Besparen in zorg kan, maar hang geen prijskaartje aan patiënt - Hoofdinhoud
SP-Kamerlid Renske Leijten reageert in onderstaande brief
op het artikel van Rutger Bregman over de kosten van de zorg.
Beste Rutger,
Dank voor je column met de oproep aan de SP om op de zorg te bezuinigen. Ik wil je graag laten weten dat wij al veel voorstellen hebben gedaan voor zaken waarop bezuinigd kan worden in de zorg. We kiezen alleen niet voor een maximumprijs voor een behandeling, ik kom er later op terug. Overigens omarmt geen enkele politieke partij het idee van een maximumprijs per behandeling.
In de zorg gaat veel geld om en er is ook veel geld beschikbaar voor zorg. Uit vele onderzoeken onder de bevolking komt naar voren dat mensen het geen probleem vinden om te betalen voor gezondheidszorg, ook al zijn ze zelf gezond. Als er minder uitgegeven moet worden aan de zorg dan zal er minder collectief geregeld moeten worden en meer individueel. Dat wijst het overgrote deel van de mensen af (zie onder andere recente onderzoeken van Coello en SCP).
Wat wel wordt aangegeven door bevraagde mensen is dat ze willen dat het geld ook echt besteed wordt aan zorg, niet aan verspilling, bureaucratie, winsten van zorgverzekeraars en te hoge salarissen. Politieke tegenstanders zeggen dan vaak: ‘dat zal nooit zoveel opleveren’. Maar wat mij betreft is het een kwestie van fatsoen om te kijken of zoveel mogelijk geld dat voor de zorg bedoeld is ook bij de zorg terecht komt.
En dat doet het bij de zorgpremie niet: zorgverzekeraars maken winst (1,4 miljard in de afgelopen jaren), geven veel geld uit aan reclame en klantenbinding (meer dan 500 miljoen per jaar) en de uitvoering kost nu 3.5 procent, waar de uitvoering via de publieke ziekenfondsen rond de 2 procent lag. 3.5 procent van meer dan 30 miljard is veel geld! Hier kan dus flink op bezuinigd worden.
Helaas stranden onze voorstellen om daar iets aan te doen in de Tweede Kamer. De minister vindt de winsten en reclamekosten ‘onderdeel van dit stelsel’. Een politieke keuze om overhead en winsten in de zorg voor lief te nemen. Het huidige zorgstelsel is duur door transactiekosten, maar ook door veel mee-eters uit de zorgpot. Dan doel ik op accountants, adviseurs, reclamemensen enzovoorts. Je zou eens de hele lobbywereld in en rond de zorg moeten zien.
De zorgkosten stijgen, daar heb je absoluut gelijk in. Dat komt onder andere door toename van het aantal patiënten (en ouderen), innovatie en nieuwe geneesmiddelen. Tegelijk zijn ook de baten van de zorg toegenomen. De zorg is momenteel de grootste werkgever van ons land. Doordat we gezonder zijn, zijn we arbeidsproductiever. Arbeidsproductiviteit is zeer belangrijk voor de economie.
Er zijn meer mensen beschikbaar voor de arbeidsmarkt, doordat professionals de zorg voor ouders, partners en/of kinderen overnemen. Zorgeconoom Marc Pomp zette - op verzoek van voormalig minister Klink - eens op een rij wat de kosten-baten van zorginvesteringen zijn (Een gezonder Nederland, de gouden eieren van de gezondheidszorg). Hij kwam tot een positieve balans voor de curatieve (geneeskundige) gezondheidszorg van 30 cent op een geïnvesteerde euro en voor de verzorgende gezondheidszorg zelfs op bijna 50 cent.
In iedere discussie over de zorgkosten worden de baten onbelicht gelaten. Dat heeft een reden: het CPB kijkt praktisch alleen naar kosten, omdat baten niet gemakkelijk te berekenen zijn óf omdat baten (bijvoorbeeld langer gezond leven door preventie) leiden tot hogere kosten elders (AOW). Daarom ‘scoort’ voorgesteld beleid om te investeren in preventie en daarmee te voorkomen dat mensen ziek worden consequent ‘0’ in de doorrekeningen van het CPB.
Los van het feit dat de voordelen niet meegeteld worden, vind ik het moreel verwerpelijk dat toegang tot de gezondheidszorg afhangt van iemands persoonlijke financiële situatie. Zorg moet - net als onderwijs, sociale zekerheid en wonen - voor iedereen toegankelijk zijn. Het betalen voor dit soort voorzieningen is daarmee een collectieve zaak: iedereen betaalt mee en heeft er recht op als het nodig is. Ik zou wel graag het stelsel meer inkomensafhankelijk maken, omdat het betalen van de zorgpremies voor lage- en middeninkomens moeilijk kan zijn. Hiermee kan ook een einde worden gemaakt aan het zinloos rondpompen van geld in de vorm van de zorgtoeslag.
De discussie over een prijsplafond voor behandelingen is wat ons betreft niet aan de orde. Een relevante discussie is of je alles moet doen wat kan (en in het basispakket verzekerd zit) Dit gesprek moet gevoerd worden in de spreekkamer, daar vindt tussen arts en patiënt altijd een gesprek plaats over de kansen en nadelen van behandeling. Er moet serieus gekeken worden naar de toegevoegde waarde van de behandeling voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Een leeftijdsgrens voor bepaalde behandelingen of een maximum aan prijs is wat mij betreft ongewenst en onnodig. De roep van artsen begrijp ik wel, zij vrezen dat zij nee moeten gaan verkopen aan patiënten, en zien dan liever een politieke norm. Dat is begrijpelijk, maar dat steun ik niet. Laat arts en patiënt er samen uitkomen, waarbij niet de kosten maar het levensgeluk centraal staan.
Altijd tot nadere discussie bereid!
Groet, Renske
PS: even in perspectief: de verwachte stijging van dure (oncologische) geneesmiddelen in de komende jaren is 300 miljoen (van 700 miljoen naar 1 miljard), omdat er niet of nauwelijks patenten verlopen en wel meer geneesmiddelen bij zullen komen én omdat het aantal patiënten naar verwachting zal stijgen. 300 miljoen is 1 procent van het budget voor geneeskundige gezondheidszorg. Het is minder dan jaarlijks wordt uitgegeven aan klantenbinding door zorgverzekeraars. KWF pleitte in haar rapport om maatregelen: de prijs van geneesmiddelen omlaag brengen en/of meer budget. Als de overheid daartoe niet bereid zou zijn, dán moet zij een maximum prijs aan een gewonnen levensjaar hangen. Ik kies ervoor om niet bij de laatste optie uit te komen.