Weeklog Dennis de Jong: vertrouwen kent grenzen

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 12 februari 2012.

Op veel terreinen gaat Brussel ervan uit dat lidstaten elkaar maar moeten vertrouwen. Dat gold voor de nationale boekhouding van de eurolanden, hoewel na de Griekse fraude nu juist een soort overcontrole dreigt vanuit Brussel. Je ziet het nog steeds bij het Justitie- en het vreemdelingenbeleid. Zo is het mogelijk Nederlanders zonder pardon over te dragen aan andere lidstaten via het Europees Arrestatiebevel, enkel omdat we elkaar moeten vertrouwen. De Nederlanders die aan Polen zijn uitgeleverd, leren ons dat dit vertrouwen niet terecht is. En we moeten op elkaar vertrouwen als het gaat om de controle van de buitengrenzen, maar terecht houdt Nederland voorlopig de deur dicht voor toetreding van Roemenië en Bulgarije tot Schengen (open grenzen). Eenvoudig omdat de corruptie in die landen nog niet onder controle is en er dus geen reden is voor vertrouwen. Daarom ben ik erg sceptisch als iemand weer eens begint over de noodzaak elkaar in Europa te vertrouwen: eerst zien, dan geloven!

Het klinkt natuurlijk allemaal heel ideëel: Europa als waardengemeenschap, waarbinnen de lidstaten elkaar door en door kunnen vertrouwen, omdat ze allemaal dezelfde waarden en normen respecteren. De praktijk is een stuk weerbarstiger. Dat kwam naar voren rondom de eurocrisis die natuurlijk eerst en vooral door het casinokapitalisme is veroorzaakt, maar waarvoor de directe aanleiding de boekhoudfraude in Griekenland was. Omdat de Grieken in 2009 veel meer schulden bleken te hebben dan ze tot dan toe hadden toegegeven, verloren de banken het vertrouwen en werd het steeds moeilijker voor Griekenland om aan leningen te komen. Als reactie hierop heeft Brussel bedacht dat de controle op de nationale overheden van de eurolanden maar eens flink moest worden opgevoerd. Hoewel goede controle op de boekhouding nodig is, is Brussel bij het economisch bestuur helemaal doorgeslagen en bespreken we nu zelfs voorstellen om de nationale begrotingen eerst aan Brussel voor te leggen, voordat de nationale parlementen ernaar kunnen kijken. Dat zien we als SP natuurlijk niet zitten: voor ons moet de Tweede Kamer zelf kunnen besluiten over de begroting, zonder directe bemoeienis vanuit Brussel.

Op andere gebieden ‘vertrouwen’ de lidstaten elkaar echter nog volop. Zo maakt een land als Polen intensief gebruik van het Europees Arrestatie Bevel. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen kleine en grote vergrijpen en zo wordt de ene na de andere Nederlander zonder verdere inhoudelijke toetsing in Nederland aan Polen overgedragen. Dat de rechten van verdachten in Polen minimaal zijn en je als Nederlander zelfs geen goede tolk krijgt, staat kennelijk aan de overdrachten niet in de weg: je moet elkaar immers vertrouwen? Het is hoog tijd dat we in Brussel regelen dat arrestatiebevelen in ieder geval marginaal mogen worden getoetst en dat er voorwaarden gesteld mogen worden over de rechten van de over te dragen verdachte. Alleen dan weet je dat je terecht vertrouwt op de andere lidstaat.

Tenslotte Roemenië en Bulgarije: in Brussel begint langzamerhand een complete hetze tegen Nederland op gang te komen, omdat wij ons als enige lidstaat blijven verzetten tegen het opheffen van de grenscontroles met deze landen. En dat terwijl juist deze week de Commissie met een nieuw rapport is uitgekomen waarin duidelijk staat dat de corruptie en georganiseerde misdaad er nog steeds welig tieren. Ik ben het niet vaak eens met minister Leers, maar in dit geval heeft hij gewoon gelijk: open grenzen vereist vertrouwen in een goede buitengrensbewaking. Daarvoor is het in het geval van Roemenië en Bulgarije gewoon nog te vroeg.