Column Hart van Holland - week 23 - Hoofdinhoud
Cultuur in beweging
Het afleggen van werkbezoeken is voor een cultuurwoordvoerder bepaald geen straf. Helemaal niet als de zon schijnt en je op bezoek mag bij de bouwplaats voor een kijkje achter de schermen van de verbouwing van het Mauritshuis in Den Haag. Een enorm project waarbij het gebouw helemaal gestript is en klaargemaakt wordt voor een nieuw tijdperk. Letterlijk wordt de blik naar buiten gericht. Zo wordt de vroegere hoofdingang aan de zijkant van het gebouw, waar in vroeger tijden de leveranciers van de prinselijke keuken hun goederen brachten, weer verplaatst naar de voorkant. Over een jaar zal het Mauritshuis weer haar deuren openen en kan iedereen door de voordeur naar binnen. Binnen in het Mauritshuis wordt nu stevig verbouwd. Samen met Nederlands bedrijfsleven worden nieuwe technieken ontwikkeld om dit op een goede wijze te doen. Zo is er speciaal voor het Mauritshuis glas ontworpen voor in de kozijnen, waarbij lichtinval en veiligheid (lees onbreekbaarheid) verenigd zijn. Nieuwe technieken, die door deze bedrijven vervolgens weer verder ontwikkeld kunnen worden. Voor de financiering van de verbouwing heeft het Mauritshuis verder gekeken dan alleen naar de overheid. Bijvoorbeeld de bankgiroloterij doet een flinke duit in het zakje en ook particulieren en bedrijven dragen bij. Een goede zaak en dat zien we steeds meer. Of het nu om musea gaat, om de filmsector of om cultuureducatie op scholen: De thema’s in de cultuursector zijn stevig en gaan over grote veranderingen. Overal moet goed bekeken worden hoe het beschikbare geld in budgetten die onder druk staan, slim en goed wordt uitgegeven. Sommige instellingen moeten met veel minder geld van de overheid toe, en iedereen merkt dat het crisis is in Nederland. Maar achter de schermen van een museum, of in gesprek met fondsen, loterijen en artiesten, blijkt ook altijd de grote creativiteit die mensen aan de dag leggen als het om het laten zien en bewaren van al die mooie dingen gaat die we in Nederland hebben. En dat zijn er zo veel. In de bredere publieke discussies wordt vaak vooral gekeken naar het rijksbudget voor cultuur. Dat bedraagt na de korting van 200 miljoen euro nog steeds 700 miljoen euro per jaar. Maar als je breder kijkt, zien we dat de waarde van de culturele sector in de economie zo’n achttien miljard euro bedraagt. In gesprekken die ik heb bekruipt me soms het gevoel dat maatschappelijke erkenning als synoniem wordt gezien van subsidie. De redenatie luidt dat je blijkbaar pas inhoudelijk meetelt als je een bijdrage krijgt van de overheid. Alsof je niet belangrijk bent, of geen wezenlijk werk doet als je geen subsidie krijgt. Dat is volgens mij de wereld op zijn kop. Dat er minder geld is, heeft ook al op veel plekken tot nieuwe werkwijzes geleid. We hebben in Nederland zoveel mooie musea, gezelschappen en cultuuruitingen. Daar waar in Japan een expositie van enkele Van Gogh’s dé hit van het jaar was, zijn we in Nederland wel erg goed bedeeld. Van kunstenaarsroutes (zoals Pinkst’art in Zuidplas) tot musea van wereldformaat zoals het Rijksmuseum, er is zoveel moois te ontdekken. Ook als de zon deze zomer niet veel schijnt.