Koerden naar het Strafhof - Hoofdinhoud
vlnr ministers Muhammed Qader Muhammed en Mahmood Salih Hama Karim, en hoofd internationale relaties Falah Mustafa Bakir
De afgelopen dagen ben ik met een delegatie van de Koerdische Regionale Regering uit Irak naar verschillende internationale instellingen in Den Haag geweest. We bezochten onder meer de OPCW (toezichthouder op verbod chemische wapens) het Joegoslavië-tribunaal (zagen Mladic zich verdedigen) en brachten een halve dag door bij het Internationaal Strafhof (ICC). De delegatie, met onder meer twee ministers, had bewijzen van genocide op Yezidi’s bij Sinjar meegenomen en overhandigde deze aan het bureau van de aanklager. Het ICC kan niet zomaar een onderzoek starten omdat Irak geen lid is van het Strafhof. Een onderzoek kan ook door verwijzing van de kwestie door de Veiligheidsraad naar het Strafhof maar die route is moeilijk. Misschien is het kansrijker om via acceptatie van de jurisdictie van het ICC door de regering in Bagdad een zaak te starten. Het is hoe dan ook van belang dat de daders van de genocide op de Yezidi’s en andere etnische en/of religieuze groepen in Irak en Koerdistan voor het gerecht komen. Het bijwonen van de zaak tegen generaal Mladic maakte in die zin veel indruk op me: genocide in 1995 en nu bijna 20 jaar later een rechtszaak. Dat is laat, maar gelukkig niet té laat.