Weeklog Dennis de Jong: Een Eurocommissaris voor het MKB? - Hoofdinhoud
Bij het debat in de Tweede Kamer over de Staat van de Unie afgelopen maandag stelde de VVD voor om een van de 28 Eurocommissarissen verantwoordelijk te maken voor het MKB-beleid van de Europese Unie. Een loos (verkiezings)gebaar. Deze week dien ik samen met gelijkgezinde Europarlementariërs een voorstel in om in de toekomst zoveel mogelijk van de wetgeving waarover we in het Europees Parlement overeenstemming hebben bereikt, nog één keer te toetsen op de gevolgen voor het MKB. Dat is geen verkiezingsretoriek, maar helpt te voorkomen dat bij die wetgeving alleen de grote bedrijven zijn gehoord. Dat moet de kroon worden op vijf jaar lang consequent MKB-proof beleid van de eurofractie.
Ach, de Europese verkiezingen zijn in zicht en dan zie je partijen opeens wakker worden. Vijf jaar lang had ik weinig aan de VVD als het ging om de belangen van het MKB. Ja, zolang deze dezelfde waren als die van de grote bedrijven, deed de VVD mee. Als het echter ging om voorschriften waar juist kleine bedrijven last van hebben, terwijl grote bedrijven er gemakkelijk aan kunnen voldoen, gaf de VVD niet thuis. Het was hard vechten om de nieuwe aanbestedingsregels MKB-proof te maken, zodat kleine bedrijven meer kans maken op overheidsopdrachten. Het was een hele toer om voor ambachtelijke winkels een uitzondering te krijgen op overdreven etiketteringsvoorschriften. En het viel niet mee om ruimte te krijgen voor lokale overheden om de positie van de kleine, zelfstandige winkelier te ondersteunen. Van de VVD kreeg ik daarbij geen steun.
Zo gaan veel partijen met het MKB om: ze noemen het MKB wel, maar kiezen, als het erop aankomt, altijd voor de belangen van de grote bedrijven. Daarom kreeg ik afgelopen maandag een vervelende smaak in de mond, toen de VVD plots met het voorstel kwam voor de instelling van een MKB-Eurocommissaris. Voor een keer moest ik Rutte, toch ook VVD, gelijk geven, toen hij antwoordde dat dit meestal leidt tot minder aandacht voor een onderwerp, want andere Eurocommissarissen gaan er dan van uit dat zij geen specifiek oog meer hoeven te hebben voor het MKB.
Veel belangrijker is het dat we oog houden op het wetgevingsproces. In het Europees Parlement is het niet ongebruikelijk om op wetsvoorstellen vele honderden wijzigingsvoorstellen in te dienen. Na de stemmingen, als het stof van al die honderden teksten is neergedaald, blijkt pas wat het eindresultaat is. Ik heb al eerder voorgesteld dat je dan, voordat de onderhandelingen met de Raad van ministers beginnen, even pas op de plaats maakt en een snel onderzoek instelt of het eindresultaat wel MKB-proof is. Bij de aanbestedingswet hebben we dat gedaan en dat leidde tot verdere verbeteringen voor het MKB: lagere omzeteisen en het opknippen van grote opdrachten in kleinere stukken (percelen). Dat voorstel is ook door het EP als geheel aangenomen, maar daarbij ging het nog maar om een motie. Omdat het EP heel veel moties aanneemt, worden die vaak snel weer vergeten.
Daarom heb ik nu een voorstel geschreven voor aanpassing van het reglement van orde van het EP. Daarin wil ik een paragraaf opnemen over invoering van een MKB-test na de stemmingen in een parlementaire commissie. Iedere commissie moet hierover uitdrukkelijk beslissen: het kan zijn dat er wetgeving wordt aangenomen die geen gevolgen heeft voor het MKB, maar in andere gevallen zal een commissie moeten motiveren waarom zij afziet van een MKB-test. Ik hoop dat we nog voor de verkiezingen resultaat kunnen boeken, maar anders zorg ik er met mijn voorstel in ieder geval voor dat dit een van de eerste agendapunten is voor het nieuwe EP dat in juli van start gaat. Zo help je het MKB echt en dat is heel wat meer waard dan de verkiezingsretoriek van de VVD.