Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Boko Haram

Met dank overgenomen van J.S. (Joël) Voordewind i, gepubliceerd op woensdag 20 mei 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Koenders van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Boko Haram

Kamerstuk:    27 925

Datum:           23 april 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ook mijn dank aan collega Van der Staaij, die afgereisd is naar Nigeria. Ik heb grote waardering voor zijn inzet, want het is geen ongevaarlijk gebied. Sterker nog, het is echt een gevaarlijk gebied. Het is ook goed dat hij er een verslag van heeft gemaakt. We hebben daar al een keer bij stilgestaan in het mondelinge vragenuur, maar hij heeft ook een uitgebreid verslag gemaakt, waarvan wij kennis konden nemen.

Ik lees in de kranten dat de nieuwe president een laatste slag wil toebrengen aan Boko Haram. Dat klinkt heel dreigend, maar de vraag is natuurlijk of dat de reële situatie is, of dat het een overwinningsspeech is van de nieuwe president. Als je de situatie verder bekijkt, lijkt Boko Haram verre van verslagen. Dat schrijft de minister eigenlijk ook in de brief. De druk op landgenoten in Nigeria is groot. Daar zitten moslims bij en ook expliciet christenen. Ik lees ook dat in bepaalde gebieden 80% van de kerken is verwoest. Bij zulke gerichte acties om bepaalde gebieden schoon te vegen van christenen, kun je toch wel spreken van een religieuze zuivering in die gebieden.

De hamvraag is natuurlijk: wat kan Europa doen en wat kan Nederland via Europa doen? Ik lees in de brief dat Nederland wel degelijk betrokken is bij humanitaire hulp. We lezen over 55 miljoen dit jaar voor de hulp voor vluchtelingen, ook via het Rode Kruis. Dat is allemaal zeer te prijzen. Het is goed dat we op die manier betrokken zijn, maar de vraag is natuurlijk wat we politiek verder nog zouden kunnen doen tegen die vreselijke Boko Haram. De minister noemt in zijn brief al de Multinational Joint Task Force (MJTF), waarbij Nigeria, Tsjaad, Niger, Kameroen en Benin betrokken zijn. De minister stelt daarbij dat er een mogelijkheid is om die organisatie verder financieel te steunen, maar hij laat een beetje in het midden of dat gaat gebeuren. Kan hij daar iets explicieter over zijn? Ik moedig hem aan om dat vooral te doen in de strijd tegen Boko Haram.

Ik kom op de mensenrechtencomponent. Ook de Nigeriaanse veiligheidsdiensten worden verdacht van mensenrechtenschendingen, zo horen wij. Een blik op de lange termijn is dan ook belangrijk. We moeten niet alleen kijken naar Boko Haram maar ook naar de stabiliteit van het land en het respecteren van minderheden, ook door de nieuwe regering. Als het lukt om Boko Haram te verslaan, welke groeperingen krijg je daar dan weer voor terug? Dat is natuurlijk de vraag, want het blijven wel radicaal islamitische gedeelten in het noorden van Nigeria, waar men vatbaar blijft voor dit soort ideologieën.

Ik had het al even over de christenen. Christelijke enclaves …

De voorzitter: Kunt u afronden, mijnheer Voordewind?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ja. Ik noem dan nog één ding. Ik ondersteun het pleidooi van collega Van der Staaij om te denken aan het ondersteunen van safehouses, met name voor christenen die op de vlucht zijn voor religieus geweld. Denk ook aan traumateams. Ik vraag ook aandacht voor de actie Bring Back Our Girls. Die lijkt een beetje in de vergetelheid te raken, maar ziet de minister kans om aan die beweging ook logistieke steun te verlenen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.