Weeklog: tijd voor een interparlementair manifest tegen belastingontwijking

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zaterdag 21 februari 2015.

De ministers van Financiën die vrijdag Griekenland zwaar onder druk zetten om door te gaan met het oude, neoliberale beleid van de Trojka, waren op één punt wel onder de indruk van de regering van Tsipras: het is de eerste Griekse regering die belastingontwijking en corruptie echt wil aanpakken. Niet alleen in Griekenland, maar in heel Europa moeten mensen en bedrijven met veel vet op de botten eindelijk eens hun aandeel gaan leveren aan het herstel van werkgelegenheid en het terugdringen van armoede, en moeten ze dus daadwerkelijk belasting gaan betalen. In Parijs gaan we deze week met andere parlementariërs spreken met de club van rijke landen, de OESO, over internationale maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan. Het is mijn bedoeling om parlementariërs vanuit de hele wereld te binden aan een soort manifest, zodat we een permanente pressiegroep worden op dit gebied.

De eurogroep onder leiding van Dijsselbloem bestaat grotendeels uit politici die overtuigd zijn van de noodzaak de overheid zo klein mogelijk te maken, de markt de ruimte te geven en dus ook de lasten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden. Hun ideologie van de kleine overheid heeft al heel wat kapot gemaakt: chaos bij wat in wezen publieke diensten zijn (zorg, openbaar vervoer, onderwijs, etc.) en afbraak van sociale voorzieningen. Het feit dat dezelfde ministers nu wel een einde willen maken aan belastingontwijking door grote bedrijven, is dan ook opmerkelijk. Maar, zoals iemand in Brussel tegen me zei: alleen als we de mensen blijven informeren over misstanden bij bedrijven, zoals Starbucks of Google, gaan de ministers echt wat doen, want de aanpak van belastingontwijking staat eigenlijk haaks op hun ideologie.

Bij belastingontwijking moet je trouwens geen wonderen verwachten van Brusselse initiatieven. Als alleen binnen de Europese Unie maatregelen worden genomen, is het een koud kunstje voor multinationals om die maatregelen te omzeilen. Er zijn dan genoeg niet-EU-landen die graag willen meewerken aan schimmige constructies om belasting te ontwijken. Daarom is het overleg binnen de club van rijke landen, de OESO, in wezen veel belangrijker dan wat er in Brussel gebeurt: juist in Parijs zit de gehele geïndustrialiseerde wereld aan tafel. Als de afspraken die daar gemaakt worden, echt worden uitgevoerd, kunnen de multinationals geen kant meer op.

De afgelopen maanden heeft de Europese Commissie zich hard op de borst geklopt: zij ging de bezem halen door belastingontwijking binnen de EU. Ik heb daar weinig vertrouwen in: de Commissie wordt immers geleid door Juncker, die zelf jarenlang vanuit Luxemburg heeft meegewerkt aan belastingontwijking. Maar bovendien is de eigenlijke agenda van de Commissie een andere: ze wil nu eindelijk grip krijgen op het belastingbeleid, tot nu toe een puur nationale bevoegdheid van de lidstaten. In Parijs zijn er minder van dat soort nevenagenda’s: het OESO-Secretariaat bestaat uit knappe koppen, specialisten op hun vakgebied, maar die stellen zich dienend op en willen niet op de stoel van de nationale parlementen gaan zitten.

Komende week komt het door mij opgerichte interparlementaire netwerk tegen belastingontwijking in Parijs bijeen. We gaan horen wat de laatste resultaten van de OESO zijn en zullen zowel het secretariaat, maar zeker ook de lidstaten scherp houden. Wat mij betreft, stellen we een manifest op waarmee alle deelnemende parlementariërs beloven geen genoegen te nemen met halve oplossingen. Multinationals en miljardairs moeten gewoon belasting gaan betalen en wij gaan daar voor helpen zorgen.