Weeklog Dennis de Jong: De vercommercialisering van de Nederlandse Staat

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 13 april 2014, 2:27.

Vorig jaar stelde Harry van Bommel er al Kamervragen over, maar ook dit jaar ontving ik weer een uitnodiging voor het feestje dat de Nederlandse ambassade in Brussel ter gelegenheid van Koninginnedag en nu dus Koningsdag organiseert. Op zich heel aardig allemaal, zij het dat er een kaartje bij zat dat vijf multinationals een deel van de kosten ervan op zich hebben genomen. Dat moge passen in de lijn van de Koning, die zichzelf ook ziet als handelsreiziger, maar ik vind het een schande voor de diplomatie die onafhankelijk behoort te zijn van welk bedrijf dan ook.

Minister Timmermans antwoordde Harry vorig jaar dat er nu eenmaal bezuinigd moest worden en dat je er dan niet aan ontkomt om te werken met sponsoren. Daarbij staat onpartijdigheid natuurlijk voorop, conform de gedragscode integriteit van Buitenlandse Zaken. Maar hoe kun je onpartijdig zijn, als grote Nederlandse bedrijven medegastheer zijn? Ook leuk voor kleine bedrijven die op zo’n eervolle behandeling niet hoeven te rekenen, krap bij kas als ze al zitten.

Het is een schandvlek voor de diplomatie, als ik in gesprekken met onze ambassadeur niet meer weet of hij nu spreekt namens een groot bedrijf of namens de Nederlandse regering. Of zou dat misschien bij het kabinet Rutte II hetzelfde zijn? Het is niet voor niets dat dit kabinet de overheid kapot bezuinigt. Hoe kleiner de overheid, hoe groter de invloed van lobbyisten. Dat zie je aan deze receptie overduidelijk. Bovendien, een oud spreekwoord luidt: wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Voor de VVD is dit geen probleem: die promoten juist de belangen van grote bedrijven, maar als er nog maar één greintje sociaal gevoel in de PvdA over was, zou PvdA-minister Timmermans dit soort sponsoring onmiddellijk hebben verboden. Liever wat minder champagne dan een ambassade zo afhankelijk maken van een paar grote bedrijven. Onnodig te zeggen dat ik de uitnodiging van de ambassadeur beleefd heb afgewezen.