Laat beleid over aan provincies en gemeenten - Hoofdinhoud
"Overlast gevende diersoorten, ook beschermde diersoorten, moet je kunnen aanpakken." Dat zei VVD-Tweede Kamerlid Rudmer Heerema, op werkbezoek in Borger-Odoorn. Hij wil dit nog vóór de zomer in de nieuwe Flora- & Faunawet laten opnemen. "Maar niet eerder, dan nadat alle diervriendelijke methodes zijn uitgeput. Het beleid op dat punt moet worden overgelaten aan Provincies en Gemeenten."
Langs de kust zijn het de meeuwen, in landelijke gebieden (zoals Drenthe) de steenmarters en de roeken. En rond Nijmegen de dassen. Rudmer Heerema wil niet al die soorten apart behandelen. Maar gewoon alle overlast gevende diersoorten diervriendelijk beheersbaar proberen te maken. En dat beschermde diersoorten overlast kunnen veroorzaken werd tijdens zijn werkbezoek aan Borger-Odoorn wel duidelijk.
Het zijn roeken die mensen lastig vallen, lawaaioverlast veroorzaken, uitwerpselen verspreiden en ziektes kunnen overbrengen. Maar ook, zoals op het landbouwbedrijf van de Familie Tammenga in Nieuw-Buiten, de afdekking van het kuilvoer doorpikken waardoor het niet meer bruikbaar is. Of, zoals bij garagehouder Oving in Buinen, steenmarters die de stroomkabels aanvreten, de sensors van auto kapot maken en zelfs remleidingen kunnen doorknagen.
Rudmer Heerema: "Allemaal kleine schades, die ieder op zich te klein zijn om op te geven of aan te pakken. Maar die bij elkaar een enorm bedrag vertegenwoordigen. En je kunt er je verzekering niet op aanspreken. Toch gaat het bij een garagebedrijf of landbouwbedrijf al snel om vele duizenden per jaar. We moeten dat probleem niet vanuit Den Haag willen oplossen. Dat beleid moet dichter bij de mensen gemaakt worden. Door provincies of gemeentes, die kunnen maatwerk leveren."
Rudmer Heerema en VVD Tweede Kamer-collega Erik Ziengs waren zeer geïnteresseerd in de verhalen van mensen die hebben geprobeerd een claim bij het Faunafonds in te dienen. Want dat schijnt praktisch onmogelijk te zijn. Erik Ziengs: "Als inderdaad het claimen van schade bij de overheid onnodig wordt bemoeilijkt, of zelfs praktisch onmogelijk wordt gemaakt, dan willen wij daar keihard tegen optreden. Soms lijkt het erop, als de politieke kleur van de desbetreffende ambtenaar doorklinkt in de vraagstelling. En dat zou onacceptabel zijn."