Weeklog Dennis de Jong: Samenwerken zoals bij het Songfestival - Hoofdinhoud
Maar liefst 6,7 miljoen Nederlanders keken naar het Eurovisie Songfestival. Dat is ook Europa. Dat steekt schril af tegen de 350.000 kijkers naar het eerste grote tv-debat op 1 mei jl. van de lijsttrekkers van de Europese verkiezingen. Eigenlijk is het heel symbolisch: aan het Songfestival doe je soms niet mee, als je geen zin hebt en als je niet wilt kijken, ook best. Maar de Europese Unie is anders: tegen die Europese regels mag je geen nee zeggen, als de meerderheid anders beslist. Vandaar de weerzin: de samenwerking is ontaard in een beweging richting superstaat. Geef mij het songfestival maar. Nee tegen deze Europese Unie, ja tegen samenwerking tot wederzijds voordeel.
Er zullen ook in Nederland vast mensen zijn die het maar een rare show vinden, zo’n festival waar een vrouw met een baard wint. Persoonlijk vond ik het een ontroerend lied en werd ik warm van de schreeuw om vrijheid en vrede van de winnares. De kern is echter dat het songfestival alleen maar mijn huiskamer in komt, als ik dat zelf wil. Het festival wordt georganiseerd door de European Broadcasting Union, waar alle publieke zenders in zijn vertegenwoordigd. Die werken samen om ons ieder jaar weer kennis te laten maken met artiesten uit alle Europese landen. En heb je als land geen zin om mee te doen? Geen probleem, dan sla je gewoon een keertje over, zoals ook Nederland gedaan heeft toen het Songfestival eens op 4 mei viel en we het - terecht - niet gepast vonden om tijdens dodenherdenking zo’n feest uit te zenden.
De Europese Unie werkt anders. Daar werken landen niet samen, maar krijgen ze besluiten door de strot geduwd. Besluiten die ook onze huiskamer binnen komen, als we dat liever niet zouden willen. Dit komt doordat de meeste wetten bij meerderheid worden aangenomen. Daarnaast is Brussel zo ingewikkeld dat de insiders (een coalitie van eurocraten en grote bedrijven) er op allerlei manieren in slagen hun zin door te drukken.
Als SP streven we ernaar om te bereiken dat Nederlanders in de toekomst net zo graag kijken naar een programma over Europese samenwerking als naar het Songfestival. Dat zij weten dat dit belangrijk is, omdat je grensoverschrijdende problemen samen aanpakt, tot wederzijds voordeel. En dat, als je nee zegt, zoals tegen de Europese Grondwet in 2005, het ook echt nee is. Dat je als land het recht hebt om niet mee te doen en zo kunt verzekeren dat we zelf de baas zijn en blijven over zaken als zorg, pensioenen en onderwijs, die we prima in eigen land met elkaar kunnen regelen.
Daar gaan de Europese verkiezingen over. Ook dan kun je de knop uit zetten en thuis blijven. Weet wel dat je in dat geval eigenlijk mede schuldig bent aan het voortdenderen van de Brusselse trein: het Songfestival is na één dag voorbij, de Europese Unie gaat gewoon door, dag na dag.