Spreektekst Dertigledendebat Scheiden van hoogbejaarde echtparen door kabinetsbeleid - Hoofdinhoud
De heer Van 't Wout (VVD):
Voorzitter. Eigenlijk heeft iedere partij het hier al gezegd vanavond: mensen moeten bij elkaar kunnen blijven wonen, ook als een van de partners zware zorg nodig heeft. De huidige wet is daar volstrekt duidelijk over, net als de nieuwe wet. Sterker nog, ik denk dat de nieuwe wet met allerlei mogelijkheden omtrent het pgb en het volledig pakket thuis heel veel mogelijkheden biedt om mensen juist langer in hun eigen omgeving, en dus ook bij elkaar, te kunnen laten blijven wonen.
De wet is de wet, maar overeind blijft dat die uitgevoerd moet worden. Mensen moeten met name juist geïnformeerd worden. Daarover krijgen wij heel wisselende signalen, zowel over wat zorgkantoren aan mensen vertellen — ik wijs daarbij op het voorbeeld van mevrouw Agema over het CIZ — als over wat mensen bij instellingen te horen krijgen. Instellingen lijken soms helemaal niet op de hoogte te zijn van het bestaan van deze bepalingen in de wet. Ik vraag de staatssecretaris om hierover niet alleen met de zorgkantoren in gesprek te gaan, maar vooral ook met alle andere instanties waar mensen aankloppen met vragen en informatie. Immers, zo ingewikkeld is dit wetsartikel nu ook weer niet.
Het is daarnaast belangrijk dat mensen die deze vraag hebben, heel goed weten wat hun rechten zijn. Ik heb nog eens even de brochure Uw zorg in een AWBZ-instelling erbij gepakt, die vroeger Daar hebt u recht op in een AWBZ-instelling heette. Daarin staat dit punt niet expliciet genoemd, maar dit lijkt mij nu juist een document dat je inkijkt als eraan toe bent om naar een instelling te gaan. Ik vraag de staatssecretaris om daarin expliciet op te nemen dat als je wordt opgenomen in een instelling, je partner het recht heeft om met je mee te gaan.