EU moet Armenië niet de rug toekeren - Hoofdinhoud
Deze week ben ik in Armenië, waar ik een Nederlandse delegatie leid tijdens een werkbezoek. Daarover later meer. Voorafgaand aan het bezoek schreef ik een opiniestuk over de relatie tussen de EU en Armenië, en de kansen die de toekomst biedt. Het stuk werd afgedrukt in een Armeense krant en staat hieronder te lezen:
In september 2013 besloot Armenië het lidmaatschap aan te vragen van de Euraziatische Economische Unie. Daarmee intensiveerde het de betrekkingen met Rusland en kwam er een abrupt einde aan de onderhandelingen over een Associatieakkoord met de EU. Vanuit de positie van Armenië in het geopolitieke krachtenspel is deze toenadering tot Rusland begrijpelijk. Tegelijk is het niet zonder gevaar, meent Nederlands parlementslid Harry van Bommel, die met een parlementaire delegatie deze week Armenië bezoekt.
De Armeense keuze voor nauwere betrekkingen met Rusland kan niet los gezien worden van de afhankelijkheid van Armenië van Rusland. Vooral op economisch gebied is deze afhankelijkheid groot, met name wat energie betreft. Ook zijn er de omvangrijke geldovermakingen aan familie thuis van Armeniërs die in Rusland werken. Naast de economische belangen is er de Russische veiligheidsgarantie voor Armenië. Daar staat echter tegenover dat de grote Russische beer ook zorgt voor onveiligheid, bijvoorbeeld via omvangrijke wapenleveranties aan buurland Azerbeidjan. Al met al betekent de toetreding tot de Euraziatische Economische Unie dat de afhankelijkheid van Armenië van Rusland nog verder toeneemt.
De toenadering tot Rusland moet ook geplaatst worden in de regionale context. Relevant is hier onder meer de oorlog in augustus 2008 tussen Georgië en Rusland, toen het Russische leger reageerde op een Georgisch offensief in het noorden van het land. Sindsdien is Georgië de controle over de delen van Abchazië en Zuid-Ossetië verder verloren. Veel analisten zien deze Russische reactie als ingegeven door een naar het oosten oprukkend westen, zowel de EU en de VS als de NAVO. De desastreuse ontwikkelingen in Oekraïne, die weliswaar begonnen na de aanvraag van het lidmaatschap van de Russische Douane-Unie door Armenië, tonen eveneens aan wat er kan gebeuren als Rusland vitale belangen in het geding ziet komen. Er lijkt een grens te zijn getrokken.
De ontwikkelingen in Georgië en Oekraïne, maar ook bijvoorbeeld in Moldavië, maken duidelijk dat het van groot belang is dat het westen en Rusland een oplossing vinden voor de snel opgelopen spanningen. Anders is het wachten op het uitbreken van de volgende crisis. Cruciaal is daarom dat een manier gevonden wordt voor landen uit de voormalige Sovjet-Unie om de betrekkingen met zowel Rusland als de EU te intensiveren. Zij moeten niet gedwongen worden te kiezen voor de één of voor de ander. Het is belangrijk dat binnen de EU deze bredere context goed begrepen wordt en de Armeense toenadering tot Rusland niet wordt geïnterpreteerd als een ‘nee’ tegen Europa. De EU moet Armenië dan ook niet de rug toekeren, maar juist op zoek gaan naar intensivering van de betrekkingen die nog altijd mogelijk zijn nu Armenië onderdeel uitmaakt van de Economische Unie met onder meer Rusland.
Wat dit betreft, is het een gemiste kans dat de EU en afzonderlijke EU-landen de herdenking van 100 jaar Armeense genocide niet hebben aangrepen om de betrekkingen met Armenië een impuls te geven. Dit geldt te meer, aangezien Rusland de massamoord op de Armeniërs vorige maand wel noemde wat het is, namelijk een genocide. Ook was president Poetin aanwezig bij de herdenking in Jerevan. Vanuit de EU bleef het echter oorverdovend stil. Misschien kan het historische bezoek van het Nederlandse parlement deze week aan Armenië dat een beetje goedmaken.