsschuld betreft, werden in oktober ten opzichte van de gegevens van april de grootste bijstellingen geconstateerd in Denemarken, Portugal en Tsjechië. In Tsjechië is de gemelde schuld voor de jaren 2009-2012 gestegen ten gevolge van een correctie van de waardering van afgedekte-schuldinstrumenten die in vreemde valuta’s luiden. In Denemarken is de schuld voor het jaar 2012 naar beneden bijgesteld als gevolg van de bijwerking van brongegevens voor centrale en lokale overheidseenheden en socialeverzekeringsinstellingen. In Portugal was de stijging van de schuld het gevolg van de herindeling van een eenheid in de sector overheid in de regio Madeira en de herclassificatie van een aantal voorschotten van een overheidsonderneming aan de staat als leningen.
Tussen april en oktober werden het bbp van Estland voor de jaren 2009, 2011 en 2012 en dat van Luxemburg voor de jaren 2009-2012 aanmerkelijk herzien.
Wat herzieningen gedurende de kennisgevingsperiode betreft, hebben de meeste lidstaten de door hen gerapporteerde gegevens na de eerste indiening in oktober 2013 bijgesteld. Er zijn 30 keer herziene gegevens ingediend door 18 landen, terwijl in april 2013 46 keer herziene gegevens waren ingediend door 24 landen. Het merendeel van deze herzieningen werd door de lidstaten ingediend naar aanleiding van opmerkingen of technische vragen van Eurostat; hierbij ging het om de vervollediging van incomplete gegevens, de correctie van technische fouten, interne inconsistenties, aanpassingen in de kennisgevingstabellen of het bijbehorende vragenformulier of onjuiste registratie in tabellen.
In 2013 zorgden de gedurende de kennisgevingsperiode ingediende herziene gegevens over het algemeen niet voor een substantiële wijziging van de door de lidstaten oorspronkelijk gemelde overheidstekorten en -schulden; alleen werd bij de indieningsronde van oktober de tekortcijfers voor Ierland en Kroatië nog binnen de kennisgevingsperiode met meer dan +0,2 procentpunt van het bbp bijgesteld.
2.1.3. Volledigheid van de tabellen en de ondersteunende informatie
Het invullen van de rapporteringstabellen is wettelijk verplicht en van wezenlijk belang om ervoor te zorgen dat Eurostat de kwaliteit van de gegevens naar behoren kan beoordelen. Artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, bepaalt dat de lidstaten Eurostat de relevante statistische informatie moeten verstrekken. Deze "omvat in het bijzonder:
-
a)gegevens van de nationale rekeningen;
-
b)lijsten;
-
c)kennisgevingstabellen in het kader van de buitensporigtekortprocedure;
-
d)aanvullende vragenlijsten en verduidelijkingen in verband met de kennisgevingen."
Er zijn vier belangrijke PBT-kennisgevingstabellen. Het invullen van de PBT‑tabellen 1, 2 en 3 is wettelijk verplicht, en de lidstaten hebben ingestemd met de indiening van tabel 4[5]. De tabellen 1 en 2A (centrale overheid) betreffen de jaren 2009 tot en met 2013, terwijl de andere tabellen de jaren 2009 tot en met 2012 betreffen[6].
De meeste lidstaten hebben alle PBT-kennisgevingstabellen ingevuld[7]. Bij de indieningsronde van oktober 2013 hebben alle lidstaten voor PBT-tabel 2 details verstrekt over het verband tussen het werksaldo en het PBT-overschot/-tekort voor alle subsectoren. In het Verenigd Koninkrijk wordt het werksaldo geacht te zijn berekend op basis van het ESR95. Bijgevolg zijn zeer weinig aanpassingen gemeld om het werksaldo te transformeren in het overschot/tekort overeenkomstig het ESR. Ook sommige andere landen melden slechts een beperkt aantal overgangsposten.
