Weeklog Dennis de Jong: het Huis van de Europese Geschiedenis?

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 23 maart 2014, 2:21.

Als SP vinden we het belangrijk dat mensen kennis kunnen nemen van de geschiedenis. Die herhaalt zich weliswaar nooit op precies dezelfde manier, maar zonder kennis van de geschiedenis is het moeilijk het heden helemaal te doorgronden. Toch heb ik in het Europees Parlement stelselmatig tegen het Huis van de Europese Geschiedenis gestemd. Niet alleen, omdat het geen kerntaak voor het Europees Parlement moet zijn om zo´n Huis op te richten, maar vooral ook omdat het één grote propagandamachine dreigt te worden. Een gekleurde weergave van de geschiedenis, daar zitten we echt niet op te wachten. Dat is pure geldverspilling.

 
House of European History
Bron: Blog Dennis de Jong

Enkele jaren geleden nam het Europees Parlement het Parlementarium in gebruik. Dat heb ik steeds het voordeel van de twijfel gegeven, want het gaat hier om een permanente expositie die duidelijker maakt wat er nu allemaal in het Europees Parlement gebeurt. Er zijn nogal wat toeristen die op het EP afkomen, en die mogen zonder voorafgaande afspraak nergens in. Het Parlementarium biedt dan uitkomst. Maar er is wat geks aan de hand met die expositie. Eerlijk gezegd, was het me aanvankelijk nog niet zo opgevallen, maar de hele Europese geschiedenis tot aan de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal is gegoten in sombere tinten. Het deel van de tentoonstelling dat gaat over de huidige Europese Unie, is vol met kleuren en je kan er ook nog eens lekker onderuit liggen en kijken naar ´Europeanen´ die vertellen hoe de EU hun leven beter heeft gemaakt.

Kritiek op het doordrukken van de Europese Grondwet via het Verdrag van Lissabon, je zult het op de tentoonstelling niet aantreffen. Ook geen woord over de protesten tegen het door Brussel opgelegde bezuinigingsbeleid, of over uitbuiting en verdringing op de arbeidsmarkt. Het protest tegen het handels- en investeringsverdrag met de VS? De tentoonstelling vindt het niet de moeite waard. Kortom, het op zich best aardige initiatief om toeristen iets te vertellen over het EP is verworden tot een speeltje van de eurofielen.

Datzelfde gaat nu gebeuren met het Huis van de Europese Geschiedenis dat eind 2015 open zal gaan en ook weer vlakbij het EP ligt. Natuurlijk zijn er in het EP kritische vragen gesteld over de kosten (alles bij elkaar €75 mln. voor de renovatie van het gebouw en de inrichting) die met dit alles zijn verbonden, maar telkens blijkt een meerderheid ervoor om er toch mee door te gaan. Uit een intern document dat ik deze week onder ogen kreeg, blijkt dat de opzet inderdaad hetzelfde zal zijn als in het Parlementarium: een saai deel dat de geschiedenis vóór de EGKS in beeld brengt en daarna een interactief en ‘leuk’ deel over de Europese Unie. Ook daar wordt dus de centrale boodschap: vóór de Europese integratie was er een hoop ellende, maar nu is alles pais en vree, dankzij de EU.

Kennelijk is het voor Europarlementariërs moeilijk te snappen dat je met ‘zenden’ naar de burger niets bereikt. Die vindt dat - terecht - geldverspilling. Maar het is voor diezelfde EP’ers niet altijd prettig te luisteren naar de steeds kritischer geluiden uit de samenleving. Daar sluit men zich liever van af. In plaats van €75 miljoen te besteden aan een overbodig ‘museum’, had dat geld beter gebruikt kunnen worden voor gehoorapparaten voor mijn dove collega’s.