Verordening 2014/377 - Copernicus-programma - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Regulation (EU) No 377/2014 of the European Parliament and of the Council of 3 April 2014 establishing the Copernicus Programme and repealing Regulation (EU) No 911/2010 Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2014/377 |
Origineel voorstel | COM(2013)312 |
Celex-nummer i | 32014R0377 |
Document | 03-04-2014 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 24-04-2014; PB L 122 p. 44-66 |
Inwerkingtreding | 01-01-2014; Toepassing zie art 34 25-04-2014; in werking datum publicatie +1 zie art 34 |
Deadline | 31-12-2017; Heroverweging |
Einde geldigheid | 31-12-2020; opgeheven door 32021R0696 |
24.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 122/44 |
VERORDENING (EU) Nr. 377/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 3 april 2014
tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 189, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (Global Monitoring for Environment and Security — GMES) was een initiatief inzake monitoring van de aarde dat onder leiding van de Unie stond en in een partnerschap met de lidstaten en het Europees Ruimteagentschap (European Space Agency — „ESA”) werd uitgevoerd. De oorsprong van GMES gaat terug tot mei 1998, toen bij de ontwikkeling van de ruimteactiviteiten in Europa betrokken instellingen een gemeenschappelijke verklaring het licht deden zien, bekend onder de naam „Baveno Manifest”. In het manifest werd een oproep gedaan tot een langetermijnverbintenis voor de ontwikkeling van diensten voor milieumonitoring vanuit de ruimte, met gebruikmaking en verdere ontwikkeling van Europese vaardigheden en technologieën. In 2005 maakte de EU de strategische keuze voor de ontwikkeling, samen met ESA, van een onafhankelijke Europese aardobservatiecapaciteit voor het aanbieden van diensten op het gebied van milieu en veiligheid. |
(2) |
Voortbouwend op dat initiatief zijn bij Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en de voorschriften voor de implementatie van de initiële operationele diensten daarvan vastgesteld. |
(3) |
Hoewel het bij Verordening (EU) nr. 911/2010 vastgestelde programma moet worden voortgezet in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020, bepaald bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4), moet het acroniem „GMES” worden vervangen door de naam „Copernicus” om de communicatie met het grote publiek te vergemakkelijken. De Commissie heeft het handelsmerk geregistreerd, zodat het kan worden gebruikt door de instellingen van de Unie en daarvoor een vergunning kan worden verstrekt aan andere belangstellende gebruikers, met name de aanbieders van kerndiensten. |
(4) |
Het programma Copernicus (Copernicus) is gebaseerd op een partnerschap tussen de Unie, ESA en de lidstaten. Het dient derhalve voort te bouwen op bestaande Europese en nationale capaciteiten en dient deze aan te vullen met nieuwe, gemeenschappelijk ontwikkelde activa. Om deze aanpak te verwezenlijken, dient de Commissie ernaar te streven een dialoog aan te gaan met ESA en de lidstaten die over relevante activa in de ruimte en in situ beschikken. |
(5) |
Om zijn doelstellingen te realiseren, dient Copernicus gebaseerd te zijn op een autonome capaciteit van de Unie voor satellietobservaties en dient het operationele diensten op het gebied van milieu, civiele bescherming en civiele beveiliging te bieden en daarbij nationale mandaten inzake officiële waarschuwingen volledig in acht te nemen. Het dient tevens gebruik te maken van de beschikbare bijdragende missies en in-situgegevens die in hoofdzaak door de lidstaten worden verstrekt. Copernicus moet zoveel mogelijk gebruik maken van de capaciteiten van de lidstaten voor satellietobservaties en -diensten. Copernicus dient tevens gebruik te maken van de capaciteiten van commerciële initiatieven in Europa en op die manier tevens bij te dragen... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.