Wat PBT-tabel 3 betreft, hebben niet alle lidstaten alle uitsplitsingen gemaakt. Vooral de verlangde informatie voor de posten "leningen" en "deelnemingen" werd niet altijd verstrekt. Bovendien heeft een aantal landen tot dusver geen statistische verschillen aangegeven, wat normaliter betekent dat dergelijke verschillen ten onrechte onder de rubriek “handelskredieten en transitorische posten” worden vermeld.
Ondanks de verbeteringen die in sommige lidstaten zijn bereikt, blijft de in PBT‑tabel 4 ingevulde informatie in vele gevallen ontoereikend. Met name verstrekken sommige lidstaten geen volledige gegevens over het saldo van de overheidsverplichtingen in verband met handelskredieten en voorschotten.
De volledigheid van de in de PBT-tabellen in te vullen gegevens kan nog steeds worden verbeterd. Evenwel hebben de nog resterende problemen naar verwachting slechts een klein effect op de kwaliteit van de gegevens.
Alle lidstaten hebben antwoorden op de vragenlijst betreffende de kennisgevingstabellen ingediend[8]. Hoewel de dekking en de kwaliteit van de antwoorden opnieuw zijn verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren, moet op deze punten verdere vooruitgang worden geboekt, aangezien sommige landen niet alle in de vragenlijst verlangde informatie hebben ingediend. Dit geldt in het bijzonder voor gegevens over vorderingen van en schuldkwijtscheldingen door de centrale overheid, de uitsplitsing van de rubriek "handelskredieten en transitorische posten", de boeking van door de overheid verstrekte garanties (voornamelijk wat de subsector lokale overheden betreft) en de gegevens over kapitaalinjecties.
2.1.4. Aanvullende tabellen betreffende de financiële crisis
Eurostat verzamelt sinds 15 juli 2009 een reeks gegevens over de financiële crisis in een aanvullende tabel. Deel 1 van de aanvullende tabel heeft betrekking op gegevens over transacties die zijn geregistreerd in de inkomsten- en uitgavenrekening van de overheid en een daadwerkelijk effect hebben op het PBT-tekort/-overschot. Deel 2 van de aanvullende tabel betreft voorraden van financiële activa en passiva die het gevolg zijn van de steun aan financiële instellingen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen activiteiten die daadwerkelijk hebben bijgedragen aan de overheidspassiva (opgenomen in de overheidsschuld) en activiteiten die in de toekomst mogelijk kunnen bijdragen aan de overheidspassiva, maar die vooralsnog afhankelijk worden geacht van toekomstige gebeurtenissen (niet opgenomen in de overheidsschuld). Deze tabellen tonen de overheidsinterventies die rechtstreeks verband houden met de steun aan financiële instellingen. Steunmaatregelen voor niet‑financiële instellingen en algemene economische steunmaatregelen blijven buiten beschouwing.
De gegevens die zijn verzameld in 2013 hadden betrekking op de periode 2007 tot en met 2012. Op acht na (namelijk Bulgarije, Estland, Kroatië, Malta, Polen, Roemenië, Slowakije en Tsjechië) maken alle lidstaten melding van verschillende gedurende de periode 2007-2012 ondernomen overheidsinterventies in de context van de financiële crisis. Eurostat heeft bij zijn PBT-persberichten een nota gepubliceerd waarin deze gegevens werden geanalyseerd[9].
2.1.5. Vragenlijst over intergouvernementele leningen
De lidstaten leveren ook gegevens over bilaterale intergouvernementele leningen, meestal in het kader van programma’s. Deze informatie en de informatie over intergouvernementele leningen in het kader van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), die een analyse mogelijk maken van de leningen die de lidstaten aan andere lidstaten (in 2012 hoofdzakelijk aan Griekenland, Ierland en Portugal) voor steunacties verstrekken, zijn opgenomen in het persbericht over de PBT.
