Het antwoord van Total

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op dinsdag 4 april 2006.

Onlangs riep ik op tot steun aan de acties tegen Total in verband met situatie in Birma.

Hieronder hun reactie.

Parijs, 3 april 2006

Geachte heer Marijnissen:

Met interesse en verbazing heb ik de weblog gelezen die u heeft gewijd aan de aanwezigheid van Total in Birma. Graag wil ik met klem protesteren tegen de talrijke onnauwkeurigheden en lasterlijke uitspraken die u doet tegen ons bedrijf, die onwaardig zijn voor een verantwoordelijk Nederlands kamerlid. Het verbaast ons vooral dat u zulke vergaande publieke uitspraken doet, zonder ons ooit de kans te hebben gegeven onze positie toe te lichten. Naar onze mening sluit dit niet aan bij de democratische werkwijze die men van een volksvertegenwoordiger mag verwachten.

Laat ik beginnen met u te verzekeren dat wij de zorgen delen – en zullen blijven delen - die u en anderen hebben ten aanzien van de politieke situatie en de mensenrechten in Birma.

Feedback van vele groepen in de samenleving hebben ons aangemoedigd om hard na te denken over onze betrokkenheid in Birma. Hoewel dit proces niet altijd gemakkelijk is, hebben we geleerd dat er geen magische oplossingen zijn om in zulke moeilijke omstandigheden te werken.

We zijn er ons zeer bewust van hoe belangrijk het is om te luisteren naar wat de maatschappij van ons verwacht. Om die reden nodigt Total journalisten en onafhankelijke waarnemers uit om de werkzaamheden in Birma te bezoeken en de impact ervan te beoordelen. We hebben contact met internationale NGO’s die lokaal werken, om acties te ontwikkelen die een positief effect hebben op het leven van de mensen in Birma. Ook luisteren we met aandacht naar onze buren, de 48.000 mensen die wonen in de 25 dorpen in de omgeving van onze pijpleiding, als ook naar de mensen die wonen in andere delen van het land.

In het gebied rond de Yadana pijpleiding zeggen mensen dat ze blij zijn met de aanwezigheid van ons bedrijf. Ze waarderen het feit dat Total gratis medische zorg geeft, de mogelijkheden heeft vergroot om in het eigen levensonderhoud te voorzien door landbouw en microkrediet programma’s en dat ze betere onderwijskansen krijgen dan ze hadden gehad als Total er niet was geweest.

Nog belangrijker: mensen zeggen dat ze er dankbaar voor zijn dat alle vormen van dwangarbeid zijn uitgeroeid in de gebieden waar Total opereert. Regelmatig spreken we onze zorgen uit over deze onacceptabele en onwettige praktijken richting de Birmese autoriteiten en we beschikken over een goede rapportage om ons ervan te verzekeren dat er geen dwangarbeid is in de dorpen rondom de pijpleiding, in tegenstelling tot uw foutieve beschuldigingen.

We realiseren ons dat onze impact op de samenleving verder reikt dan de directe regio waar wij werken. Daarom hebben we besloten tot humanitaire programma’s op nationaal niveau, waaronder steun voor weeshuizen, chirurgie voor staarpatiënten (met de Helen Keller Foundation), en de preventie en behandeling van AIDS. De ontwikkeling en resultaten van deze programma’s worden geobserveerd door onafhankelijke specialisten en humanitaire organisaties die in Birma werken. Internationale organisaties en NGO’s die in Birma en haar buurlanden werken, kennen de realiteit van de situatie. Zij praten over de verdiensten van onze programma’s met respect en waardering, en denken over vormen van samenwerking.

Tot slot hebben de bevolking en het milieu volop onze aandacht gehad tijdens de aanleg van de pijpleiding die plaatsvond van 1995 tot 1998. We hebben gekozen voor een noordelijkere pijpleidingroute, tegen hogere kosten, om het primaire bos te beschermen dat op de kortste route lag. Bomen zijn zorgvuldig herplant zodat het onmogelijk is om nu nog te zien waar de pijpleiding loopt. Iedere bezoeker kan hiervan zelf getuigen. Geen dorp is verplaatst. Geen dwangarbeid is gebruikt, noch door Total noch door haar onderaannemers.

De mensen in Birma weten dat ook en sporen ons vaak aan om te blijven. Ze vertellen dat ze heel graag hun kwaliteit van leven willen verbeteren en dat ze westerse investeringen waaronder die van ons bedrijf, zien als teken van hoop voor de toekomst, als één van de weinige vensters naar de buitenwereld, die ze nodig hebben om zich te ontwikkelen en om te weten wat er zich buiten de landsgrenzen afspeelt. Zij leggen uit dat het citaat van Daw Aung San Suu Kyi dat gebruikt wordt in recente Birma campagnes over Total’s aanwezigheid in Birma, dateert uit 1996. Ze hebben het gevoel dat deze uitspraak niet langer hun dagelijkse realiteit weerspiegelt.

