Richtlijn 2014/50 - Minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Directive 2014/50/EU of the European Parliament and of the Council of 16 April 2014 on minimum requirements for enhancing worker mobility between Member States by improving the acquisition and preservation of supplementary pension rights Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2014/50 |
Origineel voorstel | COM(2005)507 |
Celex-nummer i | 32014L0050 |
Document | 16-04-2014 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 30-04-2014; PB L 128 p. 1-7 |
Inwerkingtreding | 20-05-2014; in werking datum publicatie +20 zie art 10 |
Deadline | 21-05-2020; Heroverweging |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 21-05-2018; ten laatste zie art. 8 |
30.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 128/1 |
RICHTLIJN 2014/50/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 16 april 2014
betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 46,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het vrije verkeer van personen is een van de fundamentele vrijheden van de Unie. Artikel 46 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité, bij wege van richtlijnen de maatregelen vaststellen welke nodig zijn om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel 45 VWEU is vastgelegd. Artikel 45 VWEU bepaalt dat het vrije verkeer van werknemers, onder andere, het recht inhoudt om in te gaan op een aanbod tot tewerkstelling en „zich te dien einde vrij te verplaatsen op het grondgebied der lidstaten”. Deze richtlijn heeft tot doel het bevorderen van de mobiliteit van werknemers door de belemmeringen die het gevolg zijn van bepaalde regels met betrekking tot aanvullende pensioenregelingen die gekoppeld zijn aan een arbeidsverhouding, te verminderen. |
(2) |
De sociale bescherming van de werknemers inzake pensioenen wordt verzekerd door wettelijke socialezekerheidsregelingen, aangevuld door aanvullende pensioenregelingen die gekoppeld zijn aan een arbeidsverhouding en die in de lidstaten steeds gebruikelijker worden. |
(3) |
Het Europees Parlement en de Raad beschikken over een ruime beoordelingsvrijheid wat betreft de keuze van de meest passende maatregelen om de doelstelling van artikel 46 VWEU te verwezenlijken. Het coördinatiesysteem zoals voorzien in Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad (3) en in Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4) en, in het bijzonder, de regels die van toepassing zijn op de samentelling, hebben geen betrekking op de aanvullende pensioenregelingen, met uitzondering van die regelingen die vallen onder de term „wetgeving” als gedefinieerd in die verordeningen, of die in een verklaring van een lidstaat uit hoofde van deze verordeningen als zodanig zijn aangemerkt. |
(4) |
Richtlijn 98/49/EG van de Raad (5) vormt een eerste specifieke maatregel ter verbetering van de uitoefening van het recht op vrij verkeer voor werknemers op het gebied van de aanvullende pensioenregelingen. |
(5) |
Doel van deze richtlijn is het verder vergemakkelijken van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten van deelnemers aan die aanvullende pensioenregelingen te verbeteren. |
(6) |
Deze richtlijn is niet van toepassing op de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten door werknemers die zich binnen eenzelfde lidstaat verplaatsen. lidstaten kunnen overwegen hun nationale bevoegdheden te gebruiken om de uit hoofde van deze richtlijn toepasselijke regels ook te laten gelden voor deelnemers aan een regeling die binnen eenzelfde lidstaat van werk veranderen. |
(7) |
Een lidstaat kan werknemers die naar een andere lidstaat verhuizen, verzoeken de beheerders van hun aanvullende pensioenregeling daarvan op de hoogte te brengen. |
(8) |
Er dient rekening te worden gehouden met de structuur en het bijzondere karakter van de aanvullende... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.