Dergelijke bilaterale intergouvernementele leningen en intergouvernementele leningen in het kader van het EFSF zijn aanzienlijk toegenomen in de context van de financiële crisis. Deze worden in mindering gebracht bij de berekening van de aggregaten van de EU28 en de eurozone voor de overheidsschuld ("Maastrichtschuld")[10], aangezien beide op een geconsolideerde basis worden vermeld. Als gevolg van deze consolidering zijn de aggregaten van de EU28 en de eurozone niet gelijk aan de rekenkundige som van de schulden van de lidstaten (d.w.z. de voornoemde intergouvernementele leningen worden buiten beschouwing gelaten om te voorkomen dat ze dubbel worden meegeteld).
De voor de jaren 2011 en 2012 gemelde cijfers voor de lidstaten omvatten dus ook de bedragen met betrekking tot het EFSF.
2.2. Naleving van de boekhoudregels en consistentie van de statistische gegevens
2.2.1. Informatie-uitwisseling en verduidelijkingen
Tijdens de kennisgevingsperiode tussen de indieningstermijn van 1 oktober en de publicatie van de gegevens op 21 oktober 2013 nam Eurostat contact op met de nationale statistische instanties in alle lidstaten om nadere informatie te vragen en om uitleg over de toepassing van de registratieregels voor specifieke transacties te krijgen. In het kader van dit proces vond een intensieve correspondentie plaats tussen Eurostat en de nationale autoriteiten. Een eerste reeks verzoeken om nadere toelichting is voor 4 oktober naar alle landen verzonden. Een tweede reeks verzoeken is verzonden naar 23 landen, terwijl 11 landen een derde verzoek ontvingen. Een vierde reeks verzoeken om nadere toelichting werd aan vier lidstaten verzonden. Voor enkele landen heeft Eurostat om herziene kennisgevingstabellen verzocht[11].
2.2.2. Contactbezoeken en methodologische bezoeken
Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, voorziet in contactbezoeken en methodologische bezoeken. Er worden regelmatig contactbezoeken – waaronder de zogenoemde "upstream-contactbezoeken"[12] – aan de lidstaten gebracht om de ingediende gegevens te evalueren, de methoden te onderzoeken, de statistische bronnen te bespreken en de naleving van de registratieregels te controleren, zoals die over de afbakening van de overheid, het moment van de registratie en de classificatie van overheidstransacties en -schulden.
Indien een bepaalde belangrijke kwestie in de lidstaat aan de orde wordt gesteld die niet op een andere manier kan worden opgelost dan door een daadwerkelijke vergadering met de betrokken autoriteiten, kan met een verkorte procedure een ad hoc-bezoek aan de lidstaat worden georganiseerd.
In 2013 heeft Eurostat de volgende PBT-bezoeken afgelegd: Spanje (24‑25 januari), Verenigd Koninkrijk (24‑25 januari), Italië (4‑5 februari), Estland (27‑28 februari), Polen (6‑8 maart, upstream contactbezoeken), Griekenland (20‑21 maart), Luxemburg (15 mei), Zweden (4‑5 juni), Duitsland (18‑21 juni en 22‑25 oktober, upstream contactbezoeken), Roemenië (19‑20 juni), Polen (8‑9 juli), Roemenië (28‑30 augustus, upstream contactbezoek — follow‑up), Slovenië (12‑13 september), Griekenland (24‑25 september), Finland (18-19 november), Nederland (26 november), Slovenië (27‑29 november, upstream contactbezoek) en Slowakije (28‑29 november). Bovendien werden in 2013 ad hoc-bezoeken aan Kroatië (14‑15 maart) en aan Spanje (20‑21 maart en 26 27 september) gebracht. In 2013 heeft Eurostat vóór de toetreding van Letland tot de eurozone op 8‑9 april een bezoek gebracht aan dat land en op 26‑27 juni heeft Eurostat een pretoetredingsbezoek gebracht aan Kroatië.
