Verbeter positie alfahulp en particuliere huishoudelijke werkers - Hoofdinhoud
Foto Shutterstock
De positie van alfahulpen in de thuiszorg is slecht. Doordat de Regeling dienstverlening aan huis op hen van toepassing is, zijn zij vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid en bouwen zij geen pensioen op. De Partij van de Arbeid vindt dat de positie van alfahulpen moet worden verbeterd. Dit concludeert ook de commissie-Kalsbeek in haar vandaag verschenen rapport over de verbetering van de positie van huishoudelijke werkers.
De werkzaamheden van alfahulpen (maar ook gastouders aan huis) worden publiek gefinancierd. De commissie stelt daarover: "het is ongewenst dat diensten die - grotendeels - met overheidsgeld worden gefinancierd worden uitgevoerd door werknemers wier rechtspositie slechter is dan die van andere werknemers." Kortom, de rechten van alfahulpen (en gastouders aan huis) moeten gelijk getrokken worden met die van andere werknemers. In het regeerakkoord hebben wij afgesproken hiervoor geld vrij te maken. Het is nu aan het kabinet om met concrete voorstellen te komen.
De PvdA-fractie wil ook dat de rechtspositie van particuliere huishoudelijke werkers wordt verbeterd, zodat ook zij meer zekerheid krijgen. De commissie concludeert echter dat het verbeteren van hun positie minder eenvoudig is. Aanvullend beleid in de vorm van subsidies is daarvoor nodig. De commissie wijst op interessante buitenlandse voorbeelden, zoals het Belgische dienstenchequesysteem of een systeem van fiscale aftrek. Om te weten of een dergelijk systeem haalbaar is, adviseert de commissie eerst praktijkonderzoek te doen in de vorm van een pilot of experiment. Volgens de commissie biedt de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) daarvoor een goede mogelijkheid.
Huishoudelijke werkers hebben net als andere werknemers recht op fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en de zekerheden die daarbij horen. Het rapport van de commissie-Kalsbeek biedt een waardevolle bijdrage aan het debat daarover. De PvdA gaat graag met het kabinet in gesprek over hoe de rechtspositie van huishoudelijke werkers het best kan worden verbeterd.