Spreeknotitie AO NAVO-raad - Hoofdinhoud
AO NAVO-raad,
Datum: 20 november 2013
Tijd: 14.00 - 15.30
Zaal: Thorbeckezaal
Voorzitter,
Vanmiddag bespreken wij de NAVO-raad die op 3 en 4 december gehouden wordt in Brussel. De VVD wil de minister enkele inzichten meegeven en wat vragen stellen.
Laat ik beginnen met te stellen dat voor de VVD de NAVO de hoeksteen van ons internationale veiligheidsbeleid is en blijft. De regering bevestigt, herbevestigd zo u wil, die belangrijke trans-Atlantische relatie in de Internationale veiligheidsstrategie.
Het is internationaal een punt van groeiende aandacht dat de contributie voor onze veiligheid in dat NAVO verband betaald wordt door de Verenigde Staten. Tegelijkertijd zien we een verschuiving van de Amerikaanse belangen van Europa en Noord-Afrika naar Azië en de Pacific. Wat de VVD betreft constateert de regering daarom terecht dat Europa een grote verantwoordelijkheid moet nemen in het waarborgen van de veiligheid in de eigen regio.
Juist omdat wij de Verenigde Staten steeds meer de blik naar Azië zien richten vroeg de VVD in het voorjaar bij de vorige NAVO-raad aandacht voor de wijze waarop Europa binnen NAVO verband meer verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen veiligheid in Noord-Afrika. In het verslag wordt alleen gesproken over Syrië, maar niet over de MENA-regio in een bredere betekenis. De VVD ziet die verantwoordelijkheid in de regio als een existentieel onderwerp om de NAVO in de toekomst levensvatbaar te houden, maar vooral ook om Europa en ons eigen land veilig te houden. In hoeverre is de regering bereid de groeiende Europese verantwoordelijkheid voor de MENA regio binnen NAVO verband op de agenda te zetten?
De VVD deelt de analyse dat Georgië vooruitgang heeft geboekt. De laatste twee verkiezingen resulteerden in de eerste twee democratische machtsoverdrachten sinds Georgië onafhankelijk is. In hoeverre ziet de regering Georgie als toekomstig NAVO-lid? Welke rol spelen volgens de regering de separatische regio’s Abkhazie en Zuid-Ossetie hierin?
De VVD deelt het inzicht van de regering dat Oekraine een gewaardeerde NAVO partner is die pro actief de samenwerking zoekt. In hoeverre kan de regering aangeven of er signalen zijn dat de samenwerking met Oekraïne verder geïntensiveerd kan worden nadat het land een bijdrage heeft geleverd aan Ocean Shield?
De VVD is voorstander van de uitbreiding van de NAVO met Macedonië. In hoeverre kan de regering aangeven of er gesproken wordt over deze uitbreiding?
In het verslag stelt de regering dat de Afghaanse minister Rassoul benadrukte dat Afghanistan een missie na 2014 wil. Bondgenoten wezen volgens het verslag op het belang van een goed verloop van de verkiezingen en de daarmee samenhangende nationale verzoening.
De VVD is kritisch op de eisen van de Afghaanse regering als het gaat om de betrokkenheid van de Verenigde Staten en de NAVO post-2014. Ik noem ‘een einde aan de special ops’ van de Verenigde Staten, een soort artikel 5 veiligheidsgarantie, en een eigen staand leger. Kan de minister aangeven hoe hij de kansen inschat van het slagen van de Bilateral Security Agreement die tot stand moet komen tussen de Verenigde Staten en Afghanistan?