Tot de regelmatig terugkerende onderwerpen tijdens deze bezoeken behoorden de classificatie van eenheden binnen of buiten de sector overheid (zoals openbaar vervoer, overheidsondernemingen, televisie en radio, ziekenhuizen en universiteiten), kapitaalinjecties, publiek-private partnerschappen, subsidies uit de EU-begroting, de registratie van garanties en het algemene kwaliteitsbeheer van de upstream gegevensstromen. De uiteindelijke bevindingen van elk contactbezoek worden, samen met een beschrijving van de overeengekomen actiepunten en de stand van zaken, toegezonden aan het Economisch en Financieel Comité en gepubliceerd op de website van Eurostat. De tenuitvoerlegging van deze actiepunten leidt in de loop van de tijd tot verbeteringen in de gegevenskwaliteit.
Methodologische bezoeken vinden alleen plaats wanneer Eurostat vaststelt dat er ernstige risico's of problemen zijn in verband met de kwaliteit van de gegevens, met name wat de gebruikte methoden, begrippen of classificaties betreft. In 2013 zijn er geen methodologische bezoeken uitgevoerd.
2.2.3. Specifiek advies van Eurostat
De lidstaten overleggen regelmatig met Eurostat om kwesties in verband met de registratie in de nationale rekeningen van toekomstige of eerdere transacties te verduidelijken. Eurostat verleent advies volgens de bestaande richtsnoeren. Om te voldoen aan de transparantiebepaling in Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, publiceert Eurostat zijn advies[13], tenzij de betrokken lidstaat hiertegen bezwaar maakt. In 2013 heeft Eurostat een advies gepubliceerd over de volgende aangelegenheden: de boekhoudkundige behandeling van de Bank of England Asset Purchase Facility Fund (BEAPFF) en stromen tussen de Bank of England en het Britse ministerie van Financiën in het Verenigd Koninkrijk, de statistische behandeling van een concessieverkoop vóór privatisering in Portugal, de herkapitalisering van de Dexia-groep in België, de classificatie van de Sociedad de activos de restructuracion (SAREB) in Spanje, de registratie van financiële correcties met betrekking tot de EU-fondsen in overeenstemming met artikel 100, lid 1, van Verordening nr. 1083/2006 in Roemenië, de statistische behandeling van de 15-jarige concessie voor het mobiele-telefoonspectrum in Hongarije, de behandeling van de onroerendgoedtransactie met betrekking tot LAK Invest in het Vlaamse Gewest in België, de registratie van de IABF Guarantee Fee in Nederland, de behandeling van belastingteruggaven, dwangsommen en tussentijdse betalingen in de belastingzaak omtrent de belasting- en douaneadministratie in het Verenigd Koninkrijk, de registratie van een kwijtschelding van schulden met betrekking tot sancties en boetes die door CFR Cai Ferate aan particuliere energieleveranciers betaald moeten worden in Roemenië en de statistische classificatie van MyCSP Ltd. in het Verenigd Koninkrijk.
2.2.4. Recente methodologische kwesties
Zoals gewoonlijk heeft Eurostat de juiste toepassing van de voorschriften van het ESR95 beoordeeld, met name met het oog op de meest recente besluiten overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2009. Deze besluiten zijn opgenomen in het Handboek overheidstekort en overheidsschuld (MGDD), waarvan de meest recente versie is gepubliceerd in februari 2013[14]. De nieuwe versie bevat drie nieuwe hoofdstukken, die het onderwerp vormden van de raadplegingen van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB, Comittee on Monetary, Financial and Balance of Payments Statistics): Europese entiteiten die verband houden met de staatsschuldencrisis in de eurozone (EFSF en ESM), leningen tegen een lage rente en de verkoop van overheidsleningen tegen een lage rente aan derden, en vergunningen voor de handel in emissierechten. Ook aan andere hoofdstukken van het MGDD werden kleine verduidelijkingen toegevoegd.
Na de laatste (vierde) bijeenkomst in juli 2013 van de taskforce gewijd aan de "aanpassing" van het huidige MGDD aan het nieuwe ESR2010 is een aan de methodologie van het ESR2010 aangepast ontwerp-MGDD voltooid en in augustus 2013 aan de lidstaten ter beschikking gesteld.
In januari 2013 heeft Eurostat een besluit betreffende de statistische registratie van leningen tegen lage rente[15] en, nadat de definitieve kenmerken van het ESM bekend waren, een besluit betreffende de statistische classificatie van het Europees stabiliteitsmechanisme[16] gepubliceerd.
