Geef mensen meer zeggenschap over publieke instellingen - Hoofdinhoud
Geef mensen hun publieke instellingen terug. Dit is de belangrijkste opdracht uit het vandaag verschenen rapport Politiek van Waarde (pdf) van de commissie-Hamming. Het rapport schetst treffend de veranderingen die soms nodig zijn in het denken en handelen van hedendaagse bestuurders en volksvertegenwoordigers. Onze politiek is er immers op gericht om mensen sterker te maken. Daarom willen we dat mensen (weer) meer zeggenschap krijgen over het werk en functioneren van publieke instellingen.
Download het rapport van de commissie Hamming (pdf) >
Download de resolutie van het partijbestuur (pdf) >
Bij mijn aantreden als voorzitter begin 2012 benoemde ik al een groot probleem: het gevoel van mensen dat instituties niet meer voor en door hen in het leven zijn geroepen, maar dat publieke instellingen alleen nog maar vóór mensen hun toekomst bepalen. Het project Van Waarde van de Wiardi Beckman Stichting ging daar verder op in en beschrijft hoe sociaaldemocraten in deze tijd van economische en maatschappelijke veranderingen politiek willen bedrijven.
In het rapport van de commissie onder leiding van Jan Hamming en de bijbehorende resolutie van het partijbestuur vind je de praktische uitwerking hiervan nu terug. Een van de punten die het rapport benoemt is dat mensen weer het gevoel moeten krijgen dat zij eigenaar zijn van publieke instellingen. We hebben gezien waar de concentratie van taken bij een Amarantis of een Vestia toe kan leiden. We weten hoe ons als bewoner, huurder, patiënt, medewerker maar ook als politicus soms het gevoel bekruipt dat we machteloos zijn tegenover deze instellingen.
Daarom vind ik de aanbevelingen van de commissie-Hamming over ons handelen als politicus ook zo goed. Ze geeft een Haagse agenda als opdracht mee. We willen bewoners, huurders, medewerkers en patiënten weer zeggenschap geven over hun toekomst. Instellingen moeten qua schaal, bestuur en toezicht weer nauwer aansluiten op de leefwereld van mensen. Gemeenten moeten mensen weer betrekken bij de ontwikkeling van hun buurt. Dat kan heel simpel door in de nieuwe Buurtwet de rechten van bewoners vast te leggen. En coöperaties willen we actief ondersteunen bij de uitvoering van publieke taken, zodat bewoners zelf beslissen over de zorg, school en volkshuisvesting in hun wijk. Tot slot moet er dan ook in het toezicht het nodige veranderen.
We gaan ook de zittingstermijn van bestuurders in publieke instellingen aan banden leggen. Geen bestuurders meer die als een Zonnekoning decennia lang kunnen besturen, zonder een strobreed in de weg gelegd te worden. We willen dienstbare bestuurders, onder maximaal toezicht. Daarom heeft de Kamer de beloning dankzij onze inspanningen al begrensd. We gaan nu een stap verder: ook de zittingstermijn wordt wat ons betreft beperkt tot maximaal twee periodes van vijf jaar.
Maar we kijken in het rapport ook naar onszelf, als politicus. Wij verlangen meer van leden die volksvertegenwoordiger zijn of willen worden. Het scholingsaanbod wordt uitgebreid en verplicht voor iedereen die in de raad, staten of parlement wil zitten. En in het scholingsaanbod staan straks de waarden van de sociaaldemocratie centraal. Want alleen zo worden de waarden leidend in ons dagelijks handelen. En ja, ik wil ons ook vaak (soms vaker dan nu) op straat en in het buurthuis blijven zien, tussen de mensen en met mensen.
Veel van de aanbevelingen van de commissie zijn voor ons gesneden koek. We hebben talloze partijgenoten die al het goede voorbeeld geven. Ik noem Carine Bloemhoff uit Groningen. Zij maakte zich druk om een dreigend faillissement bij een drukbedrijf waar 15 mensen op straat dreigden te komen. Dit bedrijf was ooit onderdeel van de sociale werkvoorziening en de oorzaak van het dreigende bankroet lag bij de overheid. Carine ondernam snel actie richting geldschieters, gemeente en vakbonden en kon zo voorkomen dat het bedrijf de deur moest sluiten. Belangenbehartiging kan vele manieren vorm krijgen.Twintig partijgenoten hebben we aangesteld als ambassadeur. Zij gaan de partij in om ervaringen te delen en daar waar er vraag naar is, te coachen en begeleiden.
Het woord is nu aan de leden. Op het Congres van 17 en 18 januari gaan we nader in op het rapport en de negen aanbevelingen van het Partijbestuur. Ik hoop jullie dan te zien.