Antwoorden van de Minister voor BHOS op vragen over het rapport van Human Rights Watch, waarin de organisatie melding maakt van 47 buitengerechtelijke executies in Burundi

Met dank overgenomen van I.S.H. (Ingrid) de Caluwé i, gepubliceerd op woensdag 4 maart 2015, 3:39.

Antwoorden van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid De Caluwé (VVD) over het rapport van Human Rights Watch, waarin de organisatie melding maakt van 47 buitengerechtelijke executies in Burundi.

Vraag 1

Bent u bekend met het op 12 februari verschenen rapport van Human Rights Watch, waarin de organisatie melding maakt van 47 buitengerechtelijke executies in Burundi? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Gaat een deel van het OS-geld (circa 5 miljoen euro per jaar) dat Nederland besteedt aan rechtstaatontwikkeling in Burundi ook naar projecten waar de genoemde eenheden bij betrokken zijn?

Antwoord 2

Nederland steunt verschillende programma’s ter verbetering van het functioneren van politie en leger in Burundi en ter versterking van democratisch toezicht op het veiligheidsapparaat. Dat gebeurt deels met OS-geld voor rechtstaatontwikkeling, deels met geld uit het centraal gefinancierde stabiliteitsfonds.

Verder verzorgt Nederland samen met de VS, in het kader van het African Contingency Operations Training and Assistance programma (ACOTA) de training van Burundese bataljons die in Somalië worden ingezet in de Afrikaanse vredesmacht AMISOM.

Op dit moment kan niet worden uitgesloten dat individuele manschappen van de eenheden die in het HRW rapport zijn genoemd, hebben deelgenomen aan door Nederland gefinancierde projecten. Volgens berichten zou een aantal van hen onlangs uit Somalië zijn teruggekeerd. Het is mogelijk dat zij de ACOTA-training hebben doorlopen.

Vraag 3

Is het waar dat u heeft gevraagd om een Burundees onderzoek naar de gebeurtenissen? Legt u ook druk op de Burundese overheid om een daadwerkelijk onafhankelijk onderzoek in te stellen?

Antwoord 3

Ja. De minister van Buitenlandse Zaken heeft mede namens mij en de minister van Defensie een brief gestuurd hierover aan zijn Burundese collega. Ook de Nederlandse ambassadeur en zijn medewerkers hebben tijdens diverse ontmoetingen met Burundese overheidsvertegenwoordigers zowel bilateraal, in EU verband, als samen met de VS om een onafhankelijk, gedegen en geloofwaardig onderzoek gevraagd.

Het Burundese Openbaar Ministerie heeft in antwoord op deze vraag, daags na het verschijnen van het HRW rapport, een commissie ingesteld die onderzoek zal doen naar de gebeurtenissen en een maand de tijd heeft om een rapport te schrijven. Nederland zal er bij de Burundese overheid op aandringen om de onderzoekscommissie uit te breiden met leden van het Burundese maatschappelijk middenveld. Nederland dringt ook aan op openbaarmaking van het rapport en verwacht dat passende maatregelen worden getroffen tegen verantwoordelijken voor mensenrechtenschendingen.

Vraag 4

Zo ja, welke bijdrage zou Nederland kunnen leveren aan een dergelijk onderzoek?

Antwoord 4

In eerste instantie moet het Burundese Openbaar Ministerie ruimte krijgen om het onderzoek uit te voeren. Nederland zal via een professionele internationale organisatie technische ondersteuning aanbieden, zo mogelijk samen met andere internationale partners. Vooral op forensisch gebied heeft Burundi een tekort aan capaciteit. Ook zal de commissie worden aangemoedigd samenwerking te zoeken met andere instanties, zoals de CNIDH (Commission Nationale Indépendante des Droits de l’Homme), die met een eigen onderzoek bezig zijn.

Vraag 5

Welke maatregelen gaat u nemen naar Burundi toe, nu Nederland rechtstaatontwikkeling financiert en het juist op dit vlak mis lijkt te zijn gegaan?

Antwoord 5

Als het Burundese onderzoek niet onafhankelijk, gedegen en geloofwaardig is, of als blijkt dat er inderdaad ernstige schending van mensenrechten hebben plaatsgevonden en dit onbestraft blijft, dan zal NL waarschijnlijk overgaan tot het intrekken of bevriezen van een deel van de steun. De Burundese autoriteiten zijn op de hoogte van de voorwaarden die Nederland verbindt aan voortzetting van de samenwerking met het leger en de politie. Afspraken hierover zijn in 2009 vastgelegd in een gezamenlijk MoU.

  • 1) 
    http://www.hrw.org/news/2015/02/12/burundi-summary-executions-army-police