In maart 2013 heeft Eurostat een besluit gepubliceerd betreffende de verduidelijking van de voorwaarden voor het registreren van kapitaalinjecties door de overheid in banken[17], naar aanleiding van een behoefte aan een verdere verduidelijking van de voorwaarden met betrekking tot de indeling in kapitaalinjecties in banken, met name in het geval van entiteiten die de markt verlaten.
In juli 2013 heeft Eurostat een besluit gepubliceerd betreffende de invoering van een supplement inzake voorwaardelijke verbintenissen en mogelijke verplichtingen in verband met de vragenlijst met betrekking tot de PBT[18]. De nieuwe vragenlijst bevat tabellen over garanties, publiek-private partnerschappen (PPP’s) buiten de balanstelling en oninbare leningen en werd ingevoerd in het kader van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten[19]. De eerste gegevens worden door Eurostat in januari 2015 bekendgemaakt, samen met de gegevens in verband met het balanstotaal van door de overheid beheerde eenheden die zijn ingedeeld als niet behorend tot de sector overheid.
Na een onduidelijke CMFB-raadpleging over deze kwestie, heeft Eurostat in november 2013 een besluit gepubliceerd inzake de registratie van onevenwichtige overdrachten van pensioenverplichtingen aan de overheid in het kader van het ESR2010.
In januari 2013 heeft Eurostat op zijn website een inventaris van de PBT‑procedures gepubliceerd. Dit document heeft tot doel de procedures en beginselen die zijn toegepast bij het verificatieproces van de PBT-gegevens door Eurostat te beschrijven.
2.2.5. Consistentie met onderliggende overheidsrekeningen
De indieningstermijnen van 1 april en 1 oktober, die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, zijn ingevoerd met het oog op consistentie met de onderliggende jaar- en kwartaalrekeningen van de sector overheid, waarvan de cijfers in verschillende tabellen in het kader van het ESR95 bij Eurostat zijn ingediend. Eurostat analyseert de consistentie van de PBT‑kennisgevingen systematisch met de ingediende onderliggende rekeningen van de sector overheid. De totale uitgaven en inkomsten van de overheid moeten bijvoorbeeld met de gemelde tekorten overeenstemmen.
In het algemeen is de consistentie van de PBT-gegevens met de volgens het ESR95 ingediende overheidsrekeningen de afgelopen jaren verbeterd, hoewel de niet‑financiële gegevens nog altijd beter zijn dan de financiële gegevens. Bij de indieningsronde van oktober 2013 waren de PBT-cijfers voor alle niet-financiële gegevens de driemaandelijkse overheidsschuld (ESR-tabel 28) volledig consistent met de ESR-tabellen 2 en 25 (zowel op jaar- als op kwartaalbasis). Toch moeten de lidstaten zich nog inspannen om voor de nodige consistentie tussen de PBT-tabellen en de ESR-tabellen voor financiële gegevens te zorgen. De gemelde gegevens van oktober 2013 vertonen voor zes lidstaten duidelijke verschillen tussen de PBT‑gegevens en de financiële kwartaalrekeningen, terwijl bij meer dan een derde van de lidstaten sprake is van verschillen tussen de PBT‑gegevens en de financiële ESR‑jaarrekeningen wat het saldo van de overheidsverplichtingen in verband met handelskredieten en voorschotten betreft.
2.3. Publicatie
2.3.1. Publicatie van totaalcijfers en gedetailleerde rapporteringstabellen
Artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, luidt: "De Commissie (Eurostat) verstrekt de gegevens over het feitelijke overheidstekort en de feitelijke overheidsschuld en de onderliggende overheidsrekeningen met het oog op de toepassing van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten binnen drie weken na de […] indieningstermijnen […]. De gegevens worden verstrekt door ze bekend te maken."
De gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld zijn gepubliceerd op 22 april 2013[20] en 21 oktober 2013[21], samen met alle rapporteringstabellen zoals die door de lidstaten waren ingediend. Sinds februari 2012 publiceert Eurostat regelmatig, telkens op een tijdstip rond T+115 dagen, een persmededeling over de driemaandelijkse “Maastrichtschuld”. Sinds februari 2012 publiceert Eurostat een "Statistiek in beeld" over de driemaandelijkse ontwikkeling van het overheidstekort.
Eurostat publiceert op zijn website ook de jaar- en kwartaalstatistieken van de overheidsfinanciën die aan de PBT-gegevens ten grondslag liggen, samen met een nota over stock-flow adjustment (vermogensaanpassing)[22]. Daarnaast publiceert Eurostat de door de lidstaten verschafte informatie over overheidsinterventies in de context van de financiële crisis[23] en de gegevens over intergouvernementele leningen. Eurostat publiceert eveneens een nota over het saldo van de overheidsverplichtingen in verband met handelskredieten en voorschotten[24].
Volgens Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, moeten de lidstaten hun feitelijke gegevens over tekorten en schulden bekendmaken. Alle lidstaten publiceren op nationaal niveau tekort- en schuldcijfers. De meeste lidstaten hebben aan Eurostat meegedeeld dat zij al hun rapporteringstabellen publiceren. Vijf lidstaten publiceren slechts een deel van de rapporteringstabellen, en één lidstaat, Frankrijk, publiceert geen PBT-tabellen op nationaal niveau.
2.3.2. Voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens
Eurostat heeft een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de gegevens die in de PBT‑kennisgeving van oktober 2013 voor een lidstaat werden ingediend.
Oostenrijk: Eurostat maakt een voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de door Oostenrijk ingediende gegevens, vanwege onzekerheid over het statistisch effect van de conclusies van het verslag van de financiële controledienst over de deelstaat Salzburg, dat op 9 oktober 2013 is gepubliceerd. In het verslag worden tekortkomingen aan het licht gebracht ten aanzien van het financiële beheer en de volledigheid van de overheidsrekeningen van de deelstaat Salzburg. De statistische implicaties van de audit van de PBT-gegevens worden door het Oostenrijkse bureau voor de statistiek in samenwerking met Eurostat onderzocht, om de exacte effecten op 2012 en voorgaande jaren te verduidelijken. Het is mogelijk dat dit een opwaartse herziening van de overheidsschuld van bijna een half procent van het bbp tot gevolg heeft, met meer kleine herzieningen van het overheidstekort, op basis van de op dat moment beschikbare informatie.
2.3.3. Wijzigingen in de ingediende gegevens
Eurostat heeft geen wijzigingen aangebracht in de gegevens die door de lidstaten in de PBT-kennisgevingen van april en oktober 2013 zijn ingediend.
2.3.4. Publicatie van metagegevens (lijsten[25])
Ingevolge Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, moeten de lidstaten naast andere statistische informatie ook PBT-lijsten verstrekken om Eurostat in staat te stellen de naleving van het ESR95 te controleren. Verder stelt de verordening de publicatie van deze lijsten door de lidstaten verplicht. Eurostat heeft de lijsten voor alle lidstaten bekendgemaakt, met uitzondering van Kroatië, dat op 1 juli 2013 tot de EU is toegetreden. Met uitzondering van Luxemburg en Nederland hebben alle lidstaten gemeld dat zij hun PBT-lijsten nationaal hebben gepubliceerd.
In 2012 heeft Eurostat een nieuw model voor de PBT-lijsten ingevoerd, dat een aantal structurele wijzigingen met zich meebracht en waarvoor meer gedetailleerde informatie moest worden verstrekt (bijvoorbeeld met betrekking tot samenstellingsprocedures, afbakening van de sector overheid, specifieke transacties, kwaliteitsbeheer, upstream‑gegevensbronnen enz.). De nieuwe PBT-lijsten zullen eind 2013 door Eurostat worden gepubliceerd.
