VN vrouwenrechten - Hoofdinhoud
Vragen van de leden Yücel, Servaes en Van Laar (allen PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de uitkomst van de VN-commissie over vrouwenrechten.
1.
Kent u de berichtgeving in de Volkskrant van 11 maart jl. en in The Guardian over de VN-bijeenkomst van de Commission on the Status of Women (CSW) waarin gesteld wordt dat de slotverklaring een stap terug betekent voor vrouwenrechten?
2.
Deelt u de zorgen van de bijna duizend vrouwengroepen en ngo’s en van UN Women-directeur Phumzile Mlambo-Ngcuka dat de internationale ambities met betrekking tot het bevorderen van vrouwenrechten stagnatie en op een aantal punten zelfs achteruitgang vertonen?
3.
Deelt u de zorgen van maatschappelijke organisaties omtrent de ‘onheilige alliantie’ van conservatieve landen die binnen de VN proberen de verworven vrouwenrechten stelselmatig uit te hollen? Klopt het dat dit conservatieve machtsblok er met succes op aan wist te dringen dat in de slotverklaring de koppeling tussen vrouwenrechten en mensenrechten is losgelaten en dat schadelijke praktijken als vrouwenbesnijdenis, eerwraak, kindhuwelijken en geweld tegen vrouwen onbenoemd blijven?
4.
Op welke wijze heeft Nederland zich tijdens de CSW ingezet om het schrappen van vrouwen- en mensenrechten en van de bovengenoemde schadelijke praktijken tegen vrouwen in de eindtekst tegen te gaan?
5.
Deelt u de overtuiging dat in VN-verband vrouwen, lhbt-, en seksuele en reproductieve rechten, maximaal moeten worden vastgelegd, bevorderd en versterkt, evenals de noodzaak om o.a. vrouwenbesnijdenis en eerwraak op vrouwen tegen te gaan?
6.
Op welke wijze is Nederland voornemens om de komende vijf jaar, op weg naar de volgende CSW-bijeenkomst, vrouwen-, lhbt-, en seksuele en reproductieve rechten te bevorderen in VN-verband en hoe is Nederland voornemens om, in samenwerking met andere landen, de ambitie van de ‘onheilige alliantie’ om deze rechten uit te hollen tegen te gaan?
7.
Klopt de waarneming van The Guardian dat maatschappelijke organisaties grotendeels uitgesloten waren bij de totstandkoming van de verklaring die voorlag tijdens de CSW? Zo ja, deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk is en dat juist wat betreft dit soort fundamentele mensenrechten de betrokkenheid en consultatie van maatschappelijke organisaties van groot belang is?
Ga terug naar overzicht debatten & Kamervragen.