De lessen van Piketty - Hoofdinhoud
Woensdag ontvingen wij in de commissie Financiën van de Tweede Kamer de Franse econoom Thomas Piketty. Een mooie gelegenheid om aan de hand van zijn boek 'Kapitaal in de 21e eeuw' met hem van gedachten te wisselen over het thema ongelijkheid. Piketty heeft ongelijkheid de plek gegeven waar het hoort: bovenaan de agenda van het maatschappelijk debat. Aan de politiek de taak om de lessen van Piketty te vertalen naar de praktijk. De Partij van de Arbeid wil een eerlijker belasting van vermogen, een faire bijdrage van bedrijven en vooral veel meer aandacht voor 'predistributie', oftewel het voorkomen van ongelijkheid
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) laat in een verkenning zien dat de primaire inkomensverschillen (voor tussenkomst van belastingen en toeslagen) in Nederland net zo groot zijn als in de VS. Dankzij de arrangementen van de welvaartsstaat behoren de inkomensverschillen uiteindelijk gelukkig tot de kleinste ter wereld, vergelijkbaar met landen als Zweden en Denemarken. Ons progressieve sociale stelsel, de sociale zekerheid en vooral de AOW zijn dus zeer succesvol.
Dat neemt niet weg dat de ongelijkheid toeneemt als gekeken wordt naar de absolute top. En ook de initiële loonverschillen nemen door globalisering en technologische ontwikkelingen toe.
Piketty stelt dat kapitaal harder groeit dan de economie. Met andere woorden: rijke renteniers worden steeds rijker, terwijl werkenden achterblijven. We worden door Piketty bevestigd in de noodzaak van een rechtvaardiger belasting op het rendement op vermogen. Het huidige stelsel met een verondersteld rendement van 4 procent wordt terecht als onrechtvaardig ervaren. De professoren Caminada en De Vries stelden dat mensen met veel vermogen meer risico kunnen nemen en daardoor hogere rendementen behalen dan kleine spaarders. Dat betekent dat de huidige 'box 3'-systematiek op de schop moet. Niet het vermogen maar het behaalde rendement moet worden belast. Zo betalen kleine spaarders minder en vermogenden meer. Dat is een rechtvaardiger en beter stelsel.
Vorige week donderdag organiseerde de voorzitter van de budgetcommissie van de House of Commons, Margaret Hodge, een conferentie over fiscaliteit en globalisering, waaraan ik deelnam. Ontwijkingsgedrag van ondernemingen kwam daarbij veelvuldig ter sprake. Net als misbruik van belastingverdragen. Die zijn bedoeld om dubbele belasting te voorkomen, niet om twee keer niks te betalen. Ook dagblad Trouw publiceerde donderdag een schokkend verhaal over de zogenoemde Luxemburg-constructie. Deze schandalige praktijken moet een halt toe worden geroepen. De wetgeving moet daartoe internationaal worden aangescherpt. Maar aanwezige CEO's wezen erop dat publieke druk (en daarmee gepaard gaande imagoschade) eveneens effectief is. Zo is er geen groot bedrijf dat geen milieu- en maatschappelijk verantwoord beleid heeft en wordt het laten voortbestaan van mensonterende arbeidsomstandigheden niet meer getolereerd. Ontduiking van de maatschappelijke plicht om belasting te betalen moet snel aan deze rij worden toegevoegd.
Maar met alleen herverdelen en het aanslaan van de rijken zijn we er niet. De WRR stelt terecht dat niet alleen redistributie maar ook predistributie er toe doet. Niet alleen herverdelen, maar ook zorgen dat preventief ongelijkheid wordt verkleind. Als je de verschillen minder groot laat worden, hoef je 'achteraf' ook minder te repareren.
Daartoe worden door het huidige kabinet de nodige stappen gezet. Met de wet normering topinkomens worden inkomens in de (semi-)publieke sector fors beperkt en gemaximeerd op een ministersalaris. En met de onlangs aangenomen bonuswet voor de financiële sector worden torenhoge bonussen aan banden gelegd. Ook in andere sectoren moeten de beloningen verder worden genormaliseerd: artsen komen meer in loondienst, accountantsbeloningen moeten worden beperkt en aan het eindeloze fiscale trapezewerk van sommige rijken komt in het nieuwe fiscale stelsel een einde.
Een minstens zo belangrijke component is het voorkomen van armoede en het mogelijk maken dat iedereen kansen krijgt en deze kan benutten. De belangrijkste drijver van gelijkheid noemt Piketty de verspreiding van kennis, waarbij het onderwijs de belangrijkste rol speelt. Het is een nog wat onderbelichte les uit het beroemde boek. De PvdA ziet het onderwijs als essentieel instrument om kennis en kunde zo breed mogelijk over de samenleving te verspreiden. Maar niet alleen onderwijs, ook voor- en vroegschoolse educatie voorkomt dat kinderen al op jonge leeftijd met taalachterstanden te maken krijgen. En goede kinderopvang helpt hetzelfde doel te bereiken. Goede scholing, in de brede zin van het woord, is dan ook een belangrijk middel om inkomensverschillen te beperken. En in de gezondheidszorg moet veel meer aandacht komen voor preventie, zodat het feit dat mensen met een laag inkomen 7 jaar eerder sterven in Nederland snel tot het verleden behoort.
Piketty brengt ongelijkheid terug waar het hoort: bovenaan de agenda van het maatschappelijk debat. Aan sociaaldemocraten de taak om ongelijkheid terug te dringen. Ongelijkheid gaat ten koste van geluk, gezondheid en groei, en tast de wortels aan van de democratische rechtstaat. President Obama noemde dit onderwerp niet voor niets 'the defining challenge of our time'. De vraag die wij moeten beantwoorden is hoe wij het kunnen vertalen naar maatregelen die de ongelijkheid in de praktijk terugdringen.
Voor ons zijn er drie lessen: 1. We moeten eerder en beter herverdelen. 2. Predistributie naast redistributie. Internationale bedrijven moeten een fair share betalen. 3. We moeten komen tot een rechtvaardiger belasting op vermogen. Opdat in de 21e eeuw niet alleen de vermogenden, maar iedereen zijn of haar vermogens kan ontplooien en ambities waar kan maken.