Verslag vanuit Zuid-Soedan - Hoofdinhoud
Nog maar een paar jaar geleden werd in Zuid-Soedan de onafhankelijkheid uitgeroepen. De hele wereld stond te juichen, eindelijk vrede voor de mensen die al tientallen jaren in de meest vreselijke burgeroorlogen zaten. En nu? Nu is het er weer mis, weer burgeroorlog, weer mensen op de vlucht, weer kinderen zonder ouders. Dit keer staan de president en de voormalige vice-president elkaar sinds december vorig jaar naar het leven. En ze beschikken ieder over grote groepen militairen en wapens. Afgelopen week was ik in Zuid-Soedan. Een verslag.
Zuid-Soedan kende jarenlang vreselijke burgeroorlogen. Met de meest gruwelijke gevolgen: geen eten, geen water, geen huizen meer om in te wonen. Kinderen zonder ouders, kindsoldaten en geen enkel perspectief. Eindelijk kwam daar een einde aan en op 9 juli 2009 was een zelfstandig Zuid-Soedan een feit. Zingend van vreugde gingen de mensen over straat. De internationale gemeenschap hielp de nieuwe regering van Zuid-Soedan om hun land op te bouwen. Met financiële middelen, met hulp, met een missie van de Verenigde Naties. Alles werd gedaan om van dit land een succes te maken.
Het is bijna niet te geloven dat een land wat zo lang oorlog heeft gekend, nu opnieuw in een gewelddadig conflict is geraakt. Maar helaas het is zo, ik heb het afgelopen week van dichtbij gezien, en vooral gehoord van de mensen die daar wonen. Opnieuw zijn de mensen bang, bang voor oorlog, bang voor de soldaten, van de regering of van de oppositie. Want de mensen die daar eindelijk eens naar school konden gaan, genoten van de relatieve rust, het perspectief op kansen voor hun kinderen zijn opnieuw bang of op de vlucht. Ik sprak met de regering van Zuid-Soedan, en heb ze laten weten dat wij met deze regering geen zaken kunnen doen, ze krijgen totdat er weer vrede komt geen cent meer. Maar ik sprak ook met de mensen in de vluchtelingenkampen. De mensen daar leven onder onvoorstelbare omstandigheden, in de modder, veel te dicht op elkaar, maar alleen in de kampen zijn ze veilig, want buiten de kampen is het oorlog. En ik heb die mensen laten weten dat de wereld hen wel blijft helpen via de Verenigde Naties, via de NGO’S die deze mensen bijstaan.
Ik sprak ook met mensen die in de relatief rustige gebieden wonen, waar de burgeroorlog niet gaande was. Die mensen willen zo graag vooruit. Ze sturen hun kinderen naar school, bewerken hun land en als er toevallig toch soldaten in hun gebieden komen dan geven ze eten en drinken, met maar 1 verzoek. Ga weer weg, want wij willen geen oorlog.
Ik weet dat mensen hier in Nederland soms wanhopig worden van al de oorlogen en de smeekbedes om hulp, maar geloof mij de mensen zelf, de gewone mensen willen geen oorlog, zij willen rust en vrede. Met een beetje hoop voor de toekomst waar ze te eten hebben en waar hun kinderen veilig zijn.