-
3.Conclusies
Eurostat erkent dat algemene verbeteringen zijn bereikt wat de consistentie en volledigheid van de gerapporteerde gegevens betreft. Desondanks zijn er nog steeds enkele problemen: de lidstaten dienen hun inspanningen te versterken om de dekking en kwaliteit van de ingediende gegevens over handelskredieten en de volledigheid van de gegevens inzake de subnationale overheden te verbeteren. Dit is met name het geval in België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Malta, Nederland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk.
In 2013 heeft Eurostat een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de gegevens die in de PBT-kennisgeving van oktober 2013 voor Oostenrijk werden ingediend.
Al met al komt Eurostat tot de conclusie dat de kwaliteit van de ingediende begrotingsgegevens in 2013 verder is verbeterd. In het algemeen hebben de lidstaten betere informatie verstrekt, zowel in de PBT-kennisgevingstabellen als in andere relevante statistische rapportages.
[1] PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1.
[2] COM(2013) 88 final.
[3] PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1.
[4] Artikel 3, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd.
[5] Zie de verklaringen voor de Raadsnotulen van 22 november 1993: https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/gfs/images/e/e7/Statements_9817.en93.pdf
[6] De verstrekking van voorziene gegevens in andere PBT-tabellen dan de tabellen 1 en 2A wordt in Verordening (EG) nr. 479/2009, zoals gewijzigd, niet expliciet voorgeschreven.
[7] De door de lidstaten ingediende PBT-kennisgevingstabellen zijn te vinden op de website van Eurostat. Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/excessive_deficit/edp_notification_tables.
[8] Deze vragenlijst bestaat uit dertien onderdelen, waarin wordt gevraagd om kwantitatieve en soms ook kwalitatieve informatie op verschillende gebieden, zoals transacties in verband met belastingen en sociale premies en met de EU, aankoop van militaire uitrusting, overheidsgaranties, kwijtschelding van schulden, kapitaalinjecties door de overheid in overheidsondernemingen, publiek-private partnerschappen enz.
[9] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/Background_note_fin_crisis_Oct_2013_final.pdf
[10] Volgens het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, betekent overheidsschuld alle aan het einde van het jaar uitstaande geconsolideerde brutoverplichtingen van de hele sector overheid (in nominale waarde). Overeenkomstig Verordening nr. 479/2009, zoals gewijzigd, omvat de overheidsschuld de volgende categoriëen: chartaal geld en deposito’s (AF.2), effecten met uitzondering van aandelen (AF.3) exclusief financiële derivaten (AF.33) en leningen (AF.4)
[11] Zie punt 2.1.
[12] Terwijl de standaardcontactbezoeken zijn ontworpen om feitelijke gegevens en de bronnen te evalueren, om methodologische kwesties te onderzoeken en de naleving van de boekhoudregels te beoordelen, hebben de upstream bezoeken tot doel de primaire evaluatie van de kwaliteit van de primaire gegevensbronnen voor de overheidsboekhouding en de verslagleggingsprocedures te evalueren.
[13] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/methodology/advice_member_states
[14] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_details/publication?p_product_code=KS-RA-13-001
[15] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/ESTAT-decision-low_inter_rate_loans-annex_2013-01-16.pdf
[16] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/Eurostat_Decision_on_ESM.pdf
[17] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/ESTAT-decision-Criteria_for_classif_of_gov_capital_injec.pdf
[18] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/ESTAT_decision-Suppl_on_conting_liab_EDP_Q.pdf
[19] PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41.
[20] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_PUBLIC/2-22042013-AP/EN/2-22042013-AP-EN.PDF
[21] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_PUBLIC/2-21102013-AP/EN/2-21102013-AP-EN.PDF
[22] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_details/publication?p_product_code=STOCK_FLOW_2013_OCT
[23] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/Background_note_fin_crisis_Oct_2013_final.pdf
[24] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/documents/Note_on_AF.71L-Oct_2013.pdf
[25] Lijsten van de methoden, procedures en bronnen die worden gebruikt om de feitelijke gegevens over tekorten en schulden en de daaraan ten grondslag liggende overheidsrekeningen op te stellen.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.