Wij willen over de grens! - Hoofdinhoud
Samen met Eva de Bakker en de kamerleden Roald van der Linde (VVD) en Albert de Vries (PvdA) was ik gisteren op bezoek in Winterswijk. In het -voor Randstedelingen …- achterste stukje van de Achterhoek wil de openbare basisschool Kotten binnenkort starten met tweetalig onderwijs, in het Nederlands en het Duits.
“Mijnheer, wat doet u eigenlijk op zo’n werkbezoek?” “Niet doorvertellen jongens, meestal gaan we gewoon voetballen.”
OBS Kotten ligt op minder dan 500 meter van de grens. Die grens is in de gemeente Winterswijk nog een flinke barrière: een flink aantal wegen loopt dood. De laatste jaren zijn de banden tussen de gemeentebesturen van Winterswijk, Vreden en Borken aangehaald en wordt de fysieke en bestuurlijke grens langzamerhand gesloopt.
Dat is belangrijk voor de economische ontwikkeling van de regio. Hoewel de gemeente Winterswijk met 40.000 inwoners werkgelegenheid voor ca. 14.000 mensen biedt is het aantal bereikbare banen per inwoner in vergelijking met de rest van Nederland laag, omdat de meeste banen aan de Duitse kant van de grens onbereikbaar zijn. Hetzelfde geldt trouwens voor de Duitse buurgemeenten. Zou je de grens wegdenken dan verdubbelt het aantal bereikbare banen voor de bevolking in de regio.
Een van de belemmeringen om te solliciteren op een baan aan de andere kant van de grens is onvoldoende taalbeheersing. En daar wil OBS Kotten wat aan gaan doen. De school heeft al twee keer per jaar een uitwisselingsprogramma met scholen in Oeding en Borken. Samen met een aantal andere basisscholen in het grensgebied van Gelderland en Limburg wil OBS Kotten nu starten met tweetalig onderwijs. Het voorstel van de school is briljant in zijn eenvoud. Iedere week komen een aantal Duitse onderwijzers in de Nederlandse basisschool lesgeven, terwijl hun Nederlandse collega’s in Duitsland Nederlandse les geven. Als je dat doet met gesloten beurzen hoeft het project bijna niets te kosten. Naar verwachting volstaat een eenmalige investering van €30.000 in het lesprogramma en wat bijscholing van de docenten.
Toch is het leven altijd iets ingewikkelder dan je hoopt, en zijn er eerst nog een aantal bureaucratische belemmeringen weg te werken voor de scholen aan de slag kunnen. Zo moeten docenten in het basisonderwijs in Duitsland een academische opleiding hebben. Nederlandse (HBO-)docenten mogen daarom niet voor de klas staan in Duitsland. En daar komt Den Haag om de hoek kijken. De scholen in de grensstreek willen graag een steuntje in de rug vanuit de rijksoverheid om dit soort drempels te beslechten. Onlangs startte het ministerie van onderwijs een proef op 12 basisscholen met tweetalig onderwijs Nederlands-Engels. In de Oostelijke grensstreek is beheersing van het Duits in het dagelijks leven echter veel belangrijker, zeker voor iedereen die werkt in het MKB.
Als krimp-woordvoerders van SP, VVD en PvdA waren we het er snel over eens dat dit project een top-idee is. Deze grens moet zo snel mogelijk gesloopt worden.