Inbreng verslag (wetsvoorstel) Joël Voordewind ten behoeve van Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op woensdag 22 april 2015.

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten behoeve van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Onderwerp:   Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd

Kamerstuk:    34 160

Datum:           9 april 2015

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van het voorstel van Wet houdende wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd. Zij hechten belang aan de mogelijkheden voor MBO-studenten om eigen keuzes te maken binnen hun opleiding, maar stellen ook vragen bij het inperken van de ruimte van instellingen om een eigen invulling aan het onderwijs te geven en zich te profileren.

Artikel 1.1

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat er veel (kleine) opleidingen zijn die niet altijd goed aansluiten op de arbeidsmarkt, die wisselend van kwaliteit zijn en die weinig doelmatig zijn. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd om meer stroomlijning en meer doelmatigheid in het aanbod te realiseren. Erkent de regering dat het MBO ook veel kleine opleidingen kent die wel heel relevant zijn voor de arbeidsmarkt en aansluiten op de regionale situatie? Zorgt dit wetsvoorstel er voor dat ook succesvolle kleine opleidingen gaan verdwijnen?

Artikel 2.1

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op welke manier de regionale component van het MBO wordt versterkt, wanneer instellingen verplicht worden te kiezen uit landelijke keuzedelen. Waarom is de ruimte van instellingen tot de landelijk vastgestelde lijst keuzedelen beperkt, terwijl instellingen regionaal afstemmen met het bedrijfsleven over de inrichting van het vrije keuzedeel? Waarom kiest de regering voor het volledig vullen van de vrije ruimte van instellingen met landelijk vastgestelde keuzedelen, aangezien er prima voorbeelden zijn van instellingen die de vrije ruimte goed benutten? Genoemde leden wijzen op de suggestie van de Raad van State om instellingen de ruimte te bieden gemotiveerd af te wijken van het wettelijke stramien.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de noodzaak om de Toetsingskamer de zelf vormgegeven keuzedelen van instellingen te laten toetsen. Waarom kiest de regering voor deze inmenging in de vrijheid van instellingen om de onderwijsinhoud vorm te geven?

Artikel 4

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom gekozen wordt om de keuzedelen volledig te richten op de arbeidsmarkt, terwijl opleidingen ook een vormende functie hebben. Waarom wordt ervoor gekozen om de ruimte voor vormende opleidingen weg te nemen? Is het realistisch om te stellen dat instellingen aanvullend op de wettelijke onderwijstijd profilerende onderdelen aanbieden, aangezien zij daar geen bekostiging voor ontvangen? Wat is de visie van de regering op de vormende taak van het MBO en de eigen invulling aan de vormende taak?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom de regering kiest voor het uniformeren van opleidingen in het MBO, terwijl het beroepsonderwijs zich ook zou moeten profileren en divers zou moeten zijn. Leidt voorliggend wetsvoorstel niet juist tot een minder divers aanbod, minder profilering en meer uniformering?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.