Vanwege al deze redenen zult u begrijpen dat wij het niet eens zijn met uw uitspraken over de negatieve impact van onze aanwezigheid in Birma. Mag ik u eraan herinneren dat veel landen het afgelopen decennium een beleid van isolatie en sancties hebben uitgevoerd. Daardoor zijn buitenlandse investeringen tussen 1996 en 2004 afgenomen van 2,3 miljard tot 128 miljoen dollar. Het lijkt tamelijk onredelijk om dit soort dwingende maatregelen te ondersteunen, die de situatie in het land de afgelopen jaren niet hebben verbeterd, en tegelijkertijd hen die voor een andere aanpak zijn de schuld hiervan te geven.

Wij geloven dat er een nauwe link is tussen economische ontwikkeling en de vooruitgang op het gebied van mensenrechten. Boycots en desinvesteringsbeleid schaden de bevolking en vertragen de terugkeer van het getroffen land naar de internatonale gemeenschap, vooral wanneer het betreffende land niet in de globale economie opereert. De voorbeelden die u geeft in uw weblog demonstreren dit: wist u dat het terugtrekken van Triumph uit Birma, die u als een belangrijke overwinning noemt, in de realiteit tienduizenden vrouwen in de straatprostitutie heeft doen belanden? Gelooft u oprecht dat hiermee Birma’s economische en sociale ontwikkeling en de mensenrechtensituatie wordt bevorderd?

Deze mening wordt gedeeld door een groot aantal deskundigen wereldwijd, alsook door regeringen in Europa (niet alleen Frankrijk) en Zuidoost Azië. Hun positie is gebaseerd op historische analyses en niet op enige druk die zou zijn uitgeoefend door Total op de Franse regering, zoals u suggereert in uw weblog. Birma heeft meer openheid nodig, meer dialoog en meer commitment. Wij denken dat de aanwezigheid van westerse bedrijven daaraan een waardevolle bijdrage kan leveren.

Wij proberen constant een beter begrip te ontwikkelen van de dilemma’s waarmee wij in Birma worden geconfronteerd. De aanwezigheid van Total brengt verantwoordelijkheid met zich mee, maar een beslissing om het land te verlaten, betekent een soortgelijke verantwoordelijkheid. U zult zeker op de hoogte zijn van de hevige concurrentie tussen Aziatische landen voor hun energietoevoer, die noodzakelijk is voor de economische ontwikkeling van het continent. Total weet dat als ze Birma zou verlaten, ze onmiddellijk vervangen zou worden door andere bedrijven, die wellicht niet dezelfde sociale of ethische standaards zouden toepassen. Er zou geen echt effect zijn op de staatsinkomsten of op het politieke debat, maar er zou zeker een negatief effect zijn voor de mensen. Zolang Total gelooft dat haar werkzaamheden voor het Yadana project ook kunnen bijdragen aan het welzijn van de mensen in Birma, is zij vastbesloten in het land te blijven en aan te tonen haar aanwezigheid meer voordelen biedt voor de Birmese bevolking dan haar afwezigheid. In dit verband vestigen wij graag uw aandacht op het uitgebreide rapport dat een paar weken is uitgegeven door de ‘Norwegian Petroleum Fund’s Council on Ethics’. Hierin wordt duidelijk gesteld dat er “algemene overeenstemming is, ook in de kringen van NGO’s, dat schendingen van mensenrechten geen significant verschijnsel zijn in het gebied van de pijpleiding”. Surveys hebben aangetoond dat de lokale bevolking zich beter af voelt dan mensen in andere regio’s, dankzij Total’s aanwezigheid en inspanningen.

Hoewel we zeker niet alle antwoorden hebben, proberen we constant onze aanpak aan te passen om de zorgen aan te pakken die u in uw weblog uitspreekt. We hopen dat, naarmate de tijd vordert, ons werk in Birma dat duidelijk aan u zal tonen.

Ik verwacht dat u, gezien uw politieke en persoonlijke verantwoordelijkheid als volksvertegenwoordiger en politiek leider, de eerlijkheid en moed zult hebben om de talrijke fouten in uw weblog te corrigeren. Ik blijf graag tot uw beschikking, met gepaste aandacht voor het belang van de Birmese mensen, in goed vertrouwen en ver weg van meer politieke agenda’s.

Met vriendelijke groet,

Jean-François Lassalle

E&P Vice President Public Affairs