Ebola is humanitaire ramp - Hoofdinhoud
Twintig keer meer geld dan nu beschikbaar is. Dat is de hoeveelheid die volgens secretaris-generaal van de VN Ban Ki-Moon nodig is om de strijd tegen ebola te kunnen overwinnen. Inmiddels zijn er bijna 4000 mensen overleden aan het virus, maar het indammen van de uitbraak verloopt nog steeds uiterst moeizaam. Intussen is het virus ook overgeslagen op andere continenten, en nu de eerste doden vallen in de VS en Europa wordt men langzaam maar zeker wakker geschud. Het feit dat ebola nu een gevaar vormt voor de mondiale gezondheid en veiligheid, is het gevolg van het te laat in actie komen van de internationale gemeenschap, en toont aan hoe fragiel en onderbezet de gezondheidssystemen in Afrika nog zijn.
Pas in maart 2015 zal naar verwachting een vaccin tegen de ziekte getest kunnen worden. Maar als de voorspellingen uitkomen zullen er in januari 2015 al 1,4 miljoen besmet zijn. Het wrange is dat een medewerker van de WHO jaren geleden al zei dat er allang een medicijn tegen ebola had kunnen zijn. De medewerkers van de WHO zouden uitgewerkte plannen op de plank hebben liggen om medicijnen te testen, maar ze kregen nooit toestemming van de WHO, omdat de organisatie noch de farmaceutische industrie er geld in wilde steken. Aan de ziekte viel namelijk weinig te verdienen. Sindsdien is er bovendien flink bezuinigd op de WHO - ook door Nederland, dat het mes zette in het ontwikkelingsbudget en ontwikkelingshulp verruilde voor handel drijven - ook met landen die daar nog lang niet aan toe zijn.
Ebola is een humanitaire ramp die de prille economieën van West-Afrika verwoest. Voedselprijzen stijgen, de chaos en kans op conflicten neemt toe, en de gezondheidssystemen in de getroffen landen blijken totaal niet in staat om de ziekte de baas te kunnen. Ondanks een direct appel van de president Sirleaf van Liberia om specialistische medische hulp te leveren (waar Nederland sterk in is), wil minister Ploumen het geld liever via multilaterale kanalen verdelen. Maar het is geen of-of situatie: Nederland zou zowel door extra steun te geven aan de VN en Artsen Zonder Grenzen, als door direct hulptroepen en goederen te leveren aan de landen zelf, een substantiëlere bijdrage kunnen leveren dan het nu doet. Zoals collega Eric Smaling al tijdens het debat over ebola zei: “Ga in Monrovia op de kade staan, klaar die hulpgoederen in en zorg dat ze in die dorpen komen.” Het is een kwestie van politieke wil.