Inbreng PvdA bij Erfgoedwet 2 juni 2015

Met dank overgenomen van J.S. (Jacques) Monasch i, gepubliceerd op dinsdag 2 juni 2015, 3:00.

Voorzitter, de PvdA is positief over de bundeling van wetgeving in de nu voorliggende Erfgoedwet. Ons cultureel erfgoed verdient het om in de schijnwerpers te staan, verdient het om gekoesterd te worden en verdient het om waar nodig via wetgeving beschermd te worden.

Voorzitter, we hebben als Kamer via de nota naar aanleiding van het verslag op tal van terreinen antwoorden gekregen van de minister. Voor de PvdA resteren er een paar zaken die wij vandaag in het debat centraal willen stellen en waar wij amendementen danwel moties over zullen indienen.

Dat gaat in de eerste plaats om de bescherming van de ensembles, oftewel hoe beschermen we de roerende zaken die onderdeel zijn van monumenten? Ten tweede hoe beschermen we alles wat tot ons cultureel erfgoed dat rolt, rijdt, vliegt of vaart? Kortom, hoe om te gaan met ons mobiel erfgoed?

Ten derde voorzitter, willen wij aandacht voor de instandhouding van monumenten door eigenaren, waar er mogelijk sprake kan zijn van nalatig onderhoud dat tot verval kan leiden.

Voorzitter, bij elk van deze drie onderwerpen wikt de voorliggende wet en zoekt zij naar een balans tussen bescherming aan de ene kant en het voorkomen van buitensporige regelgeving en bureaucratie aan de andere kant. En de wetgever wikt tussen de vrijheid van eigendom en de beperking vanuit de waarde die dat bezit heeft als cultureel erfgoed.

Wij begrijpen die weging, we steunen hem op tal van punten maar zijn in de drie hier genoemde punten niet overtuigd door de uitkomsten van die afweging zoals ze nu in de wet aan ons zijn voorgelegd.

Graag horen wij van de minister hoe zij denkt over ons amendement met betrekking tot de ensembles. Dit amendement regelt de mogelijkheid om monumenten en hun interieurs in samenhang te kunnen beschermen. Hiervoor moeten de cultuurgoederen die onderdeel uitmaken van het interieur zelf al voldoende waarde voor het Nederlands cultuurbezit vertegenwoordigen om beschermwaardig te zijn. Daarnaast dienen de cultuurgoederen van het ensemble een wezenlijk en onmisbaar onderdeel te vormen van het monument. Deze verwevenheid kan tijdens het gebruik van het monument ontstaan zijn, of doordat het gebouw en het interieur in samenhang ontworpen zijn. De aanwijzing als ensemble zal voor een beperkt aantal rijksmonumenten relevant zijn, doordat hier de samenhang tussen het monument en het beschermwaardige interieur sterk genoeg is. Graag een reactie op dat amendement.

Naast samenhang tussen monumenten en interieurs hebben we in Nederland langdurige ervaring met het ingrijpen in ons landschap. Dit cultuurlandschap is op sommige plekken zo kenmerkend voor ons landschap dat het bescherming verdient. Denk bijvoorbeeld aan het UNESCO-erfgoed van de Beemster polder. Welke rol speelt de minister in de bescherming van deze landschappen?

Voorzitter wij twijfelen over een amendement danwel een motie over het mobiel erfgoed. Nederland is rijk aan voer-, vaar- en vliegtuigen die allemaal een eigen verhaal vertellen. Dit mobiele erfgoed wordt door vele vrijwilligers in stand gehouden en ook gebruikt. Om dit voor de toekomst goed te behouden is veel kennis nodig over de collectie die Nederland heeft en de beste manier waarop dit onderhouden kan worden. Er is al een particulier register, maar dat kan ondersteuning gebruiken. Wij willen dat dit register wordt gebruikt als basis om een lijst op te stellen die gezamenlijk een toonbeeld vormen van het mobiel Erfgoed in Nederland. Daarnaast brengt nieuwe regelgeving soms eisen en beperkingen met zich mee, die voor het mobiel erfgoed nadelig zijn. Denk aan veiligheidseisen voor schepen en fiscale regelingen. Wij zien een taak voor het ministerie van OCW om bij dit soort regelingen de erfgoedbelangen voor het voetlicht te brengen. Misschien kan de minister uitleggen hoe ze dat doet?

Daarnaast verdwijnt steeds meer mobiel erfgoed naar het buitenland. Hoe beschermen we de topstukken effectief? Wij hadden hier al eerder de casus van de Rosalie aan de orde, die nota bene met Nederlands subsidiegeld is opgeknapt en vervolgens naar het buitenland is verkocht.

Wij twijfelen of daarbij de voorliggende wetgeving afdoende is. Graag nogmaals een uiteenzetting door de minister.

Tot slot voorzitter, ons tweede amendement dat al ingediend is regelt een minimale instandhoudingsplicht voor monumenten in de huidige Monumentenwet. Met een instandhoudingsplicht moet een duidelijker instrument komen om eigenaren te verplichten om in ieder geval zodanig onderhoud te plegen dat een monument intact blijft. Er is in de loop van de jaren al wel jurisprudentie over de plichten van eigenaren van monumenten, maar met dit amendement willen wij dat eenduidig vastleggen in deze wet. Dit amendement sluit aan op het amendement dat D66 heeft ingediend bij de Omgevingswet, die in 2018 in moet gaan. Tot die tijd regelt dit amendement de instandhoudingsplicht in dat deel van de Monumentenwet dat nog van kracht blijft.

Voorzitter, tot slot. Er zullen altijd berichten zijn over situaties waarbij wetgeving ter bescherming van het erfgoed zal knellen. Berichten waarvan je achteraf denkt, dit is te Kafkaiaans. Dat is iets wat we met elkaar niet willen. Heeft de minister de wet daar goed op getoetst en wanneer is zij van plan de werking van de wet , mede met het oog op onverwachte gevolgen, te evalueren? Maar in dat verband is het ook de vraag in hoeverre andere wetgeving van de overheid zelf het doel van deze wet in de weg zit. Ik sprak daar al over. Zo lezen we vanochtend in De Volkskrant dat schepen met oude motoren tenminste 13 km per uur moeten kunnen varen op basis van milieuregelgeving. Daarmee zouden ouden schepen hun oude motoren moeten slopen en vervangen door nieuwe. En dat was nou net niet de bedoeling. Klopt dit bericht en is de minister bereidt om dit alsnog aan te passen in overleg met haar collega in het kabinet. Graag een reactie.

Tot zover.