Uit het archief: ‘Het wilde wonen vereist collectieve planning’ - Hoofdinhoud
Bij het opruimen van mijn archief stuitte ik op een verhaal ‘Het wilde wonen vereist collectieve planning’, dat op 22 mei 1997 werd gepubliceerd in NRC Handelsblad. Ik schreef het in reactie op een artikel van architect Carel Weber, waarin hij liberalisering van ruimtelijke ordening en woningbouw bepleit. De kern van mijn verhaal is dat die twee - ruimtelijke ordening en woningbouw - niet op één hoop mogen worden geveegd. Wie grotere vrijheid voor de burger wil, moet niet de overheid aanpakken, maar de instituties die zich tussen overheid en burger hebben genesteld. “Als de Rijksoverheid zich beperkt tot de hoofdlijnen van het ruimtelijke ordeningsbeleid, kunnen de afzonderlijke opgaven binnen dit raamwerk, zoals de woningbouw, worden gedeïnstitutionaliseerd en opnieuw worden toevertrouwd aan de energie van de burgers die er primair baat bij hebben. De overheid schept dan vooral een stedenbouwkundig kader en garandeert collectieve waarden in de vorm van onder meer openbare ruimten en openbaar vervoer, en vertrouwt op de energie en creativiteit van zelfbewuste, geëmancipeerde burgers om daarbinnen tot expressie van hun woonwensen te komen. Vooral de gemeentelijke overheid kan in de bevordering van het opdrachtgeverschap van de burger een krachtige rol spelen: zij is bij uitstek verantwoordelijk voor het maken van bestemmingsplannen en dus in staat kansen te schepepen voor de burger als opdrachtgever van zijn eigen woning.”
Lees hier het volledige artikel, met ideeën die begonnen met ‘ De verborgen opgave‘ en die ik later, als wethouder in Almere - met programma’s als IkbouwmijnhuisinAlmere en IkbouwbetaalbaarinAlmere - in de praktijk heb gebracht.