Film & Debat: Timbuktu - Hoofdinhoud
De fundamentalisten van IS bezetten delen van Syrië en Irak, en ook in andere landen voeren verschillende radicaal-islamitische terreurbewegingen strijd voor een eigen staat. Er zijn strenge regels en verboden ingevoerd en het bewind gebruikt bruut geweld tegen de bevolking.
De angst voor aanslagen en maatschappelijke ontwrichting in het westen is groot. Maar het is nog veel moeilijker je voor te stellen hoe het dagelijks leven kan veranderen wanneer een radicaal-islamitische beweging het bewind overneemt. De film Timbuktu schetst een beeld van een dergelijke ingrijpende verandering en biedt een actuele blik op het voortwoekerende extremistische moslimfundamentalisme in Afrika.
Hoe is het leven in een dictatuur? Welke wonden slaat dit bij de bevolking? En hoe kan een gebied weer worden opgebouwd als de fundamentalisten zijn verdreven? Hierover gingen Roelof van Laar i (woordvoerder ontwikkelingssamenwerking in de Tweede Kamer voor de PvdA), Aart van der Heide i (consultant voedselzekerheid en kenner van Mali) en Wouter Dol i (programma-manager NIMD) op 10 september 2015 met elkaar én met de zaal in gesprek.
Dit evenement werd mede mogelijk gemaakt dankzij Filmhuis Den Haag, Montesquieu Instituut en ProDemos, en is onderdeel van de Nacht van de Dictatuur.
De voor een Oscar genomineerde film Timbuktu, die eveneens diverse filmprijzen heeft gewonnen, gaat over de gevolgen van een fundamentalistisch bewind voor de lokale bevolking. Begin 2012 viel de woestijnstad Timbuktu in handen van moslimextremisten, die al in een groot deel van het noorden van Mali macht uitoefenden. Plotseling mochten de inwoners geen muziek meer maken, sigaretten roken of voetballen. De vrouwen moesten gesluierd over straat en de sharia werd ingevoerd.
De film van regisseur Abderrahmane Sissako, die opgroeide in Mali, baseerde Timbuktu op ware gebeurtenissen. Hij brengt in beeld hoe het dagelijks leven verandert onder een radicaal regime. In Timbuktu worden verschillende aspecten belicht. Er wordt zowel aandacht besteed aan het verhaal van een herder voor wie het extremisme ver weg lijkt, als aan de overheersers die de stad onderdrukken.
‘We hebben hen gekoloniseerd en onze godsdienst, rechtstelsels en onderwijssystemen opgelegd. Het westen heeft ontzettend veel fouten gemaakt in Afrika. En nu hebben we de arrogantie om onze legers daar naar toe te sturen!’. Na de vertoning van de film Timbuktu ging het debat in het Filmhuis Den Haag er fel aan toe.
Het geweld in Mali laaide in 2011 op nadat Toeareg-rebellen waren teruggekeerd uit Libië. In korte tijd wonnen de Toearegs een hoop terrein in Noord-Mali en ze sloegen zo een diepe wond in de Malinese samenleving. Twee jaar later drong de Malinese regering aan op internationaal ingrijpen.
Op het podium discussieerden de sprekers over het nut van een militair ingrijpen door het westen. Aart van der Heide noemt de westerse aanwezigheid in het land iets wat niet meer van deze tijd is. Provocerend noemde hij het een vorm van neokolonialisme. Het is volgens hem een teken van westerse arrogantie om daar nog steeds actief te zijn. Roelof van Laar ziet daarentegen wel het nut in van de MINUSMA-missie. Het is te eenvoudig om een bevolking zomaar over te leveren aan een fundamentalistisch gezag.
Het publiek in de uitverkochte zaal had vooral vragen over de rol die het westen heeft gespeeld tijdens en na de val van de Libische dictator Khadaffi. De Toeareg-strijders werden uit Libië weggejaagd en kwamen massaal met moderne wapens terug naar hun thuisland in Mali. Volgens Wouter Dol moet de val van Khadaffi vooral gezien worden als de druppel die de emmer deed overlopen. Er waren namelijk al langer strijdlustige rebellen actief in Mali. Doordat het Malinese leger zo slecht was uitgerust, werd het binnen de kortste keren overrompeld door deze Toeareg-strijders.
De oorlogssituatie in Mali is een van de vele casussen waar burgers zich afvragen of het westen wel of niet moet ingrijpen. De sprekers en een groot deel van de zaal waren het er in ieder geval over eens dat het westen niet sociale en politieke systemen moet opdringen. We moeten echter vergeten dat ook de Malinese bevolking een vredig bestaan en een mooi toekomstbeeld wil hebben. Dat is absoluut niet mogelijk onder een fundamentalistisch bewind.
Film & debat is een samenwerking tussen Filmhuis Den Haag en het Montesquieu Instituut. Het is onderdeel van Democratie in Debat, een samenwerking waar verder ook Internationaal Perscentrum Nieuwspoort en ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat bij zijn aangesloten.
Deze film & debat is onderdeel van een breed programma rond de Nacht van de Dictatuur. De Nacht van de Dictatuur is als tegenhanger van de VN Dag voor de Democratie (15 september) in het leven geroepen om op een andere manier stil te staan bij de betekenis van democratie en rechtsstaat. De Nacht van de Dictatuur wordt dit jaar voor de vijfde keer georganiseerd.