‘Sociale fraude wordt in Nederland niet getolereerd’

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op dinsdag 4 september 2007.

‘Sociale fraude wordt in Nederland niet getolereerd’, is het motto van het SIOD, de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst. En terecht. Fraude ondermijnt solidariteit en moet ten alle tijde hard worden aangepakt.

In het jaarverslag (pdf) van het SIOD - dat vandaag uitkwam - staat een anekdote:

Op een ochtend treft de SIOD 44 voornamelijk Bulgaarse vrouwen in een loods aan, bezig met het knippen van hennep. Uit het onderzoek blijkt dat de vrouwen op de werkplaats de instructie kregen om stil te zijn, hun GSM uit te zetten of in te leveren. Het loon voor het werk was € 3 á 5 per uur. In het onderzoek was sprake van meervoudige afhankelijkheid van de werkgever. De werkgever regelde het vervoer en tijdens het werk mocht er geen contact zijn met de buitenwereld. Vooraf was er een groot gebrek aan informatie over de eigen positie (misleiding over de aard van het werk) en het werk werd onder zeer slechte arbeidsomstandigheden verricht. De uitbuiting bleek niet incidenteel, maar onderdeel van een patroon. Verdachten kenden elkaar en hadden al vaker samengewerkt.

Volgens het rapport is de SIOD in 2006 ‘extra alert op uitbuiting. Er zijn vier onderzoeken naar verricht,

ondersteund door het nieuwe wetsartikel 273f dat moderne slavernijachtige praktijken in het kader van arbeid strafbaar stelt.’

Bij fraudebestrijding komt ook fraudepreventie kijken. Voorkomen is immers beter dan genezen. De grenzen die per 1 mei 2007 open gingen en het gebrek aan controle op arbeidsomstandigheden van Oost-Europese werknemers zorgt inherent voor moderne slavernij.