Gedelegeerde verordening 2014/240 - Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze gedelegeerde verordening is op 14 maart 2014 gepubliceerd en is op 15 maart 2014 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen

officiële Engelstalige titel

Commission Delegated Regulation (EU) No 240/2014 of 7 January 2014 on the European code of conduct on partnership in the framework of the European Structural and Investment Funds
 
Rechtsinstrument Gedelegeerde verordening
Wetgevingsnummer Gedelegeerde verordening 2014/240
Celex-nummer i 32014R0240

3.

Key dates

Document 07-01-2014
Bekendmaking in Publicatieblad 14-03-2014; PB L 74 p. 1-7
Inwerkingtreding 15-03-2014; in werking datum publicatie +1 zie art 19
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

14.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 74/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 240/2014 VAN DE COMMISSIE

van 7 januari 2014

betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 5, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het doel van deze verordening is te voorzien in een Europese gedragscode om de lidstaten te ondersteunen bij de organisatie van partnerschappen, voor partnerschapsovereenkomsten en programma’s die worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV). Deze fondsen opereren nu onder een gemeenschappelijk kader en worden aangeduid als de „Europese structuur- en investeringsfondsen” (hierna „de ESI-fondsen” genoemd).

 

(2)

Werken in partnerschap is een traditioneel beginsel bij de uitvoering van de ESI-fondsen. Partnerschap impliceert een nauwe samenwerking tussen overheden, economische en sociale partners en maatschappelijke organisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau, gedurende de gehele programmacyclus, die bestaat uit voorbereiding, uitvoering, bewaking en evaluatie.

 

(3)

De geselecteerde partners moeten zo representatief mogelijk voor de desbetreffende belanghebbenden zijn. De selectieprocedures moeten transparant zijn en rekening houden met de verschillende institutionele en juridische kaders van de lidstaten en hun nationale en regionale bevoegdheden.

 

(4)

De partners dienen te bestaan uit overheden, economische en sociale partners en maatschappelijke organisaties, waaronder milieupartners, organisaties van lokale gemeenschappen en vrijwilligersorganisaties, die wezenlijke invloed kunnen hebben op of ingrijpende gevolgen kunnen ondervinden van de uitvoering van de partnerschapsovereenkomst en programma’s. Specifieke aandacht moet worden besteed aan groepen die bij de programma’s betrokken kunnen raken, maar het moeilijk vinden om invloed uit te oefenen, in het bijzonder de meest kwetsbare en randgroepen, die het grootste risico lopen op discriminatie en sociale uitsluiting, in het bijzonder personen met een handicap, migranten en Roma.

 

(5)

Bij de selectie van partners moet rekening worden gehouden met de verschillen tussen partnerschapsovereenkomsten en programma’s. Partnerschapsovereenkomsten dekken alle ESI-fondsen die steun verlenen aan elke lidstaat, terwijl programma’s alleen betrekking hebben op de ESI-fondsen die er een bijdrage aan leveren. De partners voor partnerschapsovereenkomsten moeten relevant zijn in het licht van het geplande gebruik van alle ESI-fondsen, terwijl het voor programma’s voldoende is dat de partners relevant zijn in het licht van het geplande gebruik van de ESI-fondsen die aan het programma een bijdrage leveren.

 

(6)

De partners dienen te worden betrokken bij het opstellen en uitvoeren van partnerschapsovereenkomsten en programma’s. Daarom is vaststelling noodzakelijk van de belangrijkste beginselen en goede praktijken...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

 

5.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.