De vijftien van Franciscus - Hoofdinhoud
Kerstmis, de tijd van zoetgevooisde en zalvende woordjes, en Nieuwjaar, de dag waarop de goede voornemens al weer bijna vergeten zijn, liggen weer achter ons. 2015 Ligt voor ons, en ik wens iedereen een fijn, gezond en strijdbaar jaar.
Toch wil ik nog even terug naar de toespraak die de paus ten overstaan van zijn belangrijkste adviseurs, de kardinalen van de curie, aan de vooravond van Kerstmis heeft gehouden.
Ik ben katholiek opgevoed: katholieke (kost)school, jarenlang misdienaar, katholieke hockeyclub. Het heeft niet mogen baten, voor mijn twintigste is het geloof me ontvallen. En toch blijf je ermee verbonden, en daarom volg ik wat er zich binnen het geloof in het algemeen en binnen het katholieke kerk in het bijzonder voltrekt op de voet.
Zo ook de ferme uithaal - in vijftien bijna universeel geldende punten - van de paus richting de curie. In niet mis te verstande bewoordingen haalde hij uit naar zij die lijden aan Spirituele Alzheimer, zij die ooit kozen voor een bestaan in dienst van het geloof en de kerk maar inmiddels zijn vergeten waarom dat ook al weer was. Hij hekelde het geklets en geroddel binnen de curie, de slaafse opstelling jegens meerderen, de slechte samenwerking (de ander is immers je rivaal); en dit alles slechts om het eigen belang te dienen. Ook zij die er altijd sikkeneurig bij lopen, onvriendelijk zijn, of hun ondergeschikten grof en arrogant behandelen, kregen de wind van voren. Exhibitionisme, narcisme, het kwam allemaal langs en er werd korte metten mee gemaakt.
Sommigen leggen zijn moed om dit allemaal rechttoe rechtaan te zeggen uit als het tekenen van zijn doodvonnis, letterlijk dan wel figuurlijk. De Nederlandse bisschoppen zwegen in alle talen. ‘Wie zijn wij om op de woorden van de paus te reageren?’
De kloof tussen moed en lafheid is soms heel groot.