Weeklog Dennis de Jong: Hoeveel is genoeg? Over basisgoederen (II)

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 3 augustus 2014.

Het lijkt deze dagen wel of de wereld in brand staat: Oekraïne, Gaza, Syrië, Irak, Centraal Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan, het aantal gebieden waar mensen elkaar naar het leven staan, neemt alleen maar.toe Hoe kan het toch zijn dat na decennia waarin veel mensen geloofden dat we samen aan een nieuwe wereld konden bouwen, de huidige ontwikkelingen alleen maar de andere kant op gaan: die van intolerantie en geweld.

Voor een deel kan dit verklaard worden doordat zowel binnen Nederland als mondiaal de tegenstellingen tussen rijk en arm zijn toegenomen. Iedereen begrijpt wel dat er enig verschil in inkomen moet en mag zijn, maar het feit dat mensen met een groot vermogen nog veel rijker worden alleen maar door de winst op dat vermogen, terwijl werknemers steeds verder achterop raken, dat wordt door steeds minder mensen gerespecteerd. De bankencrisis liet zien hoe bankiers zich jarenlang verrijkt hadden ten koste van gewone mensen. Zij toonden geen enkel respect voor hun klanten, dus is het niet gek dat de samenleving nu ook geen enkel respect toont voor die generatie bankiers. Door de groeiende kloof tussen arm en rijk neemt het wederzijds respect af. Armoede wordt gezien als iets wat je aan jezelf te wijten hebt. Rijken voelen zich niet langer betrokken bij mensen die het minder hebben.

Mondiaal geldt eenzelfde tendens. Decennialang hebben multinationals hun winsten laten neerslaan in belastingparadijzen. Nederland werkte en werkt hier trouw aan mee als doorsluisparadijs. Winsten die voor een belangrijk deel gemaakt zijn in ontwikkelingslanden of in opkomende economieën. De kapitaalstroom van Zuid naar Noord is vele malen groter dan de stroom ontwikkelingsgelden van Noord naar Zuid.

Ondanks de opkomende economieën en de groei in een aantal ontwikkelingslanden, is voor de meeste mensen daar sprake van een uitzichtloze situatie. De bevolkingsgroei is nog steeds hoog, onder meer omdat kinderen gezien worden als oudedagsvoorziening. Mede daardoor zijn er veel jongeren die, zelfs na afronding van een studie of opleiding, niet aan de bak kunnen komen. Kunnen we van hen eisen dat ze respect hebben voor het westen? Voor die multinationals die de landen wel van hun grondstoffen beroven of gebruik maken van goedkope arbeid, maar niet bereid zijn de winst ook in die landen te laten neerslaan door gewoon netjes belasting te betalen? Of respect voor de vaak corrupte leiders en de kleine klasse van superrijken die ook in het Zuiden profiteert zonder te delen met de rest van de bevolking?

Het huidige sociaal-economische systeem ondermijnt het respect dat we voor elkaar hebben. En toch is respect een basisgoed. Zonder respect geen vriendschap. Zonder respect gaan mensen op zoek naar houvast bij extreme groepen die pretenderen wel voor vriendschap (of broederschap) te kunnen zorgen. Als we doorgaan met een maatschappij waarbij persoonlijke winstmaximalisatie voorop staat, dan eindigen we met een gewelddadige maatschappij, zoals ooit door Thomas Hobbes beschreven: homo homini lupus est. Iedere mens is een wolf die andere wolven naar het leven staat om zelf te overleven. Alleen de sterksten overleven, maar ze vergeten daarbij dat zonder de ‘zwakkeren’ er überhaupt geen samenleving meer is. Eerlijk delen leidt wel tot respect en tot vriendschap. We zouden in ons economische systeem dat delen dan ook meer centraal moeten stellen.